User Manual
NL
- 29 -
• 
Fig. 2: De huidige accuspanning knippert op 
het LED-display (8). Druk op de knop „Battery 
select“ (6) en selecteer het accutype voor 
een 12V accu (loodzuur accu, AGM of gel). 
Aanwijzing: U kunt alleen 6V loodzuur accu´s 
laden.
• 
Fig. 2: Druk op de knop „Current select“ (2) 
en kies de gewenste laadstroom. Controleer 
de instellingen. Na enkele seconden branden 
de LED „Reconditioning/Charging“ (B) en het 
LED-display (8) continu. Het apparaat laadt 
de accu. Als de accu vol geladen is, dan ver-
schijnt op het LED-display „FULL“.
• 
Fig. 2: Als het apparaat de accu niet laadt, 
dan is de accuspanning onder een bepaalde 
spanning gedaald (6 V accu < 5,2 V / 12V 
accu < 10,5 V) en wordt automatisch het 
„Reconditioning“ proces gestart. De LED 
„Reconditioning/Charging“ (B) knippert ca. 15 
minuten lang; het apparaat controleert of de 
accu kan worden geladen. Als de accu defect 
is, dan verschijnt op het LED-display (8) „bAt“. 
Het apparaat beëindigt het laadproces. Als de 
accu in orde is, dan wordt automatisch naar 
de laadmodus geschakeld. Aanwijzing: Als 
de laadspanning van de accu minder dan 3 V 
bedraagt, dan functioneert het apparaat niet.
• 
Bij verwisselde aansluiting van de accuklem-
men garandeert de beveiliging tegen verkeer-
de poling dat accu en lader niet worden be-
schadigd. Als dit het geval is, dan verwijdert 
u de lader van de accu en van de netaansluit-
doos. Begin het laadproces na ca. 3 minuten 
wachttijd nog eens.
Berekening van de laadtijd (afbeelding 3)
De laadtijd wordt bepaald door de laadtoestand 
van de accu. Bij een lege accu kan de laadtijd bij 
benadering tot ca. 80% lading met de volgende 
formule worden berekend:
   batterijcapaciteit in Ah
laadtijd/h = 
   amp. (laadstroom)
De laadstroom moet 1/10 tot 1/6 van de batterij-
capaciteit bedragen.
Aanwijzing! Tijdens het laden komen gassen vrij.
Let daarom op een goede verluchting in de ru-
imtes.
5.3 Laden van de accu beëindigen
• 
Trek de netstekker uit het stopcontact.
• 
Neem eerst de zwarte laadkabel los van de 
carrosserie.
• 
Neem daarna de rode laadkabel los van de 
pluspool van de batterij.
• 
Opgelet! Bij positieve aarding maakt u eerst 
de rode laadkabel los van de carrosserie en 
dan de zwarte laadkabel van de accu.
• 
Batterijdoppen terug opschroeven of erop 
drukken (indien aanwezig).
5.4 12V-starthulpinrichting (fi g. 2)
• 
Laad, zoals hierboven beschreven, de accu 
15 minuten met hoge laadstroom.
• 
Druk op de drukschakelaar „Engine Start“ (3) 
en start het voertuig.
• 
De startpoging kan max. 5 seconden duren. 
Dan schakelt het apparaat uit en op het LED-
display (8) verschijnt een 180 seconden du-
rende countdown. Daarna volgt de volgende 
startpoging.
• 
Door nog eens te drukken op de knop „Engi-
ne Start“ (3) schakelt u de starthulpinrichting 
weer uit. Trek de netstekker uit en verwijder 
de zwarte en vervolgens de rode laadkabel
Waarschuwing!
• 
Start het voertuig niet langer dan 5 seconden.
• 
Wacht minstens 180 seconden voordat u het 
het starthulpproces herhaalt.
• 
Als ook het 2de starthulpproces zonder suc-
ces is, onderneem dan geen verdere startpo-
ging, maar laad de accu nog eens minstens 
30 minuten met hoge laadstroom.
6. Beveiliging tegen overbelasting
De lader is elektronisch beveiligd tegen overbe-
lasting, kortsluiting en verkeerde poling. Bovendi-
en zijn er een of meerdere veiligheden voor zwak-
stroom ingebouwd. Bij een defect van de zekering 
moet deze vervangen en door een zekering met 
dezelfde ampèrewaarde vervangen worden. 
Gelieve u indien nodig te wenden tot onze voor u 
verantwoordelijke klantendienst.
Anl_CC_BC_15_M_SPK2.indb 29Anl_CC_BC_15_M_SPK2.indb 29 05.08.2016 09:54:4705.08.2016 09:54:47










