Operation Manual

22
Veiligheidsvoorschriften
• Gebruikalleendemeegeleverdeaccu‘senvoorhet
aansluiten alleen de direct hierop aangesloten
steekverbinding.
• Laaddeaccu‘suitsluitendmetdeoriginele,
meegeleverde acculader van de producent.
• Letbijhetopladenvandeaccu‘sop:
- de correcte aansluiting van de acculader via de
- hiervoor bedoelde oplaadstekker,
- voldoende ventilatie,
- droge omgeving.
• Voernooitzelfreparatiesuitaandehoofdaccu‘sofaan
de acculader.
• Voerregelmatigvisuelecontrolesuitvandeaansluit-
stekker en de acculader. Laat deze bij beschadigingen
vervangen.
• Brengdeacculader,hetnet-enaansluitsnoernooitin
contact met water.
• Nietmetvochtigehandenaanraken.
•Descootermoetuitgeschakeldzijnalsdenetstekkerinhet
stopcontact wordt gestoken.
• Neemdeacculadernietingebruikalsdeacculaderzelf,
het netsnoer of het aansluitsnoer zichtbaar beschadigd
zijn door scherpe randen of hitte.
• Sluitdeacculaderalleenaanopeenverlengsnoerdat
geschikt is voor de capaciteit en de veiligheidsklasse
van de acculader – zie de ‘Technische gegevens‘.
• Trekdestekkeruithetstopcontact,
- als zich tijdens het gebruik een storing voordoet,
- na het gebruik resp.
- voor het reinigen.
• Trekaltijdaandestekker,nooitaanhetsnoer.