HIS20S Woning geintegreerd systeem Draadloze beveiliging & domoticasysteem Installatie- & gebruiksaanwijzing
INHOUD INHOUD VAN DE KIT 1 INLEIDING EN OVERZICHT Meerdere gebruikers Systeem inschakelen Zones Binnenkomst/Vertrekvertraging Snelinstelling Zone uitsluiten Gebeurtenislogboek Gong Spraakkiezer Digitale kiezer Huissleutel Externe systeembediening Sabotagebeveiliging Storingdetectie Batterijbewaking ID-code leren Domotica Bediening op afstand en terugkoppeling Backup & Restore 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 5 5 5 PLANNEN EN UITBREIDEN VAN UW DRAADLOZE ALARMSYSTEEM 6 AFSTANDSBEDIENING Instellen van de
INHOUD VAN DE KIT Het alarmsysteem moet de volgende onderdelen bevatten.
tijdens de nacht, automatisch de groene besturingselementen ertoe zal aanzetten om de lichten in te schakelen, zodat u niet in het donker hoeft te klungelen. Deze modus ondersteunt zowel de schemaals de gebeurtenissenfunctie van domotica. Opmerking: Groene besturingselement verwijst naar het domotica-apparaat dat in de ontvanger is ingebouwd. INLEIDING EN OVERZICHT MEERDERE GEBRUIKERS Het systeem staat maximaal 7 gebruikers en een beheerder toe om te worden geconfigureerd.
Wanneer het systeem is ingeschakeld met de vertrekvertraging ingeschakeld, zal geen alarmsignaal van een detector in een actieve zone een alarm kunnen initiëren totdat de vertrekvertraging is verstreken. Dit maakt het mogelijk om het systeem vanuit het eigendom in te schakelen en stelt de gebruiker in staat het eigendom te verlaten zonder een alarm af te laten gaan.
vooringestelde alarmreeks snelle bliepjes uitstoten. Als het storen voor 30 seconden voortduurt of meerdere volledige alarmcondities optreden. Als daarnaast het systeem voor meer dan drie periodes van 30 seconden in een interval van 5 minuten wordt gestoord, zal dit ook een volledige alarmconditie genereren. telefoonnummers bellen en het gebruikersbericht (opgenomen onder Gebruiker instellen) voor de ingestelde “speeltijd” afspelen.
afstandsbediening/sensor, besteed bijzondere aandacht aan leerreeks van het apparaat. Opmerking: De groene afstandsbediening/sensor verwijst naar het domotica-apparaat dat in de ontvanger is ingebouwd. DOMOTICA Hoe kunt u het dagelijkse leven aangenamer maken? U kunt bepaalde lichtarmaturen of huishoudelijke apparaten instellen om op gezette tijden te werken. Via instellingen van “Vakantie-inschakeling” of “Nachtinschakeling”, kunt u een betere levenskwaliteit bereiken.
waarin de aanbevolen posities voor de draadloze bedieningspaneel, PIR, magnetische contactdetector en wandschakelaar voor een optimale beveiliging en domotica zijn verwerkt. U kunt dit gebruiken als leidraad voor het plannen van het indringeralarm- en domoticasysteem.
AFSTANDSBEDIENING Batterij D Voorka nt LED-indicator Volledige inschakeling/Vakantie-ins chakeling Nacht/gedeeltelijke inschakeling Deactiveren E Paniekschakelaar A B C 3. Plaats de achterafdekking en draai de schroef vast. Achterkant F Sleutelring G Batterijklep H I 4. Om met het draadloze bedieningspaneel te communiceren, moet de ID-code van de afstandsbediening door het draadloze bedieningspaneel worden geleerd. Negatieve polariteit Positieve polariteit a.
back-up-batterijen en plaats de batterijen opnieuw. 3. Het is aanbevolen om het draadloze bedieningspaneel zodanig op te stellen dat de vertrek/binnenkomsttoon (door het draadloze bedieningspaneel geproduceerd) buiten het eigendom kan worden gehoord. Batterij 1 (bovenste): Blauwe draad op de "+"-pool van de batterij Zwarte draad op de "–"-pool van de batterij 4.
