Gebruiksaanwijzing UM1 1600 | 1200 | 600 Automatic Charge Control NL
1. Inleiding Inleiding 1.1 Voorwoord Hartelijk dank dat u voor een EFOY-product heeft beslist. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe energievoorziening. Gelieve vóór het eerste gebruik deze gebruiksaanwijzing door te nemen en de installatie-instructies in acht te nemen. Mocht u ondanks dat vragen omtrent de bediening of de installatie hebben, neem dan contact op met uw dealer of met de EFOY hotline.
1. Inleiding 1.2 Veiligheidsopmerkingen Gelieve de gebruiksaanwijzing vóór de inbedrijfname zorgvuldig door te lezen en bij het toestel te bewaren. Volg alle opmerkingen in deze gebruiksaanwijzing op. Het toestel mag niet geopend worden. Het tankpatroon mag niet met geweld worden geopend of bijgevuld. Wijzigingen aan het toestel brengen de veiligheid in gevaar en leiden tot het verlies van de bedrijfsvergunning en het ongeldig worden van de garantie. Gebruik uitsluitend origineel EFOY toebehoren.
1. Inleiding Gebruik het toestel uitsluitend volgens de installatieinstructies en in een goed geventileerde omgeving. De uitlaatgassen moeten uit de inbouwruimte ongehinderd naar buiten afgevoerd te kunnen worden. Uitlaatgassen niet direct of voor langere tijd inademen. Bij correct gebruik van het toestel en van de tankpatronen bestaat er op geen enkel tijdstip het gevaar dat u met methanol in aanraking komt. Wij zijn bij de wet tot het opdrukken van de volgende opmerkingen verplicht.
1. Inleiding 1.3 Gebruik conform de voorschriften De EFOY 600, EFOY 1200 en EFOY 1600 zijn automatische laadtoestellen voor 12 V loodaccumulatoren (accu´s). De toestellen mogen alleen voor het opladen van loodaccumulatoren (accu´s) gebruikt worden die aan de technische gegevens van het toestel voldoen (zie hoofdstuk 3.4, S. 13). De toestellen kunnen in het kader van de technische gegevens (zie hoofdstuk 3.4) stationair, in schepen en voertuigen worden toegepast.
1. Inleiding 1.5 E 24 Keuringszegel De toestellen zijn volgens de ECE-regeling nr. 10 op elektromagnetische verdraagzaamheid gekeurd en voor de toepassing in voertuigen goedgekeurd.
1. Inleiding 1.6 Verpakking Afvalverwijdering Uw nieuwe toestel werd op de weg naar u toe door een verpakking beschermd. Alle gebruikte materialen zijn onschadelijk voor het milieu en voor hergebruik geschikt. Wij adviseren om de verpakking voor een eventuele opslag tijdens de winter te bewaren. Mocht u de verpakking ondanks dat liever wegdoen, help dan even mee en doe dit milieuvriendelijk. Vraag wat betreft de afvalverwijdering bij uw dealer of bij de gemeente welke mogelijkheden er zijn.
2. Inhoud 2. Inhoud 1. Inleiding 3 1.1 Voorwoord 3 1.2 Veiligheidsopmerkingen 4 1.3 Gebruik conform de voorschriften 6 1.4 Conformiteitsverklaring 6 1.5 Keuringszegel 7 1.6 Afvalverwijdering 8 2. Inhoud 9 3. Opbouw 11 3.1 Leveringsomvang 11 3.2 Overzicht 11 3.3 Afstandsbediening 12 3.4 Technische gegevens 13 Installatie 15 4.1 Inbouwruimte 15 4.2 Bevestiging 17 4.3 Aansluiting van de uitlaatslang 18 4.4 Afvoer van de afvalwarmte 20 4.5 Elektrische aansluiting 21 4.
2. Inhoud 8. Appendix 43 8.1 Toebehoren en vervangingsonderdelen 43 8.2 Uitgangskarakteristieken 45 8.
3. Opbouw 3. Opbouw 3.1 Leveringsomvang Het toestel wordt als volgt aangeleverd: Toestel Afstandsbediening met datakabel RC1 Tankpatroonhouder met gordel FH1 Montageplaat met gordel MP1 Uitlaatslang(1,5 m) EH1 Laadkabel Service-Kit Gebruiksaanwijzing UM1 3.
3. Opbouw 3.3 Afstandsbediening 1 2 3 4 5 auto reset ! 6 7 Display Info-toets en toets voor spraakkeuze toets >> In/uit-toets Toets automatische werking auto Waarschuwingslampje (geel) "Tankpatroon vervangen a.u.b.
