User Manual
NL
- 25 -
Het apparaat kan niet als buff erstroomvoorziening 
tijdens bijvoorbeeld een accuvervanging worden 
gebruikt. De lader moet tegen regen en sneeuw 
worden beschermd. 
De machine mag slechts voor werkzaamheden 
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk 
ander verder gaand gebruik is niet reglementair. 
Voor daaruit voortvloeiende schade of verwon-
dingen van welke aard dan ook is de gebruiker/
bediener, niet de fabrikant, aansprakelijk.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen overe-
enkomstig hun bestemming niet geconstrueerd 
zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel 
gebruik. Wij geven geen garantie indien het ge-
reedschap in ambachtelijke of industriële bedrij-
ven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt 
gebruikt.
4. Technische gegevens
Netspanning: ..........................220-240 V ~ 50 Hz
Nominale krachtontneming max.: ...............  20 W
Nominale uitgangsspanning: .....  6 V DC 12 V DC
Nominale uitgangsstroom max.: .....................1 A
Beschermklasse: .............................................. II
Beschermklasse: ........................................  IP65
Omgevingstemperatuur: ............... - 20°C – 40°C
Accucapaciteit: ........................................3-32 Ah
5. Bediening
Controleer of de gegevens vermeld op het type-
plaatje overeenkomen met de gegevens van het 
stroomnet, alvorens het apparaat aan te sluiten.
Gevaar! Laad geen bevroren accu´s.
Gelieve de instructies in de handleidingen 
voor auto, radio, navigatiesysteem enz. in 
acht te nemen.
Aanwijzing bij de automatische lading
De lader is een microprocessorgestuurd auto-
matisch werkend apparaat, d.w.z. hij is bijzonder 
geschikt voor het laden van onderhoudsvrije 
accu´s en voor het langdurig laden en het behoud 
van lading van accu´s die niet permanent in ge-
bruik zijn, bijv. voor oldtimers, recreatievoertuigen, 
zitmaaiers en dergelijke. Omwille van de geïnteg-
reerde microprocessor gebeurt het laden in meer-
dere fases. De laatste laadfase, het behoud van 
lading, houdt de accucapaciteit bij 95 – 100 % en 
zo de accu altijd vol geladen. Op het laadproces 
hoeft niet te worden toegezien. Laat de accu bij 
lading gedurende een langere periode echter niet 
zonder toezicht, opdat u de lader bij een storing 
met der hand van het stroomnet kunt isoleren.
5.1 Verklaring van de symbolen (afb. 2)
A  Laden van een 6V accu (loodzuur accu, AGM 
accu en gel accu)
B  Laden van een 12V accu (loodzuur accu, 
AGM accu en gel accu)
C  Fout-LED – Klemmen verkeerd aangesloten 
(verwisselde polen), kortsluiting, voor 6V 
accu geselecteerde laadspanning verkeerd, 
accu defect.
5.2 Laadinstellingen (afb. 2)
Sluit de lader aan op de contactdoos (Technische 
gegevens in acht nemen). Alle 3 LEDs lichten 
kort op. Daarna knippert de 12V LED snel. Door 
de Mode toets (pos. 1) in te drukken kan de laad-
spanning worden ingesteld op de accuspanning 
(6V of 12V). Al naargelang selectie knippert de 
6V of 12V LED snel. Tijdens het laden knippert de 
bijhorende LED langzaam.
5.3 Laden van de accu
• 
 Maak het accudeksel (indien voorhanden) los 
of haal het van de accu af.
• 
 Controleer de zuurstand van uw accu. Indien 
nodig giet u er gedestilleerd water in (indien 
mogelijk). Opgelet! Accuzuur is bijtend. Zuur-
spetters meteen grondig afspoelen met veel 
water, indien nodig een arts raadplegen.
• 
 Sluit eerst de rode laadkabel aan op de 
pluspool van de accu.
• 
 Daarna wordt de zwarte laadkabel, op 
afstand van accu en benzineleiding, aan-
gesloten aan de carrosserie. Al naargelang 
ingestelde accuspanning knippert de 6V of 
12V LED langzaam.
• 
 Waarschuwing! Normaal gezien is de nega-
tieve accupool verbonden met de carrosserie 
en gaat u om te laden te werk zoals hierboven 
beschreven. In uitzonderingsgevallen kan 
het mogelijk zijn dat de positieve accupool is 
verbonden met de carrosserie (positieve aar-
ding). In dit geval sluit u de zwarte aardkabel 
aan op de minpool van de accu. Vervolgens 
verbindt u de rode laadkabel, op afstand van 
accu en benzineleiding, met de carrosserie. 
• 
 Opgelet! Door het laden kan gevaarlijk 
knalgas ontstaan; daarom tijdens het laden 
Anl_CE_BC_1_M_SPK2.indb 25Anl_CE_BC_1_M_SPK2.indb 25 14.03.2019 06:24:4714.03.2019 06:24:47










