Installation Instructions
28
Vakkundigenniveau E 3 - 1
SSP1
YES/NO – Beslissing voor het bepalen
van het gebruik van de temperatuursensor
No 15
TSP3 voor de meting van de bovenste
opslagtemperatuur.
Als SSP3 = YES, dan heeft men een
meting van de bovenste
opslagtemperatuur met TSP3.
Als SSP3 = NO, dan heeft men een meting
van de toegewezen temperatuur met S7.
TC2
YES/NO – Beslissing of twee
collectoren in serie worden ingezet.
No 16
Bij installaties met één collector
(Schema 1…7) kan een tweede
collectorsensor ingezet worden.
De regeling heeft altijd betrekking op de
hoogste van de meetwaarden.
SSE
Sensoringang voor de meting van de
zonne-instraling.
No 17
SSE (numerieke waarde)
Instelbaar van 0 .. 10;
Voorinstelling: SSE = 0.
0 = Geen zonnesensor aangesloten.
De instelling van de
zonnestralingsgrenswaarde SSG wordt
onderdrukt.
1 .. 10 = Sensor S1, S2 .. S10 als
meetingang gekozen.
SSG
Zonnestralingsgrenswaarde:
No 18
Onder de zonnestralingsgrenswaarde
zal de zonne-installatie niet in bedrijf
treden.
SSG instelbaar van 20 .. 1020 W/m
2
;
Voorinstelling 48 W/m² (resolutie 4
W/m²).
Hysterese: 20 W/m
2
.