User Manual
NL
- 34 -
4. Technische gegevens
Aansluiting op het net .....................230V ~ 50 Hz
Opgenomen vermogen .......................... 600 watt
Wateropbrengst max. ..............................3600 l/u
Opvoerhoogte max. ..................................... 40 m
Opvoerdruk max. ..................... 0,4 MPa (4,0 bar)
Aanzuighoogte max.: ..................................... 8 m
Druk- en zuigaansluiting ......................................  
...............................ca. 33,3 mm (1” binnendraad)
Watertemperatuur max. ............................... 35°C
gemeten geluidsdrukniveau ............. 81,44 dB(A)
onzekerheid ............................................7.65 dB
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van 
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te 
sluiten.
Waarschuwing! 
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders 
afstelt.
5.1 Aansluiting van de zuigleiding
In principe raden wij het gebruik van een voorfi lter 
en van een zuiggarnituur met zuigslang, zuigkorf 
en terugslagklep aan om lange heraanzuigtijden 
en een onnodige beschadiging van de pomp door 
stenen en vaste vreemde voorwerpen te verhin-
deren.
• 
 Een zuigslang (kunststofslang minstens 3/4” 
met spiraalversterking) rechtstreeks of met 
een draadnippel aan de zuigaansluiting (1” 
IG) van de pomp schroeven (zie fig. 1)
• 
 Het is aangeraden om de gebruikte zuigslang 
van een zuigklep te voorzien. Indien de zu-
igklep niet kan worden gebruikt, is het raad-
zaam om in de zuigleiding een terugslagklep 
te installeren.
• 
 De zuigleiding van het wateraftappunt naar 
het apparaat stijgend leggen. Vermijd abso-
luut om de zuigleiding te leggen boven de 
hoogte van de pomp; luchtbellen in de zuiglei-
ding vertragen en verhinderen het aanzuigen.
• 
 Zuig- en drukleiding moeten zo worden 
aangebracht dat ze geen mechanische druk 
uitoefenen op het apparaat.
• 
 De zuigklep moet diep genoeg in het water 
liggen, zodat een droogloop van het apparaat 
wordt vermeden doordat de waterstand daalt.
• 
 Een ondichte zuigleiding verhindert door lucht 
aan te zuigen dat er water wordt aangezogen.
• 
 Vermijd zeker het aanzuigen van vreemde 
voorwerpen (zand etc.). Desnoods moet een 
voorfilter worden aangebracht.
5.2 Aansluiting van de drukleiding
• 
 De drukleiding (moet min. 3/4” zijn) moet 
direct of via een schroefdraadnippel worden 
aangesloten aan de drukleidingaansluiting (1” 
binnenschroefdraad) van het apparaat.
• 
 Mits gepaste koppelstukken kan uiteraard 
ook een drukslang van 1/2” worden gebruikt. 
Het pompvermogen wordt gereduceerd door 
de kleinere drukslang.
• 
 Tijdens het aanzuigen moeten de in de 
drukleiding voorhanden zijnde afsluiters 
(spuitmondstukken, kleppen etc.) helemaal 
opengedraaid zijn zodat de lucht vrij uit de 
zuigleiding kan ontsnappen.
5.3 Elektrische aansluiting
• 
 De elektrische aansluiting gebeurt aan een 
wandcontactdoos met aardingscontact 230 V 
~ 50 Hz, ampérage van de zekering minstens 
10 amp.
• 
 Het in- en uitschakelen gebeurt met behulp 
van de ingebouwde schakelaar. 
• 
 De motor wordt door de ingebouwde ther-
mische contactverbreker beschermd tegen 
overbelasting of blokkering. In geval van 
oververhitting wordt de pomp automatisch 
uitgeschakeld door deze contactverbreker en 
na het afkoelen wordt de pomp automatisch 
opnieuw in werking gesteld.
6. Bediening
• 
 Het apparaat opstellen op een stabiele, vlak-
ke en horizontale standplaats.
• 
 Pomphuis via de vulschroef (4) vullen met 
water. Door de zuigleiding te vullen wordt het 
aanzuigen versneld.
• 
 Drukleiding  openen.
• 
 Netleiding aansluiten. Het aanzuigen start 
automatisch. 
  - het aanzuigen kan bij max. aanzuighoogte 
wel 5 minuten duren. 
• 
 Indien de pomp na gebruik weer wordt verwi-
jderd moet bij de volgende aansluiting en in-
gebruikneming zeker water worden bijgevuld.
Anl_GC_GP_6036_SPK2.indb 34Anl_GC_GP_6036_SPK2.indb 34 21.08.2019 11:38:4721.08.2019 11:38:47