Draadloze bedieningspaneel bevestigingsjabloon Kabelbaan Sleutelgatsleuven Bevestigingsgat Sleutelga tsleuf Sleutelgat sleuf (+)-klem (blauwe draad) (-)-klem (zwarte draad) Klemmenblok Bekabelde sirene Sabotage terugkeer Link P51 (+)-klem (rode draad) Reset Jumper Link P1 (-)-klem (blauwe draad) Netvoeding Jack-aansluiting Binnenaanzicht van het draadloze bedieningspaneel HET TESTEN VAN HET DRAADLOZE BEDIENINGSPANEEL EN DE AFSTANDSBEDIENING 9
1. Druk op , , , , normale modus en het batterijklepje vastgezet, zal de LED achter de detectievenster knipperen bij het detecteren van beweging. Wanneer dit voorkomt, moeten de batterijen zo spoedig mogelijk worden vervangen. , om het systeem in de testmodus te schakelen. “LOOPTEST” wordt weergegeven. 2. Druk op om de “LOOPTEST” te activeren. “Looptest wachtende…” wordt weergegeven. 3. Druk op de “INSCHAKEL”-knop op de afstandsbediening.
Bij het overwegen en besluiten van de montagepositie voor de detector moeten de volgende punten worden overwogen om een probleemloze werking te garanderen: 1. Plaats de detector niet op een venster gericht of waar het wordt blootgesteld aan of gericht is op direct zonlicht. PIR-detectoren zijn niet geschikt voor gebruik in broeikassen. Achterafdekki ng 2. Plaats de detector niet waar het wordt blootgesteld aan ventilatoren. Bevestigingschroef 3.
de afdekking vervormen. zou kunnen beschadigen of AAN UIT Opmerking: Bij de eerste installatie moet de detector in de looptest-modus, klaar voor het testen, worden ingesteld. Na voltooiing van de looptest-modus, stel DIP1 van SW2 in op UIT voor normale detectiemodus. 5. Configureer de PIR-detector zoals hieronder beschreven. Onthoud dat bij de eerste installatie het apparaat moet worden getest en daarom in de looptest-modus moet worden ingesteld. 6.
bedieningspaneel worden gezonden. SW2 zoals hieronder samengevat: SW2 AAN DIP1 Looptest-modus UIT Normale modus DE PIR-BEWEGINGSMELDERS TESTEN DIP2 Hoge gevoeligheid Lage gevoeligheid Zorg ervoor dat het systeem in de testmodus is geschakeld. Met de PIR-detector in testmodus en in positie op de muur gemonteerd, laat de detector voor 2-3 minuten stabiliseren alvorens de looptest uit te voeren. 4. Sluit de 1/2 3,6V lithiumbatterij op de batterijveer aan. 1.
6. Configureer de PIR-detector voor de normale modus opnieuw door DIP1 van SW2 op UIT in te stellen en bevestig opnieuw in positie. contactdetectoren worden beschermd, (minimaal de voor- en achterdeuren zullen meestal met magnetische contact detectoren zijn uitgerust). Extra detectoren kunnen, ook waar nodig, tegen andere kwetsbare deuren of ramen worden gemonteerd (bijvoorbeeld garage-, patio-/broeikastdeuren enz.). Opmerking: Wanneer de detector volledig geïnstalleerd is d.w.z.
4. Bevestig de magneet aan het bewegende deel van de deur/raam tegenover de detector met de plakband of 15mm bevestigingsschroeven. Interne verbinding Bij het instellen van DIP1 & DIP2 op 'Uit', zal alleen het interne contact actief zijn. Wanneer gelijktijdig twee contactenvoor interne en externe aansluiting gebruikt worden, wordt één activering geteld als één van de contacten wordt geopend; terwijl beide contacten gesloten zijn, zal de detector als gesloten worden behandeld.