3. Opbouw 3.
3. Opbouw Inbouwvoorwaarden Inbouwruimte (L x B x H) 51 x 35 x 30 cm (minimaal) Helling rond lengteas Continu: 35° Tijdelijk (<10min): 45° Helling rond dwarsas Continu: Bedrijfstemperatuur -20 t/m +40 °C Starttemperatuur +5 t/m +40 °C Bewaartemperatuur +1 t/m +45 °C UItvoering Bediening Elektrisch interface 20° Via afstandsbediening met vier toetsen en meertalig tekstdisplay MNL-stekker 4-polig Type Tyco Electronics AMP Universal Mate-N-Lok (fabr.-nr.
4. Installatie 4. Installatie Bij de toepassing in voertuigen en schepen moeten het toestel en de tankpatronen tegen ongevallen beveiligd bevestigd worden. Het toestel mag niet in een explosiegevaarlijke omgeving worden gebruikt. Het toestel is niet waterdicht. Let erop dat er geen water kan binnendringen. Het toestel en de tankpatronen moeten tegen de toegang van kinderen, tegen temperaturen van boven de 45 °C alsmede tegen directe zoninstraling zijn beveiligd. 4.
4. Installatie De elektrische aansluitingen, de vulopening voor het procesmedium en de tankpatroon moeten eenvoudig toegankelijk zijn. Het toestel en de tankpatroon moeten op hetzelfde niveau worden geïnstalleerd. Let erop dat de standplaats van de tankpatroon in de buurt van de tankpatroon-aansluitslang ligt (30 cm) en de slang op dit traject niet geknikt of ingekneld raakt. De tankpatroon-aansluitslang en de uitlaatslang mogen niet beschadigd of door een andere slang vervangen worden.
4. Installatie 4.2 Bevestiging Bevestiging van het toestel Kies een geschikte inbouwplaats zoals in hoofdstuk 4.1 beschreven. Houd ook rekening met de afmetingen in hoofdstuk 3.4 Technische gegevens. 1. Plaats de gordel voor de bevestiging van het toestel in de groef onder de montageplaat. 2. Schroef de montageplaat vast op de plek, waar het toestel moet komen te staan. Gebruik hiervoor passende schroeven en indien nodig pluggen, zodat de montageplaat ook bij een sterkere belasting, bijv.
4. Installatie 4.3 Aansluiting van de uitlaatslang In het toestel worden methanol en zuurstof in water en kooldioxide omgezet. Bij dit proces ontstaat er warmte die samen met de waterdamp, het kooldioxide en de methanolrestanten afgevoerd moet worden. Sluit daarom de meegeleverde uitlaatslang aan en voer de uitlaatgassen altijd uit de inbouwruimte of van de inbouwplaats af naar buiten. Verwijder de beschermkap van de uitlaatopening.
4.
4. Installatie 4.4 Afvoer van de afvalwarmte Met de meegeleverde afvalwarmte geleiding kan de opgewarmde koelingslucht van het toestel gecontroleerd afgevoerd worden, zodat het toestel ook in nauwe ruimtes gebruikt kan worden. 1 Schroef hiervoor de afvalwarmte flens (1) aan de hiervoor bedoelde boringen van het toestel vast. Steek de afvalwarmte buis (2) op de afvalwarmte boog en voer de afvalwarmte buis naar buiten.
4. Installatie 4.5 Elektrische aansluiting Werkzaamheden aan elektrische installaties mogen alleen door opgeleide elektriciens volgens de elektrotechnische regels uitgevoerd worden. Verkeerd gelegde of verkeerd gedimensioneerde kabels kunnen brand veroorzaken. Alle aangesloten kabels moeten voldoende geïsoleerd zijn resp. spanningsvastheid hebben en de contacten moeten beveiligd zijn tegen aanraking. Het leggen van blanke metalen kabels en contacten is niet toegestaan.
4. Installatie Let erop dat de kabels juist gepoold zijn (zie afbeelding). Toestel + Sluit de stroomkabel+ samen met de compensatiekabel+ aan de accuzekering aan en sluit de accuzekering aan de pluspool van de accu aan. Sense+ Sense– + Strom + – Strom – – Daarna sluit u de stroomkabel - samen met de compensatiekabel - aan de minpool van de accu aan. Inbouw in de campingwagen – + Installatie met elektrische voorziening (EBL) zie montage-instructie voor campingwagens IM1.
4. Installatie Steek daarna de stekker in de linker bus "remote control" aan het toestel. De display heeft twee regels met elk 16 tekens. In de eerste regel wordt u over de gekozen bedrijfsmode geïnformeerd. Automatic Standby Automatic Aan Uit Bovendien wordt u over de geselecteerde taal geïnformeerd. (zie hoofdstuk 4.7) De tweede regel geeft aan welke actuele bedrijfsmode gekozen is: Standby Laadwerking Antivrieswerking Afschakelprocedure Bovendien laat de tweede regel u bedrijfsparameters (bijv.
4. Installatie 4.7 Taal selecteren Druk op de afstandsbediening gedurende 2 seconden de toets >> in. De afstandsbediening geeft daarna de ingestelde taal aan. Deutsch De volgende talen kunnen gekozen worden: Deutsch (fabrieksinstelling) English Francais Italiano Nederlands Espangnol Druk de toets >> zo vaak in totdat de gewenste taal wordt aangegeven. Houd daarna de toets >> nog een keer 2 seconden ingedrukt, zodat de gewenste taal wordt gebruikt.
