Specifications

Installatie
74
Plaats van de oven en ventilatie
PLAATS VAN DE OVEN
De goed geplande en juiste plaatsing van u w oven
heeft langdurig bedieningsgemak voor de
gebruiker en bevredigende prestaties tot gevolg.
De volgende spelingen moeten worden
gehandhaafd tussen de oven en alle ontvlambare
en niet---ontvlambare constructies.
D
Linkerkant ovenbehuizing/regel kast --- 15.2 cm
(6”)
D
Achterkant ovenbehuizing --- 0 cm (0”)
De volgende spelingen moeten worden
gehandhaafd voor het verlenen van service.
D
Linkerkant ovenbehuizing --- 97 cm (38”)
D
Achterkant ovenbehuizing --- 71 cm (28”)
N.B.: Op de gasmodellen kan routine-onderhoud
gewoonlijk worden uitgevoerd binnen de
beperkte ruimtedie door de afstandsbeugel
van de gasslang wordt geboden. Als de
oven verder van de muur moet worden
verwijderd, moet het gas eerst worden
afgedraaid en van de oven worden
uitgeschakeld voordat de afstandsbeugel
wordt verwijderd. Sluit de afstandsbeugel
opnieuw nadat de oven weer op de normale
plaats staat.
Het is uiterst belangrijk dat er toereikende
luchttoevoer naar de oven blijft gehandhaafd,
teneinde voldoende verbranding en ventilatielucht
te verschaffen.
D
Zet de oven in een tochtvrij gebied.
D
Houd het gebied rondom de oven vrij van alle
brandbare materialen zoals papier, karton en
ontvlambare vloeistoffen en oplossingen.
D
De oven niet op een stootstuk zetten of tegen
een muur afdichten. Hierdoor w ordt de stro-
ming van lucht belemmerd en behoorlijke venti-
latie naar de aanjaagmotoren voorkomen. Deze
toestand dient gecorrigeerd te worden om per-
manente schade aan de oven te voorkomen.
VENTILATIE
Een mechanisch aangedreven ventilatiesysteem
is vereist om overmatige hitte en keukendampen
te laten ontsnappen. Voor gasmodellen is een
ventilatiesysteem ook vereist om de bijproducten
van gasverbranding te verwijderen. De noodzaak
van een op de juiste manier ontworpen en
geïnstalleerd ventilatiesysteem k a n niet genoeg
worden benadrukt.
Wat volgt zijn algemene aanbevelingen en
richtlijnen voor goede ventilatie. Het is mogelijk
dat uw specifieke toepassing de services van een
ventilatiespecialist of –adviseur vereist.
De ventilatiekap moet goed werken met het
verwarmings-, ventilatie- en airconditi oni ngsysteem
(HV AC) van het gebouw. De hitte-uitl aat en
luchtto evo erfl o w van de kap moeten de juiste
afmetingen hebben. De luchttoev oer moet worden
verschaft door het systeem in de kap of door het
HV AC---systeem van het gebouw, teneinde
overmati ge negatieve druk in het ovengebied te
voorkomen. De luchttoevoer moet ongeveer 80%
van de luchtstroom vervangen die door de kap
wordt afgevoerd. Onderstaande tabel kan als
richtlijn worden gebruikt, maar de juiste
luchtstroomwaardenzijnafhankelijkvande
doel matighei d van de het ontwerp van de kap, de
hoeveel heid luchtstrom ing rondom de oven, en van
de luchtstro ming die momenteel in en uit het
keuken- of ovengebied bestaat (voo r bestaande
installaties).
ENKEL
DUBBEL DRIEVOUDIG
Uitlaatvolume – CFM (m#
##
#/min.)
400-500
(14-17)
800-1000
(23-28)
1200-1500
(34-43)
Toevoervereisten – CFM (m#
##
#/min.)
320-400
(12-14)
640-800
(18-23)
960-1200
(27-34)
In het gunstigste geval wordt de luchttoevoer
verschaft door het HVAC---systeem van het
gebouw, of als tweede keus, via de kap met een
in serie---tempereenheid. Lucht die rechtstreeks
van buiten het gebouw naar het keuken--- of
ovengebied wordt geleverd en die niet getemperd
is zou a ls luchttoevoer kunnen worden gebruikt,
maar het ontwerp moet dan worden aangepast
om rekening te houden met mogelijke nadelige
be d ri j fs --- en m ili eu --- i nv loe d en .