lichtarmatuur of huishoudelijke apparaten controleren, zonder bediening via het draadloze bedieningspaneel. systeem in de testmodus te schakelen. “LOOPTEST” wordt weergegeven. ID-CODE LEREN 2. Druk op om de “Looptest” te activeren. “Looptest wachtende…” wordt weergegeven. Om met het draadloze bedieningspaneel te communiceren, zal het draadloze bedieningspaneel de ID-code naar de ontvanger zenden. Om verder te gaan met het leren van de ID-code: 3. Verwijder het batterijdeksel door het eraf te schuiven.
meegeleverde dubbelzijdige tape gebruiken om het overal waar u het wenst te bevestigen. Plaats na het installeren de voorafdekking terug. TESTEN VAN DE WANDSCHAKELAAR Zorg ervoor dat het systeem in de testmodus is geschakeld 1. Druk op , , , , , om het systeem in de testmodus te schakelen. “LOOPTEST” wordt weergegeven. 2. Door op de muurschakelaar te drukken, zal de LED branden, hetgeen impliceert dat de batterij goed is geplaatst. 2. Druk op om de “Looptest” te activeren.
Na het maken van uw externe verbindingen, sluit de voeding en de back-up batterij opnieuw aan. Sluit vervolgens de afdekking van het draadloze bedieningspaneel en draai de bevestigingsschroeven op de bovenrand van het draadloze bedieningspaneel vast. Geschakelde 12Vdc uitgang voor externe sirene (300mA max.) GND UIT Permanente 12Vdc voedinguitgang (1 00mA max.) V+ GND N.O. Grendelrelais-co ntacten (spannin gloos) C N.C.
TESTEN VAN HET SYSTEEM Druk op Gebruikerswachtwoord EERSTE TESTEN Dit zet het systeem in de testmodus. Als het systeem voor het eerst is geïnstalleerd is het aanbevolen dat elk apparaat op zijn beurt wordt getest, zoals het is geïnstalleerd (zie instructies voor het - en Gebruik de -knoppen om door het testen van een bepaald apparaat). menu te bladeren en druk op TESTEN VAN SYSTEEM EEN GEÏNSTALLEERD om de weergegeven testfunctie of submenu te selecteren.
draadloze “LIJNSTATUS”-LED knipperend, controleer of de bedieningspaneel zal de gong luiden en het telefoonlijn goed is aansloten en probeer de test bericht als volgt weergegeven: opnieuw. afstandsbediening, de Knop ingedrukt Berichtweergave Uitschakelen Wanneer het testen wordt uitgevoerd, druk op “R01 uitschakelen” Nachtinschakeling om met testen te stoppen. “R01 Nachtinschakeling” Volledige “R01 inschakeling Blader inschakeling” Paniekschakelaar 4.
weergegeven en druk op Zone vergrendelen Nachtinschakeling Vertrekvertraging om het geselecteerde alarm voor 5 seconden te laten werken. Selecteer “Draadloze sirenetest” om de externe zonnesirene te bedienen. Selecteer “Bedrade sirenetest” om de sirene van het draadloze bedieningspaneel en extern bedrade sirene (indien aangesloten) te bedienen. Gedeeltelijke inschakeling Selecteer “Relaistest” om de externe bedrade (N.O./N.C.) relaiscontacten te bedienen.
Alarm activeren Alles aan SMS extern Modeltype Status besturingselement Telefoon / Lijn Spraakkiezer instellen Spraakkiezen Geluid opnemen Geluid afspelen AAN Niet geprogrammeerd Niet geprogrammeerd Groene afstandsbediening/sensor Leren ID Apparaatstatus Meldkamer instellen Meldkamer Telefoonnummer Eenheid-ID-nr.
4. Verwijder de back-ubatterij en ontkoppel de betterijdraden. 5. Zet Jumper link P1 naar de AAN-positie. 6. De opnieuw batterijdraden en plaats de back-upbatterij terug in positie. Steek de stekker de PSU-adapter in de DC-aansluiting in het draadloze bedieningspaneel en schakelen de voeding naar de PSU-adapter in. 7. Als het draadloze bedieningspaneel opstart zal “EEPROM reset” worden weergegeven dat aangeeft een reset wordt uitgevoerd.
