Operation Manual

Menu: verwarmingsgroepen
46
Ruimtetemperatuurbegrenzing
Bij verwarmingsgroepen met pompen
moet een schakelverschil voor de
temperatuurregeling worden ingesteld.
Voor deze functie moet een
ruimtetemperatuuropnemer worden
gebruikt.
De ruimtetemperatuurbegrenzing
functioneert niet bij een zuivere
weerssturing.
Regelnr. Bedieningsregel Fabrieks-
instelling
HK1 HK2
760 1060 Ruimtetemperatuurbegrenzing 1.0°C
TRx Beginwaarde
ruimtetemperatuur
TRw Ge wenste waarde
ruimtetemperatuur
SDR Ruimteschakelverschil
P Pomp
T Tijd
Snelle verwarming
De snelle verwarming zorgt ervoor,
dat bij een wijziging van de gewenste
reductiewaarde naar gewenste
comfortwaarde de nieuwe gewenste
waarde vroeger wordt bereikt en
daardoor de verwarmingsduur wordt
verkort. Gedurende de snelle
verwarming wordt de gewenste
ruimtetemperatuurwaarde met de
hier ingestelde waarde verhoogd.
Verhogen van de instelling heeft een
snellere verwarmingstijd tot gevolg,
verlagen tot langere.
De snelle verwarming is met of
zonder ruimte-opnemer mogelijk.
Regelnr. Bedieningsregel Fabrieks-
instelling
HK1 HK2
770
1070 Snelle verwarming 2°C
TRw Ge wenste waarde ruimtetemperatuur
TRx Beginwaarde ruimtetemperatuur
DTRSA Gewenste waarde ruimtetemperatuurverhoging
Snelle daling
Gedurende de snelle daling wordt de
verwarmingsgroeppomp uitgeschakeld
en bij mengergroepen ook de mengklep
gesloten.
Functie met ruimteopnemer:
Met de ruimteopnemer schakelt de
functie de verwarming uit, tot de
ruimtetemperatuur naar de
gewenste reductiewaarde resp.
vorstniveau is afgekoeld. Is de
ruimtetemperatuur tot op het
reductieniveau resp. vorstniveau
gezonken, wordt de verwarmings-
groeppomp ingeschakeld en de
mengklep vrijgegeven.
Functie zonder ruimteopnemer:
De snelle daling schakelt de
verwarming afhankelijk van de
buitentemperatuur en de
gebouwtijdconstante voor een
bepaalde tijd uit.
De snelle verlaging is met of
zonder ruimteopnemer mogelijk.
Regelnr. Bedieningsregel Fabrieks-
instelling
HK1 HK2
780 1080 Snelle verlaging
Uit
Tot gewenste reductiewaarde
Tot gewenste vorstbeschermingswaarde
Tot gewenste
reductiewaarde
Voorbeeld
Duur van de snelle verlaging bij gewenste comfortwaarde – gewenste
reductiewaarde = 2°C (bijv. gewenste comfortwaarde = 20°C en gewenste
reductiewaarde =18°C)
Buitentemperatuur
gemengd
Gebouwtijdconstante (regel nr. 6110)
0 2 5 10 15 20 50
15 °C 0 3.1 7.7 15.3 23 30.6 76.6
10 °C 0 1.3 3.3 6.7 10 13.4 33.5
5 °C 0 0.9 2.1 4.3 6.4 8.6 21.5
ab 0 °C Vorstbescherming
Duur van de snelle verlaging in uren
Is het temperatuurverschil tussen gewenste comfortwaarde - gewenste
reductiewaarde bijv. 4°C dan worden de in de tabel aangegeven
standaardwaarden twee keer zo hoog.