Installation Instructions

41
Thermostaatfuncties (E 3 – 7)
STH1
Keuze van de sensoringang (TH1) voor
de eerste thermostaatfunctie.
No 1
STH1 (numerieke waarde)
instelbaar van 0 .. 10;
Voorinstelling STH1 = 0.
0 = de eerste thermostaatfunctie is niet
geactiveerd.
De instelling van de waarden RTH1,
ETH1, ATH1 en de schakeltijd-
invoerwaarde voor het Schakelklok-
kanaal CH4 worden onderdrukt.
1 .. 10 = sensor S1, S2 .. S10 als
meetingang gekozen.
Het nummer van een nog vrij
beschikbare sensor wordt door
knipperende onderstreping gemarkeerd,
hier bijv. sensor S2:
Is de uitgekozen sensor reeds met een
andere functie verbonden, dan krijgt het
betreffende aangegeven nummer
haken, bijv. sensor S1:
RTH1
Keuze van de sensoringang (TH1) voor
de eerste thermostaatfunctie.
No 2
RTH1 (numerieke waarde)
instelbaar van 1 .. 6;
Voorinstelling: RTH1 = 0
(bijv. als RTH1 = 6 werkt de eerste
thermostaatfunctie op de relaisuitgang K6)
ETH1
Inschakeltemperatuur voor de eerste
thermostaatfunctie.
No 3
ETH1 instelbaar van 10 .. 127°C;
Voorinstelling: 40°C.
ATH1
Uitschakeltemperatuur voor de eerste
thermostaatfunctie.
No 4
ATH1 instelbaar van 10 .. 127°C;
Voorinstelling: 45°C.
Relaisuitgang AAN:
(TH1 >= ETH1) en CH4
Relaisuitgang UIT:
(TH1 <= ATH1) of CH4
De eerste thermostaatfunctie is
toegewezen aan Schakelklok-kanaal
CH4. Is geen schakeltijd
geprogrammeerd, dan geldt contact
CH4 als gesloten (dwz. dat de functie
24 uur per dag beschikbaar is).