PROGRAMMEERINSTRUCTIES Opmerking: Met het systeem in de uitschakelmodus. Programmeren is alleen in de uitschakelmodus beschikbaar. Terwijl u de PC gebruikt Druk op , , , , , om de programmeerinstelling te maken, zal het Admin wachtwoord toetsenblok op het draadloze bedieningspaneel inactief Het systeem is nu in de programmeermodus worden, tenzij u 3 seconden lang - en Gebruik de indrukt.
Blader door het menu tot “:1 Wachtwoord” wordt weergegeven. Om veiligheidsredenen, zal Druk op wisselen. het om tussen alfabet en nummer te Admin-wachtwoord niet worden weergegeven, alleen het gebruikerswachtwoord wordt op de display getoond. Om de instelling te wijzigen, druk op Voer het nieuwe 4-cijferige . wachtwoord in Druk op om de cursor naar links te verplaatsen. Druk op om de cursor naar rechts te verplaatsen. en Druk op verwijderen.
Druk op om de functie vergrendelsleutelrapport uit te schakelen. van Door op , of op de afstandsbediening te drukken stelt het draadloze bedieningspaneel in staat EEN GEBRUIKERBERICHT OPNEMEN Dit stelt iedere gebruiker in staat om een korte 3 sec. bericht op te nemen voor gebruik met de vergrendelsleutelfaciliteit.
Om de instelling te wijzigen, druk op . Opmerking: Door hetzij de PC of het toetsenblok van het draadloze bedieningspaneel te gebruiken om de Druk op om de functie afstandsbediening in te schakelen, of van de om de functie Druk op afstandsbediening uit te schakelen. van de programmeermodus te openen, zal het systeem eerst de programmeermodus openen.
HOME-BOX INSTELLEN PROGRAMMEERMODUS Code: 2. Home-Box instellen 2-1 Alarmtijd xxx Sec. 2-3 Externe sirene :3-1 Bedrade sirene 10SEC 30SEC 1MIN 3MIN 5MIN 10MIN :3-2 Draadloze sirene Selecteren AAN->* UIT-># 2-4 Toetstoon xx :3-3 Nachtalarm 2-5 Achtergrondverlichting xx SEC. Selecteren AAN->* UIT-># 5SEC 10SEC 20SEC 30SEC 60SEC Selecteren AAN->* UIT-># :2-1 Code instellen 2-6 Foutpieptoon xxx SEC.
Blader door het hoogste niveau programmeermenu tot “2. HOME-BOX INSTELLEN” wordt weergegeven en druk op Druk op om de sirene uit te schakelen. . EXTERNE SIRENE om na voltooiing van het Opmerking: Druk op instellen van het systeem naar het hoogste niveau van het programmeermenu terug te keren. Bekabelde sirene Om de functie van de externe sirene in/uit te schakelen (met kabels aangesloten), blader door het menu tot “:3-1 Bekabelde sirene” wordt weergegeven.
Blader door het menu tot “:2-2 Sirene werkt” wordt weergegeven. De huidige instelling zal ook worden weergegeven. Om de instelling te wijzigen, druk op Druk op of Druk op schakelen. Dit regelt de periode van de achtergrondverlichting voor de display van het draadloze bedieningspaneel om verlicht te blijven, nadat de laatste toets werd ingedrukt. . Standaardinstelling: 20 seconden Blader door het menu tot “:2-5 Achtergrondverlichting” wordt weergegeven. De huidige instelling zal ook worden weergegeven.
schakelen, of Om de instelling te wijzigen, druk op . Druk op schakelen. Blader door de beschikbare opties (10SEC, 30SEC, 1MIN, 2MIN, 4MIN en UIT) totdat de gewenste instelling wordt weergegeven en vervolgens Druk op om op te slaan en af te sluiten, of Druk op om af te sluiten zonder op te slaan. om de storingdetectie uit te ALARMRELAIS Deze instelling regelt de werkingsperiode voor de NO/NC bedrade uitgang-relaiscontacten nadat een alarmconditie werd gestart.
