Operation Manual
Menu: zonne-energie
70
Medium verdampingstemperatuur
Bij verdampingsgevaar van het
warmtedragermedium vanwege een
hoge collectortemperatuur, wordt de
collectorpomp uitgeschakeld, om het
"warmlopen" ervan te vermijden.
Dit is een pompbeschermingsfunctie.
Regelnr. Bedieningsregel
3860 Verdamping warmtedrager
Fabrieksinstelling
110°C
Toerentalgestuurde pomp
Is de betreffende collectorpomp aan de
elektronische multifunctionele uitgang
QX3 aangesloten, kan het toegestane
toerentalgebied van de pomp worden
beperkt.
Pomptoerental minimum
Begrenzing van het minimum
pomptoerental
Regelnr. Bedieningsregel
3871 Pomptoerental minimum
Fabrieksinstelling
100 %
3870 Pomptoerental minimum 40 %
Pomptoerental maximum
Begrenzing van het maximum
pomptoerental.
Opbrengstmeting
Dag- en totaalopbrengst van de zonne-
energie (bedieningsregel 8526, 8527)
worden gebaseerd op deze
grondbeginselen berekend.
Vorstbeschermingsmiddel
Omdat de mengverhouding van het
collectormedium de warmteoverdracht
beïnvloedt, moeten voor de opbrengst-
meting het gebruik van her betreffende
vorstbeschermingsmiddel en de
concentratie ervan worden ingevoerd.
Pompdoorstroming
Moet overeenkomstig de ingebouwde
pomp in l/h bepaald worden en dient
voor de berekening van het ingebrachte
volume
Impulseenheid opbrengst
Definieert de doorstroming per impuls
voor de gekozen Hx-ingang. Daarvoor
moet de gewenste Hx-ingang op
impulstelling worden geconfigureerd.
Regelnr. Bedieningsregel
3884
Pompdoorstroming
Fabrieksinstelling
200l/h
3880 Vorstbeschermingsmiddel
Geen
Ethyleenglycol
Propyleenglycol
Ethyleen- en propyleenglycol
1: geen
3881
Vorstmiddel concentratie 30%
3887 Impulseenheidopbrengst 10 l