Operation Manual
KM01A
10
2.2.1 Storingsmeldingen
nr
Naam
beschrijving
reactie
oplossing
1
max. thermostaat
(STB)
De temp. van de ketel is boven
de bij parameter STB ingestelde
waarde gekomen. (b.v. 100 °C)
brander wordt
uitgeschakeld
wachten/ont-
grendelen
2
gasdruk te laag
Voor branderstart was niet
voldoende gasdruk aanwezig.
brander wordt
uitgeschakeld
gastoevoer
openen
3
gasdruk varieert
Na branderstart was niet
voldoende gasdruk aanwezig.
brander wordt
uitgeschakeld
gastoevoer
openen
4
geen ionisatie
Na branderstart is gedurende de
veiligheidstijd een ionisatiestroom
gemeten < 1µA
brander wordt
uitgeschakeld
ontgrende-
len
5*
ionisatie valt weg
(uit bedrijf)
Tijdens branderbedrijf is na de
veiligheidstijd een ionisatiestroom
gemeten < 1µA
brander wordt
uitgeschakeld
wachten
6
temperatuur bewaking
(STW)
De temp. van rookgas is boven
de bij parameter STW ingestelde
waarde gekomen. (b.v. 97 °C)
brander wordt
uitgeschakeld
wachten
7
max. thermostaat
(ASTB)
De temp. van de ketel is boven
de bij parameter STBA ingestelde
waarde gekomen. (b.v. 80°C)
brander wordt
uitgeschakeld
testen/ont-
grendelen
11
foutieve ionisatie
Voor branderstart is een ionisatie-
stroom gemeten > 1µA
brander wordt
uitgeschakeld
testen/ont-
grendelen
12
defecte ketelvoeler
De voeler voor de ketelwater
temperatuur is defect.
brander wordt
uitgeschakeld
testen/ont-
grendelen
13
defecte rookgasvoeler
De voeler voor het rookgas
temperatuur is defect.
brander wordt
uitgeschakeld
testen/ont-
grendelen
14
defecte tapwatervoeler
De voeler voor de tapwater
temperatuur is defect.
brander wordt
uitgeschakeld
testen/ont-
grendelen
15
defecte buitentempe-
ratuur voeler
De voeler voor de buiten
temperatuur is defect.
brander wordt
uitgeschakeld
testen/ont-
grendelen
18
defecte verdelervoeler
De voeler voor de verdeler
watertemperatuur is defect.
brander wordt
uitgeschakeld
testen
20
fout in gasklep V1
Na het dichtsturen van gasklep
V1 werd gedurende 5 s een
ionisatiestroom gemeten > 1µA.
brander wordt
uitgeschakeld
testen/ont-
grendelen
21
fout in gasklep V2
Na het dichtsturen van gasklep
V2 werd gedurende 5 s een
ionisatiestroom gemeten > 1µA.
brander wordt
uitgeschakeld
testen/ont-
grendelen
22
Luchtgebrek
De luchtdrukschakelaar word niet
ingeschakeld.
brander wordt
uitgeschakeld
testen/ont-
grendelen
23
defecte luchtdruk
bewaking
De luchtdrukschakelaar word niet
uitgeschakeld.
brander wordt
uitgeschakeld
testen/ont-
grendelen
24
fout in ventilator
De ventilator bereikt niet het
gevraagde toerental voor te
kunnen voorspoelen.
brander wordt
uitgeschakeld
testen/ont-
grendelen
25
fout in ventilator
De ventilator bereikt niet het
gevraagde toerental voor te
kunnen ontsteken.
brander wordt
uitgeschakeld
testen/ont-
grendelen
26
fout in ventilator
De ventilator komt niet tot
stilstand.
brander wordt
uitgeschakeld
testen/ont-
grendelen
27
defecte luchtdruk
bewaking
Tijdens branderbedrijf word lucht-
drukschakelaar uitgeschakeld.
brander wordt
uitgeschakeld
testen/ont-
grendelen
30
CRC-fout van ketel
De ingestelde waardes voor de
ketelparameters in EEPROM zijn
ongeldig veranderd.
brander wordt
uitgeschakeld
testen/ont-
grendelen
31
CRC-fout van brander
De ingestelde waardes voor de
branderparameters in EEPROM
zijn ongeldig veranderd.
brander wordt
uitgeschakeld
testen/ont-
grendelen
32
voeding spanning fout
De voedingsspanning is te laag of
de smeltveiligheid is defect.
brander wordt
uitgeschakeld
testen
40
defecte
stromingsbewaking
De stromingsschakelaar schakelt
foutief in dan wel uit.
brander wordt
uitgeschakeld
testen
x.y
fout in elektronica
De zelftest van de elektronica
heeft een fout geconstateerd.
brander wordt
uitgeschakeld
ontgrende-
len
* zonder herstart: deze foutmelding kan optreden na vrijgave van de temperatuur regelaar.
* met herstart: deze foutmelding kan alleen optreden gedurende de ontstekingstijd en
stabiliseringstijd.
2.2.2 Storingsrecorder