Installation Instructions
44
Temperatuurvergelijkingsfunctie (E 3 - 8)
VDE1
Inschakeltemperatuurverschil voor de
eerste temperatuurvergelijkingsfunctie.
No 4
VDE1 instelbaar van 1 .. 20 K;
Voorinstelling: 2 K.
VDE1 niet lager instelbaar dan VDA1 +
1 K.
VDA1
Uitschakeltemperatuurverschil voor de
eerste temperatuurvergelijkingsfunctie.
No 5
VDA1 instelbaar van 1 .. 20 K;
Voorinstelling: 1 K.
VDA1 niet hoger instelbaar dan
VDE1 – 1 k.
Relaisuitgang AAN:
(TVA1 >= TVB1 + VDE1) en CH6
Relaisuitgang UIT:
(TVA1 =< TVB1 + VDA1) of CH6
VSA2
Keuze van de sensoringang A voor de
tweede temperatuurvergelijkingsfunctie.
No 6
VSA2 (numerieke waarde)
instelbaar van 0 .. 10;
Voorinstelling: VSA2 = 0.
0 = De tweede
temperatuurvergelijkingsfunctie is niet
geactiveerd.
De instelling van de waarden VSB2,
VR2, VDE2, VDA2 en de schakeltijd-
invoerwaarde voor het Schakelklok-
kanaal CH7 worden onderdrukt.
1 .. 10 = sensor S1, S2 .. S10 als
meetingang gekozen.
De tweede
temperatuurvergelijkingsfunctie is
toegewezen aan Schakelklok-kanaal
CH7. Zijn er geen schakeltijden
geprogrammeerd, dan geldt klokcontact
CH7 als gesloten.
De toewijzing aan klokcontact CH7
geldt alleen als de
collectorbewakingsfunctie (E3-3.6 CW)
niet geactiveerd is. Is het klokcontact
niet beschikbaar, dan geldt klokcontact
CH7 als gesloten
Het nummer van een nog vrij
beschikbare sensor wordt door
knipperende onderstreping gemarkeerd,
hier bijv. sensor S2:
Is de uitgekozen sensor reeds met een
andere functie verbonden, dan krijgt het
betreffende aangegeven nummer
haken, bijv. sensor S1: