Operation Manual
Aanwijzingen voor de installateur
12
3.5 Ventilatie in vertrekken met gasapparaten
Dit toestel is niet aan een uitlaatapparaat van verbrandingsproducten aangesloten, en moet dus in
overeenkomst met de geldende normen geïnstalleerd en aangesloten worden. De normen m.b.t. het
ventileren van de ruimten dienen bijzonder overwogen te worden.
Dit toestel mag alleen maar in goed geventileerde ruimten geïnstalleerd worden en in overeenkomst
met de geldende normen zodat met behulp van openingen aan de buitenwanden of door middel van
daarvoor bestemde leidingen, een natuurlijke of gedwongen ventilatie toegestaan wordt, die een
voortdurende en voldoende luchtstroom verzekert om de verbruikte lucht te ontlasten.
Indien er in alleen maar dit gasapparaat in het vertrek aanwezig is, dient een kap aangebracht te
worden, die de verbruikte lucht op een natuurlijke wijze en rechtstreeks ontlast d.m.v. een verticale
rechtlijnige leiding met een lengte van twee keer de diameter en een minimum doorsnede van
100 cm².
Voor de noodzakelijke frisse luchtstroom in het vertrek moet een overeenkomstige opening van
100 cm² voorzien worden, die rechtstreeks naar buiten voert en op de hoogte van de vloer
geplaatst is zodat hij niet langs de binnen- of de buitenkant zich kan verstoppen en de juiste
verbranding van de branders alsook de regelmatige ontlasting van de verbruikte lucht
gegarandeerd wordt, en met een hoogteverschil t.o.z. van de uitlaatopening van tenminste 180 cm.
Let erop dat de lucht noodzakelijk voor de verbranding nooit minder dan 2 m
3
/h voor elk kW
vermogen mag zijn (zie het totale kW vermogen dat zich op het technische plaatje van het toestel
bevindt).
In alle andere gevallen, wanneer zich andere gasapparaten in hetzelfde vertrek bevinden, of
wanneer geen rechtstreekse natuurlijke ventilatie mogelijk is, moet een natuurlijke indirecte of
gedwongen ventilatie aangebracht worden: voor deze ingreep dient men zich aan een
bevoegde technicus te wenden, die de installatie en de uitvoering van de ventilatie-
installatie uitvoert en alles met inachtneming van de geldende richtlijnen.
De plaatsing van de openingen mogen geen luchtstromen veroorzaken die niet door de bewoners
verdragen worden; bovendien is het verboden gebruikte rookafvoerbuizen van andere toestellen te
gebruiken voor de ontlading van de verbrandingsproducten.
Elektroventilator