Instructions

NL
- 88 -
6.5.4 Functie: „Volume meten“
„Symbool
“ ( g. 8)
Procedure:
1x toets A iets langer indrukken: apparaat
inschakelen
2x toets B indrukken: functie selecteren
eventueel toets F: referentiepunt aan het ap-
paraat kiezen
1x toets A: laser inschakelen
laser uitrichten
1x toets A: lengte van de ruimte meten
1x toets A: laser inschakelen
laser uitrichten
1x toets A: breedte van de ruimte meten
1x toets A: laser inschakelen
laser uitrichten
1x toets A: hoogte van de ruimte meten
Resultaat wordt onderaan weergegeven
in m³
6.5.5 Functie: „Twee naast elkaar staande
vlakken meten“
„Symbool
“ ( g. 9)
Procedure:
1x toets A iets langer indrukken: apparaat
inschakelen
3x toets B indrukken: functie selecteren
eventueel toets F: referentiepunt aan het ap-
paraat kiezen
1x toets A: laser inschakelen
laser uitrichten
1x toets A: breedte van het vlak meten
1x toets A: laser inschakelen
laser uitrichten
1x toets A: 1e lengte van het vlak meten
1x toets A: laser inschakelen
laser uitrichten
1x toets A: 2e lengte van het vlak meten
Resultaat wordt onderaan weergegeven
in m²
6.5.6 Functie: „Indirecte afstandsmeting“
„Symbool
“ ( g. 10)
2 referentiepunten (via stelling van Pythagoras)
Procedure:
4x toets B indrukken: functie selecteren
eventueel toets F: referentiepunt aan het ap-
paraat kiezen
Opgelet!
Gemeten wordt eerst de schuine zijde (1.) en
dan de aanliggende rechthoekszijde (2.), die
in de rechte hoek tot de gewenste afstand
(de andere kant) moet liggen.
Het ingestelde referentiepunt aan het ap-
paraat en de meetpositie moeten bij het zet-
ten van beide punten gelijk zijn!
1x toets A: laser inschakelen
laser uitrichten
1x toets A: eerste punt (rechthoekszijde) van
de te berekenen afstand zetten
1x toets A: laser inschakelen
laser uitrichten
1x toets A: tweede punt (de andere kant) van
de te berekenen afstand zetten
Resultaat wordt onderaan weergegeven
in m
6.5.7 Functie: „Indirecte afstandsmeting“
3 referentiepunten (via stelling van Pythagoras)
„Symbool
“ ( g. 11)
Procedure:
1x toets A iets langer indrukken: apparaat
inschakelen
5x toets B indrukken: functie vlaktemeting
eventueel toets F: referentiepunt aan het ap-
paraat kiezen
Opgelet!
Gemeten wordt eerst de schuine zijde (1.) en
dan de aanliggende rechthoekszijde (2.), die
in de rechte hoek tot de gewenste afstand
(de andere kant) moet liggen.
Het ingestelde referentiepunt aan het ap-
paraat en de meetpositie moeten bij het zet-
ten van beide punten gelijk zijn!
Anl_TC_LD_50_SPK9.indb 88Anl_TC_LD_50_SPK9.indb 88 22.04.2021 09:47:3722.04.2021 09:47:37