Operation Manual
31
Aanbrengen van het montagerek
Speciaal dak
2
1
P
o
s
.
1
P
o
s
.
2
P
o
s
.
3
Dakhaak beverstaart
• Met een houtboor 6 mm-gaten in de
dakspar voorboren.
• Elke dakhaak met 2
daksparschroeven stevig aan het
onderdak bevestigen.
• Beverstaartpan (1) met schijfslijper
aan dakhaak aanpassen (2).
• De rail vanaf de voorkant op het
oplegvlak van een dakhaak leggen
en hieraan vastschroeven.
• Schroeven pas na het opnieuw
positioneren van het montageframe
vastdraaien.
Flexibele dakhaak
Bevestigen van de grondplaat met
twee daksparschroeven direct op de
daksparren, met inachtneming van de
volgende punten:
• Positie (pos. 1, pos. 2, pos. 3) van de
bij de dakpan passende beugel
kiezen.
• Met een houtboor 6 mm-gaten in de
dakspar voorboren.
• Passende hoogte voor de dakpannen
instellen.
• Alle dakhaken parallel en op dezelfde
afstand tot de daklat resp. tot de
dakpan monteren.
• Storende overlappingen/neuzen op
de dakpan met een schijfslijper
verwijderen.
• De rail vanaf de voorkant op het
oplegvlak van een dakhaak leggen
en aan de dakhaak vastschroeven.
• Schroeven pas na het opnieuw
positioneren van het montageframe
vastdraaien.