Installation Instructions
37
Bypass- en warmtewisselaarfunctie (E 3 - 5)
De omschakeling van de
temperatuurvergelijking met de
sensoren TSR1 .. 3 gebeurt parallel
met de aansturing van de drieweg- of
strengventiel (keuze van de opslag).
De start van de warmtewisselaarpomp
wordt gestuurd door het
temperatuurverschil tussen TW en TSRn.
Als TW > TSRn + TDE4 dan schakelt
de warmtewisselaarpomp in en wordt
toerental-geregeld. Als TW < TSRn +
TDA4 dan schakelt de
warmtewisselaarpomp weer af.
Men kan of de warmtewisselaar- of
de bypass-functie gebruiken. De
warmtewisselaar- en de bypass-
functie zijn echter niet beschikbaar
voor configuraties 2, 5 en voor
parallelverwarming. In ieder geval
moet het relais 3 en de sensor 10 ter
beschikking staan.
De opwarmpomp(en) wordt (worden)
bij beide functies boven het
temperatuurverschil tussen TC1 (of
TC2) en TSRn gestuurd of geregeld,
dwz. de opwarmpompen luisteren naar
de gedefinieerde regels voor de
opslagopwarming.
De start van het bypass-ventiel wordt
ook gestuurd door het
temperatuurverschil tussen TW en
TSRn. Als TW > TSRn + TDE4 dan
wordt het ventiel bekrachtigd. Als TW <
TSRn + TDA4 dan wordt het ventiel niet
bekrachtigd. Een regeling zoals bij de
opwarmpomp is natuurlijk niet nodig.
Ook bij de laatstgenoemde vergelijking
krijgt men de omschakeling van de
sensoren TSR1 .. 3 parallel met de
aansturing van de drieweg- of
strengventiel met de keuze van de
opslag.