Operation Manual
10
Stabilisator controleren
Nu de caravan aan de auto gekoppeld is en de stabilisator
ingeschakeld is kunnen de frictie blokjes gecontroleerd
worden. De slijtage indicator (zie fig. 3-2) bevindt zich in de
“hoogste” positie. Op de stikker zijn een + en een –
aangegeven, waarbij de + staat voor een goede conditie en de
– voor een slechte conditie (vervangen).
Uitschakelen van de stabilisator
Trek de hendel voorzichtig omhoog om de veergeladen
stabilisator functie te schakelen.
Loskoppelen
Zorg ervoor dat de oplooprem niet ingedrukt staat, rijd eventueel de auto een klein
stukje naar voren zodat de oplooprem volledig uitgetrokken wordt. Voordat u gaat
loskoppelen dient u eerst de elektrische aansluiting en de remkabel te ontkoppelen.
Controleer ook of het veilig is om los te koppelen en houd rekening met misschien
aanwezige hellingen. Wanneer de stabilisator is uitgeschakeld kunt u de koppeling
ontkoppelen door gelijktijdig de hendel omhoog en naar voren te trekken. Hierdoor
worden de beveiligingsnokken teruggetrokken zodat de hendel helemaal in de open
positie kan. Voordat u nu met het neuswiel de koppeling van de trekhaakbal afhaalt moet
u eerst controleren of zowel het trekvoertuig als de caravan op de handrem staan!
Wanneer de caravan voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden, wordt er
aangeraden om de koppeling in de gesloten positie te zetten met behulp van een
veiligheidsbal.
LET OP: De WS3000 koppeling kan beveiligd worden met een stabilisatorslot in
zowel een gekoppelde als een ontkoppelde positie. Het wordt desondanks
afgeraden om het slot op de koppeling te laten zitten tijdens een rit.
3.6 Gebruik maken van de remkabel
Het is verplicht om de remkabel (breekkabel) tijdens vervoer te gebruiken. De remkabel
zorgt er voor dat wanneer in het onwaarschijnlijke geval dat de caravan los komt van het
trekvoertuig, de remmen van de caravan automatisch in werking treden. De kabel is
ontworpen om te breken zodat de caravan alleen zichzelf tot stilstand zal brengen. De
kabel is over het algemeen gemaakt van een dunne stalen kabel met een plastic
omhulsel en uitgerust met bevestigings hulpmiddelen.
Correct gebruik van de kabel
1. Controleer of er geen tekenen van schade op de kabel te vinden zijn.
2. Controleer of de kabel met zo min mogelijk bochten of omleidingen is bevestigd,
en door de kabelgoot loopt onder de koppeling door.
3. Controleer of u, op uw trekvoertuig, een voor de remkabel bedoeld aansluitpunt
heeft (over het algemeen een onderdeel van de trekhaak).