Operation Manual

NL
>> het kiezen en instellen van de programmas >> 205
Voorgeprogrammeerde programma’s (P 2 – 6)
Intensiteitsproelen
• De voorgeprogrammeerde trainingsprogramma’s met intensiteitsprofielen
v
ormen een uitgebreide keuze aan trainingsmogelijkheden. Hiermee kunt u
uw training aanpassen aan de door u gestelde doelen.
• Uw training is afwisselend, waardoor u ook in „moeilijke tijden“ gemotiveerd
blijf
t.
• U haalt het maximale uit uw training, doordat deze is afgestemd op uw
capacit
eiten.
Het instellen van de 5 voorgeprogrammeerde trainingsprogrammas met
intensiteitsproelen gaat in principe op dezelfde manier:
 Programma  2 :   Tour
• Programma  3 :     Interval
• Programma  4 :     Top 
• Programma  5 :     Heuvel
• Programma  6 :     Dal
• U kunt de trainingstijd, de trainingsafstand, het aantal calorieën en de
doelhar
tslag instellen.
• Houd uw hartslag tijdens de training op peil en pas de intensiteit van de
training hieraan aan
.
• De intensiteit van de training kunt u instellen door de weerstand te verho-
gen / v
erlagen of door de trapfrequentie te verhogen.
Selectie
Houd u de UP- of DOWN-functieknop ingedrukt tot het symbool van het
P
rogramma 2, 3, 4, 5 of 6 in het programmakeuzemenu knippert.
Bevestig de selectie door op de knop SET te drukken.
Instellingen
T
rainingstijd (TIME)/trainingsafstand (DISTANCE): wanneer u het
pr
ogramma selecteert, knippert op het scherm de trainingstijd (TIME). Nu
kunt u de trainingstijd of de trainingsafstand (DISTANCE) instellen. Wanneer
u de trainingstijd instelt, slaat de computer het instellen van trainingsafstand
aut
omatisch over. Wanneer u geen trainingstijd instelt, kunt u de trainingsaf-
stand inst
ellen.
• Houd de SET-knop ingedrukt tot het scherm de gewenste trainingstijd
t
oont. Bevestig de selectie door op de knop SET te drukken.
Calorieën (CALORIES): heeft u de trainingstijd of de trainingsafstand inge-
st
eld, dan knippert de caloriewaarde (CALORIES).
• Houd de UP-knop ingedrukt tot het scherm het aantal calorieën toont dat u
wilt v
erbruiken. Bevestig de selectie door op de knop SET te drukken.
Doelhartslag (PULSE): heeft u het aantal calorieën ingesteld, dan knippert
de waar
de van de hartslag (PULSE).
• Houd de UP-knop ingedrukt tot het scherm de gewenste doelhartslag
t
oont. Bevestig de selectie door op de knop SET te drukken.
Start de training
Wanneer u klaar bent met het instellen van de computer, knippert het
symbool van het geselec
teerde programma weer. Door op de functieknop
ST/SP te drukken start het trainingsprogramma en kunt u met de training
beg
innen.
Instellingen tijdens de training
U k
unt de weerstand tijdens de training verlagen of verhogen. Tijdens het
instellen toont het scherm het weerstandsniveau gedurende korte tijd. Het
voorgeprogrammeerde weerstandsproel blijft in tact. Houd uw hartslag op
peil door uw trapfrequentie of de weerstand te verhogen.