Operation Manual

Menu: ketel
60
Regelnr. Bedieningsregel Fabrieksinstelling
2210
Gewenste waarde minimum
10°C
2212
Gewenste waarde maximum
90°C
2214
Gewenste waarde handfunctie
80°C
De keteltemperatuurmaximaalbe-
grenzing is bij normaal bedrijf de
bovenste grenswaarde voor de
geregelde gewenste ketelwaarde en
gewenste waarde voor de elektronische
temperatuurbewaking (TR).
Regelnr. Bedieningsregel Fabrieksinstelling
2233
P-band Xp verwarmingsgroepen
20°C
2234
Integratietijd Tn verwarmen
150s
2235
Differentiatietijd Tv verwarmen
4,5s
2236
P-band Xp tapwater
34°C
2237
Integratietijd Tn tapwater
4s
2238
Differentiatietijd Tv tapwater
8s
PID temperatuurregeling
P-band Xp
De P-band Xp definieert de versterking
van de regelaar. Een kleine Xp-waarde
leidt tot een hogere aansturing van de
branderventilator bij gelijke regel-
differentiatie.
ΔT = (T gewenst min T begin).
Integratietijd Tn
De integratietijd Tn bepaalt de snelheid
van de regelaar bij het aanpassen van
blijvende regelverschillen.
Een kortere integratietijd Tn zorgt voor
een snellere aanpassing.
Differentiatietijd Tv
De differentiatietijd Tv bepaalt hoe lang
een spontane wijziging van het
regelverschil nawerkt. Een korte tijd
beïnvloedt de actieve grootheid maar
kort.
Regelnr. Bedieningsregel Fabrieksinstelling
2241
Branderlooptijd minimum
0 min
2243
Minimale uittijd brander
0 min
2245
SD uittijd brander
15°C
Ketel-/branderregeling
Branderlooptijd minimum
Een parametreerbare periode na
ingebruikneming van de brander,
waarin het uitschakelverschil
met 50% wordt verhoogd.
Deze optie wordt alleen maar gebruikt,
wanneer geen dynamisch schakel-
verschillen zijn geparametreerd.
Minimale pauzetijd van de brander
Na het uitschakelen van de brander
wordt voor deze tijd het opnieuw
inschakelen verhinderd. Bij kortere
tijden pulst het apparaat vaker, bij
langere tijden minder vaak.
SD Branderpauze
Wordt het schakelverschil brander-
pauze overschreden, wordt de
minimale pauzetijd afgebroken.
Gewenste waarde handfunctie
Gewenste keteltemperatuur die
gedurende de actieve handfunctie
wordt geregeld.
Gewenste waarde ketel
De geregelde gewenste waarde van de
keteltemperatuur kan met de gewenste
minimumwaarde en maximum worden
begrensd. Deze begrenzingen vormen
een beschermende functie voor de ketel.
Keteltemperatuur-minimumbegrenzing
is bij normale functie al naar gelang de
ketelfunctie de onderste grens voor de
geregelde gewenste waarde van de
ketel. De maximale is bij normale functie
de bovenste grenswaarde voor de
geregelde gewenste ketelwaarde.