Druk op schakelen. de periode van de binnenkomstvertraging wanneer om het uitsluiten van de zone uit te nachtinschakeling actief is. Standaardinstelling: AAN NACHTINSCHAKELING Blader door het menu tot “2-11 Nachtinschakeling” wordt weergegeven en druk op Blader door het menu tot “:11-2 Pieptoon binnenkomstvertraging” wordt weergegeven. De . huidige instelling zal ook worden weergegeven. Opmerking: Druk na het configureren van de .
Blader door het menu tot “:1 Leren ID” wordt weergegeven. DATUM Deze functie is voor het instellen van de lokale datum. Standaardinstelling: 1/1/2011 zaterdag Drie mogelijkheden kunnen als volgt voorkomen: Leren OK – de ID-code werd door het draadloze bedieningspaneel met succes geleerd. Blader door het menu tot “2-15 Datum” wordt Tijdoverschrijding – de tijd die gemoeid is voor het leren van de ID-code is 60 sec. Het niet drukken op de .
Druk op GEBEURTENIS & SCHEMA om alle schema's & gebeurtenissen uit te schakelen. Om de vooraf ingestelde schema’s en gebeurtenissen onder volledige inschakeling en gedeeltelijke Opmerking: Het schema en gebeurtenissen ingesteld inschakeling in/uit te schakelen, blader door het menu tot “2-18 Gebeurtenis & schema” onder vakantie-inschakeling en nachtinschakeling wordt zullen niet door deze functie-instelling worden weergegeven.
Deze sectie is voor het instellen of toevoegen en Voor bekabelde zone (33-36), is de functie van “:1 categoriseren van Bekabelde zone” uitgeschakeld. PIR-detector). Blader programmeermenu beveiligingsapparaten door het tot hoogste “3. (bijv. niveau LOCATIE BEVEILIGING SENSORZONE” wordt weergegeven en druk op Standaardinstelling: “Geen” . Blader door het menu tot “:2 Locatie” wordt Voer het nummer van de te configureren sensorzone in weergegeven.
systeem in- of uitgeschakeld is). Vloeddetector, gasdetector en CO-detector Standaardinstelling: “Indringer” Druk op om op te slaan en af te sluiten, of Druk op om af te sluiten zonder op te slaan. Blader door het menu tot “:4 Beveiligingstype” wordt weergegeven. De huidige instelling zal ook worden weergegeven. BEVEILIGINGSTYPE Elke sensorzone kan worden geprogrammeerd om Om de instelling te wijzigen, druk op .
wordt weergegeven. De huidige instelling zal ook Druk op om de magnetische contactdetector in te schakelen, of worden weergegeven. Om de instelling te wijzigen, druk op Druk op om de magnetische contactdetector Druk op uit te schakelen. .
schakelen, of Druk op om de implementatie van de detector in de sensorzone uit te schakelen. om de sirene in de sensorzone uit te Druk op schakelen. Opmerking: Als het leren van het apparaat is voltooid, zal de instelling op AAN worden ingesteld. BINNENKOMSTVERTRAGING Standaardinstelling: UIT 30 seconden RESETTEN SENSORZONE Deze functie, indien ingeschakeld, maakt het Blader verwijderen van de detector in de zone mogelijk. door het menu “:13 Binnenkomstvertraging” wordt weergegeven.
TELEFOON/LIJN INSTELLEN PROGRAMMEERMODUS Code: 4.
Opmerking: Druk op of om na voltooiing van het Druk op instellen van de telefoon/lijn naar het hoogste niveau van het programmeermenu terug te keren. om af te sluiten zonder op te slaan. Opmerking: Na het opnemen van het bericht, druk op om de recorder te stoppen en eventueel SPRAAKKIEZER Deze functie, indien ingeschakeld, maakt de uitvoering resterende berichttijd te annuleren. van de spraakkiezer mogelijk.
