Installation Instructions
35
Prestatiebepaling (E 3 - 4)
UBT
Onderste bedrijfstemperatuur van de
installatie in °C,
No 3
Heeft te maken met het glycolgehalte
van de vloeistof en is dus een kengetal
voor de warmtecapaciteit van de
vloeistof.
UBT instelbaar van -50 .. 0°C;
Voorinstelling: UBT = -28°C.
VSA
Volumestroomsensor-keuze.
No 4
VSA (numerieke waarde)
Instelbaar van 0 .. 2;
Voorinstelling: VSA = 0.
0 = geen volumestroomsensor
bij de prestatiebepaling geldt de
waarde FDS.
1 = Schoepen-volumestroomsensor
met 1 puls/l.
2 = Turbine-volumestroomsensor met
855 pulsen/l.
FDS
Ingestelde doorstroom (Taco-Setter-
Instelling)
No 5
Als vervangwaarde bij niet aangesloten
doorstroomtransducer.
FDS instelbaar 20 .. 1500 l/h;
Voorinstelling: 240 l/h (stapgrootte 1
l/h).
De waarde FDS wordt pas
aangegeven, als VSA = 0 is ingesteld.
Bij de prestatiebepaling zonder
volumestroomsensor moet de
minimale onderste instelwaarde
voor de opwarmpomp (bijv. USW1)
op 100% worden ingesteld.