User Manual
NL
- 28 -
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen overe-
enkomstig hun bestemming niet geconstrueerd 
zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel 
gebruik. Wij geven geen garantie indien het ge-
reedschap in ambachtelijke of industriële bedrij-
ven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt 
gebruikt.
4. Technische gegevens
 Netspanning: .........................  220-240 V ~ 50 Hz
Nominale krachtontneming max: . .............. 270 W
Krachtontneming starthulp: ...........................10 A 
Nominale uitgangsspanning: ..... 6 V DC /12 V DC
Nominale uitgangsstroom bij 6 V: ................... 2 A
Nominale uitgangsstroom bij 12 V: ....... 2 A / 15 A
Uitgangsstroom starthulp: .......................... 100 A 
Accucapaciteit: ......................................3-300 Ah
5. Vóór inbedrijfstelling
Gelieve de instructies in de handleidingen 
voor auto, radio, navigatiesysteem enz. in 
acht te nemen.
Aanwijzing bij de automatische lading
De lader is een microprocessorgestuurd auto-
matisch werkend apparaat, d.w.z. hij is bijzonder 
geschikt voor het laden van onderhoudsvrije 
accu´s en voor het langdurig laden en het behoud 
van lading van accu´s die niet permanent in ge-
bruik zijn, bijv. voor oldtimers, recreatievoertuigen, 
zitmaaiers en dergelijke. Omwille van de geïnteg-
reerde microprocessor gebeurt het laden in meer-
dere fases. De laatste laadfase, het behoud van 
lading, houdt de accucapaciteit bij 95 – 100 % en 
zo de accu altijd vol geladen. Op het laadproces 
hoeft niet te worden toegezien. Laat de accu bij 
lading gedurende een langere periode echter niet 
zonder toezicht, opdat u de lader bij een storing 
met der hand van het stroomnet kunt isoleren.
5.1 Bedieningsveld (fi g. 2)
• 
Display select (7) indrukken: Laadtoestand 
van de accu (%) of laadspanning (V) ver-
schijnt in het LED display (8), de bijhorende 
LED (C/D) brandt.
• 
Accu select (6) indrukken: Selectie van het te 
laden accutype; het symbool van het geselec-
teerde accutype brandt.
• 
Current select indrukken: Selectie van de 
laadstroom; het symbool van de geselec-
teerde laadstroom (Fast = 15 A / Slow = 2 A) 
brandt.
• 
Engine start indrukken: LED-display geeft 
„Start“ en vervolgens de wachttijd in secon-
den aan.
• 
Cables Reversed: Klemmen verkeerd aan-
gesloten (verkeerd gepoold), de LED „A“ 
brandt.
• 
„Reconditioning“ (LED „B“ knippert) en „Char-
ging“ (LED „B“ continu licht), de laadfasen 
worden weergegeven.
5.2 Laden van de batterij:
• 
Draai de batterijdoppen (indien aanwezig) los 
of verwijder ze van de batterij.
• 
Controleer het zuurpeil van uw batterij. Indi-
en nodig, vul gedestilleerd water bij (indien 
mogelijk). Let op! Batterijzuur is bijtend. Zuur-
spetters onmiddellijk met veel water grondig 
afspoelen, desnoods de dokter consulteren.
• 
 Sluit eerst de rode laadkabel aan op de 
pluspool van de batterij.
• 
Daarna wordt de zwarte laadkabel verwijderd 
van batterij en benzineleiding aangesloten op 
de carrosserie.
• 
Waarschuwing! Normaal gezien is de nega-
tieve accupool verbonden met de carrosserie 
en gaat u om te laden te werk zoals hierboven 
beschreven. In uitzonderingsgevallen kan 
het mogelijk zijn dat de positieve accupool is 
verbonden met de carrosserie (positieve aar-
ding). In dit geval sluit u de zwarte aardkabel 
aan aan de minpool van de accu. Vervolgens 
verbindt u de rode laadkabel, op afstand van 
accu en benzineleiding, met de carrosserie.
• 
Nadat de accu is aangesloten aan de lader 
kunt u de lader aansluiten aan een contact-
doos met 230 V ~ 50 Hz. Het apparaat her-
kent automatisch de nominale spanning (6V 
of 12V) van de aangesloten accu. De aans-
luiting aan een contactdoos met een andere 
netspanning is niet toegelaten. Opgelet! Door 
het laden kan gevaarlijk knalgas ontstaan; 
daarom tijdens het laden vonkvorming en 
open vuur vermijden. Explosiegevaar!
Anl_CC_BC_15_M_SPK2.indb 28Anl_CC_BC_15_M_SPK2.indb 28 05.08.2016 09:54:4705.08.2016 09:54:47










