Operation Manual
Menu: Cascade
65
Vrijgave integrale opwekkervolgorde
Wanneer met de momenteel in bedrijf
zijnde warmteopwekkers de vereiste
energiebehoefte met de hier ingestelde
vrijgave integraal niet wordt gehaald,
wordt er nog een ketel bijgeschakeld.
Verhogen van de waarde: extra
warmte- opwekkers worden minder
snel bijgeschakeld.
Verlagen van de waarde: extra
warmteopwekkers worden sneller
bijgeschakeld.
Reset integrale opwekkervolgorde
Wanneer met de momenteel extra
warmteopwekkers de vereiste
energiebehoefte met de hier ingestelde
retourintegraal wordt overschreden,
schakelt de warmteopwekker met de
hoogte prioriteit af.
Verhogen van de waarde
Warmteopwekkers (bij warmte-
overschotten) blijven langer
bijgeschakeld.
Verlagen van de waarde
Warmteopwekkers worden sneller
uitgeschakeld.
Herstartvergrendeling
De herstartvergrendeling verhindert
het opnieuw bijschakelen van een
uitgeschakelde warmteopwekker.
Pas na afloop van de ingestelde
tijdsduur wordt weer vrijgegeven.
Bijschakelvertraging
Door de juiste instelling van de
bijschakelvertraging wordt ervoor
gezorgd, dat de installatie in een
stabiele bedrijfstoestand is. Daardoor
kan een te vaak aan- en uitschakelen
van de ketels (schakelen) worden
vermeden. Door de juiste instelling
van de bijschakelvertraging wordt
gegarandeerd dat de installatie in een
stabiele bedrijfstoestand is. Daardoor
kan een te vaak bij- en uitschakelen
van de ketel (schakelen) worden
vermeden.
Bij TWW opvraag is de vertragingstijd
vast 1 min.
Verplichte tijd belastingfase
Elke ketel wordt bij bijschakeling voor
de hier ingestelde tijd op de basistrap
gebruikt. Pas na afloop van deze tijd
wordt de volgende trap vrijgegeven.
In het algemeen geldt:
De cascadefunctie en het cascade-
menu zijn pas actief, wanneer het LPB
apparaatadres 1 (bedieningsregel
6600) is ingesteld en er zich nog een
LMS-verwarmingsregelaar aan de
LPB-bus bevindt.
Cascadeleidingstrategie
Rekening houdend met de aangegeven
belastingsband worden de opwekkers
conform de ingestelde leidingstrategie
aan- en uitgeschakeld. Om de werking
van de belastingsband uit te schakelen,
moeten de grenswaarden op 0 % en
100 % en de leidingstrategie op laat
aan, laat uit worden ingesteld.
Laat aan, vroeg uit
Extra ketels worden zo laat mogelijk
ingeschakeld (belastingband max.) en
zo vroeg mogelijk weer uitgeschakeld.
(belastingband max).
D.w.z. zo mogelijk weinig ketels in
bedrijf, resp. korte looptijden voor
extra ketels.
Laat aan, laat uit
Extra ketels worden zo laat mogelijk
ingeschakeld (belastingband max.) en
zo laat mogelijk weer uitgeschakeld.
(belastingband max). D.w.z. zo mogelijk
weinig in- en uitschakelingen voor de
ketels.
Vroeg aan, laat uit
Extra ketels worden zo vroeg mogelijk
ingeschakeld (belastingsband min.) en
zo laat mogelijk weer uitgeschakeld
(belastingband min.). D.w.z. zo veel
mogelijk ketels in bedrijf, resp. zo
mogelijk lange looptijden van extra
ketels.
Regelnr. Bedieningsregel Fabrieksinstelling
3510 Cascadeleidingstrategie
Laat aan, vroeg uit
Laat aan, vroeg uit
Vroeg aan, laat uit
Laat aan, vroeg uit
3511 Minimum belastingsband 40%
3512 Maximum belastingsband 90%
Regelnr. Bedieningsregel Fabrieksinstelling
3530 Vrijgave integrale opwekkervolgorde 100 °C * min
3531 Reset integrale opwekkervolgorde 20 °C * min
3533 Bijschakelvertraging 0 min
3532 Herstartvergrendeling 300s
3534 Verplichte tijd belastingfase 60s