Operation Manual

33
Opstellen van het montageraam
Opstellen van het montageraam
Het montageraam uitklappen en in de
juiste hoek instellen, hierbij moet men
de glijdende moer op de juiste positie
schuiven. Optimale hoek voor gebruik
over het hele jaar: 45° = loodrechte
stand bij railuiteinde
Montageraam vastschroeven op de
betongewichten of de dragers.
Daarbij is het langste been schuin
boven in het collectorvlak.
Bedenk tijdens het kiezen van het
bevestigingsmateriaal, dat door de
windkracht een hoge trekbelasting
optreedt. Het montageraam moet aan
alle druk– en trekpunten voldoende
stevig bevestigd worden.
De montageramen moeten exact in
een lijn staan. Bij montage op losse
betongewichten kan de nauwkeurige
positionering tijdens de montage van
de rails worden uitgevoerd.
Rails verbinden
Bevestig de railverbinders telkens
aan een railuiteinde, hierbij moet
deze tot de helft in de rail worden
geschoven en door de zelftappende
schroef aan de bovenkant worden
gestopt.
Daarna schuift men de tweede rail op
de verbinder en maakt deze met de
schroef vast.
Positioneer de rails nauwkeurig en
schroef ze vast (zie hoofdstuk over
montage boven op het dak)
* Opgelijnd met raileinde ** Aanslag
Maten in cm
Rails met dwarsverbindingen aan
het montageraam bevestigen.
De rails worden met behulp van de
dwarsverbinders op het montageraam
gemonteerd en exact loodrecht
gepositioneerd.
Hoge kant
Hoek L M H L M H
45° 2* 34 162 2* 28 100,5
40° 41 34 149 28 28 92
35° 56 34 133 2* 8 83
30° 66** 34 117 9** 8 73
Dwars
50° 2* 47,5 172 9** 32 105
55° 2* 66 184 2* 44 112,5
60° 2* 85,5 195 2* 54 119