Operation Manual
Inspectie- en onderhoudsintervallen
km km km km km km
Elektromotor op centrische montage controleren
C C C/I C/I C/I C/I
Controleren of alle veiligheidsrelevante schroeven goed zijn aangedraaid
C C C C C C
Werking remlichtschakelaar controleren
C C C C C C
Koplampinstelling
C/I C/I C/I C/I C/I C/I
Wielen: lagerspeling, rustige loop
C C C C C C
Banden controleren op beschadigingen en vreemde elementen
C C C C/V C C/V
Lagerspeling stuurkop/schroeven stuur
C/I C/I C/I C/I C/I C/I
Functionaliteit van alle sloten controleren
C C C/S C/S C/S C/S
Aandrijving snelheidsmeter smeren/controleren
C C C/S C/S C/S C/S
Smeerpunten: kabels, hendels, remnokken, zijstandaard,
middenstandaard, sloten, zadelcharnier
C/S C/S C/S C/S C/S C/S
(V) vervangen (C) controleren (I) instellen (R) reinigen (S) smeren
Tot slot: proefrit maken waarbij de werking van alle systemen wordt gecontroleerd. Indien noodzakelijk voor de bedrijfsveiligheid, moet de
verantwoordelijke monteur de klant evt. op andere noodzakelijke reparaties attent maken en d.m.v. een handtekening van de klant laten
bevestigen dat deze hier kennis van heeft genomen.