Druk op weergegeven. om de functie van meldkamer in te schakelen, of Om de instelling te wijzigen, druk op om de functie van meldkamer uit te Druk op . Voer het ID-nummer in (max. 4 cijfers variërend van schakelen. 0-9, B, C, D, E, F) TELEFOONNUMMER Druk op om op te slaan en af te sluiten, of Druk op om af te sluiten zonder op te slaan. Blader door het menu tot “:2 Telefoonnr.” wordt weergegeven. De huidige instelling zal ook worden weergegeven.
rapporteren. Standaardinstelling: 3 Standaardinstelling: Uitschakelen Blader door het menu tot “:4 Belpogingen” wordt weergegeven. De huidige instelling zal ook worden Blader door het menu tot “:6 Cyclische test” wordt weergegeven. weergegeven. De huidige instelling zal ook worden weergegeven. Om de instelling te wijzigen, druk op . Om de instelling te wijzigen, druk op . Blader door de beschikbare opties (Uitschakelen, 6 Voer het gewenste nummer (1-5) in.
Stroomschema voor bediening Bel routering volgorde (Meldkamer) Beginnen Gebeurtenis activering Wachten met invoeren “ ” 30 sec Tijdoverschr YES ijding 30 seconden Hang de telefoon op Eind TOETS =‘ ’ Kies voorinstelling TEL nr.
Opmerking: Druk op en vervolgens op 8 op de telefoon om in de luisterstatus te gaan om te volgen wat er gebeurt in de beveiligde eigendom waarvoor de tijdoverschrijding 5 minuten is.
Het interval van het rinkelen van de bel verschilt sterk uitwisselingtype waar het mee verbonden is, te worden in elk land. Voeg altijd 2 seconden extra toe aan het geconfigureerd. interval van het overgaan van de bel van uw land. Standaardinstelling: DTMF (Toon) Standaardinstelling: 13 seconden Blader door het menu tot “4-4 Kiesmethode Blader door het menu tot “:3 Dubbele oproeptijd” instellen” wordt weergegeven. De huidige instelling wordt weergegeven.
NOTIFICATIE INSTELLEN Verwijderen Blader door het programmeermenu tot “5. Notificatie Om nummer de naam en het telefoonnummer te verwijderen. instellen” wordt weergegeven en druk op Opmerking: Druk op . om na voltooiing van het instellen van de notificatie naar het hoogste niveau van Druk op om de data te verwijderen, of Druk op om de data te behouden. het programmeermenu terug te keren.
geactiveerd, het zal alarm niet afgaan en de spraakkiezer in het draadloze bedieningspaneel zal Dit stelt het maximum aantal keren dat de kiezer zal proberen om in de volgorde van de oproeproutering niet naar dit telefoonnummer bellen. Deze functie, indien ingeschakeld, maakt alleen het GSM Gateway mogelijk om SMS naar het GSM-nummer te verzenden. contact te maken telefoonnummer. Standaardinstelling: AAN Blader door het menu tot “5-3 Oproepronde” wordt weergegeven.
Druk op om het afbreken van de oproep in te schakelen, of Druk op te schakelen om het afbreken van de oproep uit Gebeurtenis activering Kies voorinstelling TEL nr.
GREEN HOME INSTELLEN PROGRAMMEERMODUS Code: 6.
Standaardinstelling: UIT Druk op de Aan/Uit-knop op de ontvanger om de ID-code direct van het draadloze bedieningspaneel te ontvangen. . Om de instelling te wijzigen, druk op Drie mogelijkheden kunnen als volgt voorkomen: Druk op Verzenden ID-code wacht 2 seconden – de ID-code werd vanaf het draadloze bedieningspaneel gezonden. om de apparaten van de groep in te schakelen, of Wacht 2 seconden Test – de code werd door de ontvanger geleerd.
Druk op Groene afstandsbediening/sensor Voor zenderapparaattypen, blader door het menu tot “6-2 Groene afstandsbediening/sensor” wordt weergegeven. om af te sluiten zonder op te slaan. Opmerking: Als het modeltype onjuist is geselecteerd, zal het apparaat niet goed werken. Voer het nummer van het te configureren apparaat in Status besturingselement Blader door het menu (1-32) en druk op tot “:6 Status . Code leren besturingselement” wordt weergegeven.
