Operation Manual

Bedieningshandleiding
>> het kiezen en instellen van de programmas >> 266
De door de computer berekende waarden zijn niet
gebaseerd op medisch verantwoorde meetmethoden. De
waarden kunnen daarom afwijken van de feitelijke waar
-
den.
Neem contact op met uw dokter wanneer u behoefte
heeft aan een precieze, medisch verantwoorde meting en
bepaling van uw maximale hartslag.
!
Het vasthouden van de handsensoren of het dragen van een
(optionele) borstriem is voor dit programma noodzakelijk.
Programma’s afhankelijk van de hartslag
Wanneer u met de hartslagprogramma’s traint, heeft u keuze uit twee princi-
pieel verschillende varianten:
Wilt u de juiste doelhartslag zelf berekenen en instellen, selecteer dan het
P
ersoonlijke hartslagprogramma (Programma 9).
Wilt u met een doelhartslag van 60%, 75% of 85% van uw maximale hartslag
trainen, selecteer dan één van de Harslagprogrammas (programmas 10, 11
of 12) en de comput
er doet de berekeningen voor u.
Persoonlijk hartslagprogramma (P 9)
Eigenschappen van het programma
• U kunt de doelhartslag, de trainingstijd, de trainingsafstand en het aantal
calor
ieën dat u wilt verbruiken instellen.
• De door u ingestelde waarden kunnen tijdens de training niet worden
v
eranderd.
• Het hartslagprogramma verhoogt of verlaagt de weerstand afhankelijk van
de gemet
en hartslag. Komt de gemeten hartslag boven de door u inge-
st
elde waarde uit, dan wordt de weerstand automatisch verminderd.
• Ligt de gemeten hartslag onder de ingestelde waarde, dan wordt de weer-
stand net z
o lang verhoogd tot de ingestelde hartslag is bereikt.
• Ligt de gemeten hartslag bij het hoogste weerstandsniveau nog steeds
onder de ingest
elde waarde, dan moet u uw trapfrequentie verhogen.
Selectie
Draait u aan het k
euzewiel tot PROGRAM 9 wordt getoond. Bevestig de
selectie door op het keuzewiel te drukken.
Instellingen
T
rainingstijd (TIME)/trainingsafstand (DIST): Trainingstijd (TIME)/trainings-
afstand (DIST): wanneer u PROGRAM 9 selecteert, knippert op het scherm de
trainingstijd (
TIME). Nu kunt u de trainingstijd of de trainingsafstand (DIST)
instellen. Wanneer u de trainingstijd instelt, slaat de computer het instellen
van trainingsafstand automatisch over. Wanneer u geen trainingstijd instelt,
kunt u de trainingsafstand instellen.
• Draait u aan het keuzewiel tot het scherm de gewenste trainingstijd toont.
Bevestig de instelling door op het keuzewiel te drukken.
S T O P PROGRAM
L E V E L
T I M E S P E E D
K P H A G E
D I S T C A L H E A R T R A T E