Operation Manual
.
8.3 DE DRUK INSTELLEN
Het testpunt voor de druk bevindt zich aan de linkerzijde
van het toestel, op de hoofdbranderpijp, naast de
koperen restrictie/connector zoals afgebeeld in figuur 10.
Draai de schroef van het testpunt los en sluit een
manometer aan. Zet de vlam op de positie HOOG.
Om het toestel in gebruik te nemen, moet de branderdruk overeenkomen met de cijfers
die vermeld staan in de gegevenssectie van deze instructies.
De vlam is in de fabriek ingesteld om deze drukhoogten te bereiken, en significante
afwijkingen daarvan kunnen duiden op een probleem met de toevoer. Indien de druk te
hoog is, is de gastoevoermeter mogelijk onjuist ingesteld. Dit dient gecontroleerd te
worden terwijl de vlam brandt, en indien nodig opnieuw ingesteld te worden door de
gasleverancier.
Indien de branderdruk te laag is, controleer dan de inlaatdruk terwijl het toestel is
ingeschakeld. Indien de druk lager is dan circa 25 mbar, moet deze opnieuw ingesteld
worden door de gasleverancier. Indien de ingestelde druk te laag is, maar de meterdruk
acceptabel, dan is er vermoedelijk een probleem met de pijpleiding.
Dit kan vuil of puin zijn, een gebarsten pijpleiding of ontoereikende pijpafmetingen, een
verstopping in een fitting, een afgesloten bocht die niet volledig doorgankelijk is, of
lasfouten in bochten. Achterhaal de oorzaak van de verstopping en los het probleem op.
Schakel het vuur uit, ontkoppel de manometer en draai de schroef van het testpunt weer
vast. Ontbrand de vlam en controleer of het gas deugdelijk is.
Ingeval de branderdruk niet overeenkomt met de cijfers die vermeld staan in de
gegevenssectie van deze instructies, mag het toestel niet in gebruik genomen worden en
dient contact opgenomen te worden met de fabrikant voor advies.
Figuur
10