Druk op om de weergegeven en druk op groene afstandsbediening/sensor uit te schakelen. . Druk op om het bericht af te spelen. Druk op om naar het hoogste niveau van het Opmerking: “AAN” impliceert inschakelen, terwijl “UIT” uitschakelen impliceert. De standaardinstelling zal automatisch naar AAN veranderen zodra het leren van setupmenu voor het afspelen van het scènegeluid de code is voltooid. terug te keren.
VERBETEREN VAN SETUP PROGRAMMEERMODUS Code: 7. Verbeteren 7-1 Verbeteren apparaat 7-2 GSM Gateway SMS extern: xxx Invoeren (01-12) verbeter apparaatnr. Selecteren AAN->* UIT-># :1 Modeltype xxxx Leren OK :2 Leren ID :3 Apparaatstatus xxx :4 Apparaat resetten Leren… Selecteren AAN->* UIT-># Selecteren JA->* NEE-># Tijdoverschrijding ID-duplicaat Verbeteren instelling is speciaal ontworpen voor zendontvanger-apparaattypen, d.w.z. apparaat met 868 MHz radiofrequentie.
uitschakelen impliceert. De standaardinstelling zal RESTORE” wordt weergegeven en druk op automatisch naar AAN veranderen zodra het leren van . de code is voltooid. Apparaat verwijderen Gebruik de - en -knoppen om door het menu te bladeren totdat de vereiste optie wordt Om het apparaat te verwijderen, blader door het menu tot “:4 Apparaat resetten” wordt weergegeven. weergegeven en druk op BACK-UP Blader door het menu tot “8-1 Backup DD/MM/JJ” wordt weergegeven. .
GEBRUIKSAANWIJZING Aan het einde van de geprogrammeerde alarmduur zullen de sirene en de alarmen van het draadloze Bij het verlaten van het pand, moet het systeem worden bedieningspaneel ingeschakeld. Echter voor dat te doen, controleer of automatisch opnieuw inschakelen. stoppen en zal het systeem alle vensters zijn gesloten en vergrendeld, alle VOLLEDIGE INSCHAKELING beveiligde deuren gesloten zijn en bewegingsmelders niet worden belemmerd.
“Vakantie-inschakeling” verschijnt, voer nachtinschakeling is, knippert de “INSCHAKEL”-LED. het gebruikerswachtwoord in en druk vervolgens op de GEDEELTELIJKE INSCHAKELING “Enter”-knop. Als het gebruikerswachtwoord correct is, wordt een indicatie van de “Vakantie-inschakeling” op het LCD-scherm getoond. Afstandsbediening: Druk op de “Nachtnschakeling”-knop Gebruikerswachtwoord het draadloze , waardoor bedieningspaneel de “Nachtinschakeling” kan openen.
Opmerking: Als het dempen op AAN is ingesteld, zal geen begeleidingstoon tijdens de werking worden geproduceerd. Als het dempen op UIT is geschakeld, zal Gebruikerswachtwoord de begeleidingsgeluid actief zijn. Als de Als de “ALARMGEHEUGEN/BERICHT”-LED knippert “LIJNSTATUS”-LED echter oplicht terwijl het dempen is terwijl het systeem is uitgeschakeld en de draadloze ingeschakeld, zal geen begeleidingsgeluid beschikbaar bedieningspaneel elke paar seconden een pieptoon zijn.
of Druk op om naar “Uitschakelen” terug te keren. om alle apparaten van het groene Druk op LED-INIDCATIE besturingselement UIT te schakelen. De LED-indicaties vertegenwoordigen de volgende Opmerking: Onze gordijnschakelaar kan de “Alles statussen: Aan/Alles Uit”-functie niet uitvoeren.
