User manual
54
Electrolux 818 37 80-01/7
De wijnkoeler ontdooien
De wijnkoeler wordt elke keer dat de compressor afslaat automatisch ontdooid. IJsvorming kan worden
voorkomen door:
· geen warme levensmiddelen in de kast te zetten.
· te voorkomen dat de deur te vaak wordt geopend of te lang open blijft staan.
Als de kast niet gebruikt wordt
Schakel de kast uit en trek de stekker uit het stopcontact. U kunt eventueel ook de zekering verwijderen.
Reinig de kast zoals wordt uitgelegd in “Reiniging“. Sluit de deur van de kast niet: hierdoor zou er een muffe
geur in de kast kunnen ontstaan.
Als de kast aan moet blijven staan, verdient het aanbeveling om iemand de kast regelmatig te laten controleren
om te voorkomen dat levensmiddelen door een stroomstoring bederven.
Als de kast niet naar behoren functioneert
Als de kast niet naar behoren functioneert, is het vaak mogelijk om dit zelf te verhelpen. Lees onderstaande
aanwijzingen aandachtig door om onnodige onderhoudsbeurten te voorkomen.
Probleem Mogelijke oorzaak / Oplossing
De temperatuurdisplay geeft ““ aan. Er is een fout opgetreden bij de meting van de temperatuur.
Neem contact op met uw leverancier. (Het koelsysteem werkt
voldoende om uw levensmiddelen gekoeld te houden, maar de
temperatuurinstelling kan niet worden veranderd.)
Het is te warm in de wijnkoeler. Stel een lagere temperatuur in.
Controleer of de deur goed gesloten is en of de isolatiestrip
schoon en heel is.
Het is te koud in de wijnkoeler. Stel een hogere temperatuur in.
Er ligt water op de koelplaat in de
wijnkoeler.
Dit is normaal. Het ijs ontdooit tijdens het automatisch
ontdooien op de koelplaat.
Er loopt water in de wijnkoeler. Reinig de waterafvoer en het afvoergat in de wijnkoeler met
behulp van wattenstaafjes of een flessenborstel.
Er kunnen levensmiddelen zodanig zijn neergelegd, dat er
water in de afvoer loopt.
Er ligt water op de vloer . Hang de afvoerslang aan de achterkant van de koelkast boven
de opvangbak. Zie het hoofdstuk “Alvorens de koelkast in
gebruik te nemen“.
De compressor is continu in bedrijf. Stel een hogere temperatuur in.
Controleer of de deur goed gesloten is en of de isolatiestrip
schoon en heel is.
De kast werkt niet. Er wordt niet gekoeld
of de kastlamp brandt niet. Ook de
indicators branden niet.
De kast is niet ingeschakeld.
Er is geen stroomtoevoer naar de kast. (Sluit als test een ander
elektrisch apparaat op het stopcontact aan.)
De zekering is doorgebrand.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
De kast produceert te veel geluid. Het koelsysteem produceert altijd wat bijgeluiden. Er is een
stromend geluid hoorbaar wanneer de koelvloeistof door het
koelsysteem wordt gepompt. Er is een klikgeluid van de
thermostaat hoorbaar wanneer de compressor wordt in-- of
uitgeschakeld. De geluidssterkte hangt af van de bedrijfsstatus
vandekast.
Als u denkt dat de geluidssterkte niet goed is:
Verbuig de leidingen aan de achterzijde van de kast
voorzichtig, zodat ze niet met elkaar in aanraking komen.
Als de afstandskussens (tussen de kastwand en de leidingen)
losraken, zet u ze weer vast.
Voer de aanwijzingen van hoofdstuk “De kast Installeren“
zorgvuldig uit.