Operation Manual
294 Werken met lettertypen
5. Kies Print (Afdrukken) in het menu File (Bestand). Klik met
de rechtermuisknop op de EPSON-printer en kies Properties
(Eigenschappen). Geef de volgende instellingen op voor de
printerdriver. Uw printer is een kleurenprinter met een op een
host geïmplementeerde driver. Zie het gedeelte Op host
geïmplementeerde driver voor kleurenprinters in de
onderstaande tabel.
Driver voor
zwartwitprin-
ters
Driver
voor
kleuren-
printers
Op host
geïmple-
menteerde
driver voor
zwartwitprin-
ters
Op host
geïmple-
men-
teerde
driver
voor
kleuren-
printers
Color (niet
beschikbaar)
Black
(Zwart)
(niet
beschikbaar)
Black
(Zwart)
Print Quality
(Afdrukkwaliteit)
600 dpi 600 dpi 600 dpi 600 dpi
Toner Save
(Tonerbesparing)
Niet
geselecteerd
Niet gese-
lecteerd
Niet
geselecteerd
Niet gese-
lecteerd
Zoom Options
(Zoomopties)
Niet
geselecteerd
Niet gese-
lecteerd
Niet
geselecteerd
Niet gese-
lecteerd
Modus Graphic
(Grafisch) in het
dialoogvenster
Extended
Settings
(Geavanceerde
instellingen) dat
u opent via het
tabblad
Optional Settings
(Optionele
instellingen).
High Quality
(Printer)
(Hoge
kwaliteit
(printer))
(niet be-
schik-
baar)
(niet
beschikbaar)
(niet be-
schik-
baar)