Uitgeschakeld is. Apparaat Voorinstell ing Bericht PIR Detector Functieknop (Volledige inschakeling) Magneti sch contactd etector Groene besturing selement UIT Sabotage Als de batterijklep van een apparaat wordt verwijderd of als Ik zal over het hele huis waken! Beveiligi ng Beveiligi ng Welkom thuis Domotica Domotica de bewegingsmelder of draadloze bedieningspaneel van de muur wordt verwijderd zal vervolgens een volledige alarmconditie worden geïnitieerd.
zal het draadloze bedieningspaneel automatisch de lijn initiëren. ophangen. Druk op Door binnen 30 seconden op de om Vakantie-inschakeling te -knop op het initiëren. toetsenblok van de telefoon te drukken, zal het draadloze bedieningspaneel automatisch de lijn Druk op te het systeem uit te schakelen. ophangen.
geactiveerd worden. Als daarnaast een PIR-detector of magnetisch contactdetector een “batterij leeg”-status heeft, door het bedieningspaneel zal het worden moet worden vervangen. bijna draadloze geregistreerd en Onder normale batterijcondities brandt de LED niet, een tenzij melding in het gebeurtenislogboek opslaan. de PIR-detector in de looptestmodus is geschakeld.
verhuizen), schakel het systeem eerst in de testmodus alvorens de afdekking van het draadloze bedieningspaneel te verwijderen en de voeding en back-upbatterijen los te koppelen. BATTERIJEN Alvorens de batterijklep van een apparaat voor het vervangen van de batterij te verwijderen, zorg ervoor dat het systeem in de testmodus is geschakeld, om het starten van een alarm te voorkomen.
ALARMRECORD Vul de volgende gegevens tijdens de installatie voor toekomstig gebruik, wanneer aan uw systeem wordt toegevoegd en om te helpen bij het oplossen van problemen.
32 33 34 35 36 U kan een notitie van uw gebruikerswachtwoord en installateurwachtwoord hieronder maken. Systeemwachtwoord Gebruiker 1: _______________________ Gebruiker 2: _______________________ Gebruiker 3: _______________________ Gebruiker 4: _______________________ Gebruiker 5: _______________________ Gebruiker 6: _______________________ Gebruiker 7: _______________________ Admin. gebruiker: ________________________________________ Spraakkiezer telefoonnummers Telefoonnr.
ALARMNIVEAU Om u het verschil tussen Paniekniveau, Niveau 1, Niveau 2 en Niveau 3 te helpen onderscheiden, kan hun definitie als volgt worden gelezen: Paniekniveau: Alarm + Spraakkiezer + SMS voor GSM Gateway + Foutpieptoon + Gebeurtenislogboek Wanneer het draadloze bedieningspaneel in geval van een brandincident wordt geactiveerd (brand, paniek, indringer en 24-uurs indringer), zal een alarm optreden, zal de ingebouwde spraakkiezer het vooraf ingestelde telefoonnummer bellen, zal de GSM gateway een SMS-be
PROBLEMEN OPLOSSEN Het draadloze bedieningspaneel werkt niet – Voeding-LED is UIT of knippert 1. Storing van het lichtnet – controleer of andere elektrische circuits te gebruiken zijn. 2. Controleer of de voedingsadaptor is ingestoken en de aansluiting op AAN is geschakeld 3. Controleer de zekering van het lichtnet niet is doorgeslagen. 4. Controleer of de DC-aansluitstekker van de netadapter op het bedieningspaneel is aangesloten. 5.
1. Controleer of de batterijverbindingen goed zijn. 2. Gevoeligheidsdetectie is te laagg ingesteld – stel opnieuw op hoge gevoeligheidsdetectie in. 3. Controleer of de detector correct is ingesteld. 4. Zorg ervoor dat de DIP-schakelaars 1-2 van SW2 correct zijn ingesteld. 5. Zorg ervoor dat de detector op de juiste manier omhoog is gemonteerd. (d.w.z. met de detectievenster onderaan) 6. Zorg ervoor dat de detector op de juiste hoogte is gemonteerd (d.w.z. 2-2,5m) 7.
goed is aangebracht en bevestigingsbeugels niet gebroken zijn. dat Brand/rookalarm Paniekalarm Indringeralarm 24-uurs indringer Systeem sabotage AC-storing Systeem batterij bijna leeg Sabotagesensor Senser batterij bijna leeg Alarm annuleren/afbreken Systeemtest Uitschakelen (Openen)/Inschakelen (Sluiten) door gebruiker Periodiek testrapport Overstromingalarm Gasalarm De LED op de magnetische contactdetector branden wanneer de deur of het venster wordt geopend. 1.
69