5. Werking 5. Werking 5.1 Tankpatronen aansluiten Om veiligheidsredenen mogen uitsluitend originele EFOY tankpatronen aangesloten worden. Bij het vervangen van de tankpatroon niet roken en andere ontstekingsbronnen verwijderd houden! Tankpatronen tegen temperaturen van meer dan 45 °C beschermen. De tankpatronen mag niet voor de in- of uitlaat van de afvalwarmte stroom geplaatst worden! De originele EFOY tankpatronen bevatten methanol, dat door EFOY is gekeurd.
5. Werking 1 Plaats een nieuw, vol, gesloten originele EFOY tankpatroon in de tankpatroonhouder (1). Sluit de gordel van de tankpatroonhouder (2). Er mogen aan het toestel alleen tankpatronen aangesloten worden die door een tankpatroonhouder zijn beveiligd. Verwijder de kinderveilige schroefdop pas dan, wanneer de nieuwe patroon in de tankpatroonhouder is geplaatst (3). Draai de tankpatroonaansluiting op de nieuwe tankpatroon.
5. Werking 5.2 Automatische werking Zorg er vóór de aansluiting aan het spanningsnet voor dat het toestel correct werd geplaatst en dat het spanningsnet als beschreven is beveiligd (zie hoofdstuk 4.5. Toestel niet bij temperaturen boven de 40 °C of beneden de –20 °C laten werken.
5. Werking 5.3 Inschakelen Wanneer u dat wenst, kan u het toestel handmatig, onafhankelijk van de accuspanning inschakelen. Het toestel bevindt zich daarna in de bedrijfsmode "Laadwerking". Druk hiervoor op toets op de afstandsbediening één keer, wanneer het toestel uitgeschakeld is, resp. twee keer, wanneer het zich in automatische werking bevindt. Het toestel start onafhankelijk van de accuspanning op en laadt de accu op tot de uitschakeldrempel is bereikt (Uacc >14,2 V en IUit < 2,0 A).
5. Werking Automatic Weergave van de in totaal opgewekte energie Energie 25000 Wh Automatic Weergave van de firmwareversie. Firmware 1200 4.12L Automatic Tankpatroon vervangen a.u.b. Automatic Laadwerking Weergave van verzorgingsinstructies (zie ook hoofdstuk 7 Verhelpen van fouten vanaf pag. 27) Indien u de optioneel verkrijgbare tanksensor aan uw toestel heeft aangesloten, verschijnt in de display een tankpatroon , zodra de ingestelde inhoud is onderschreden.
5. Werking 5.5 Afstandsbesturing Het toestel kan ook op afstand bestuurd en bewaakt worden. Hiervoor heeft u het Control Interface CI1 of de interface adapter IA1 nodig. Beide artikelen zijn bij uw dealer verkrijgbaar. Automatic Wanneer het toestel in de bedrijfsmode "Afstandsbesturing" is, wordt in de eerste regel een "R" (remote) aangegeven.
5. Werking automatische werking. Druk daarom aan alle afstandsbedieningen na elkaar dezelfde toets in, bijv. toets reset voor een herstart of de toets auto voor automatische werking. De parallelle werking wordt in de tweede regel van de display aangegeven. 5.7 UItschakelen Druk op de toets op de afstandsbediening om het toestel uit te schakelen. Na een druk op de toets schakelt het toestel gecontroleerd uit.
5. Werking De automatische antivrieswerking functioneert alleen, wanneer een gevulde tankpatroon en een voldoende geladen accu zijn aangesloten. Het toestel kan niet meer starten, wanneer de spanning van de aangesloten accu beneden de 10,5 V daalt. Houd er rekening mee dat het uitgeschakelde toestel de accu niet weer oplaadt, wanneer de spanning beneden de 10,5 V daalt.
5. Werking Neem de volgende instructies voor de opslag en de werking van de toestellen in de winter in acht. 1 Om energiekosten te besparen, adviseren wij om het toestel bij langere stilstandtijden uit te bouwen en op een vorstvrije plek te bewaren. Het uitbouwen is eenvoudig en met wenig handgrepen, zonder gereedschap en zonder bijzondere technische kennis mogelijk. Bewaar het toestel in de meegeleverde originele verpakkingsdoos.
5. Werking Draai de aansluiting van de tankpatroon van de tankpatroon af en sluit de tankpatroon met de sluitdeksel. Bescherm de tankpatroon en de aansluiting aan het toestel tegen verontreinigingen. Toestel en tankpatronen – ook lege of gedeeltelijk lege tankpatronen – buiten het bereik van kinderen houden. Neem de uitlaatslang weg, bescherm hem tegen verontreinigingen en sluit de uitlaatopening met een beschermkap. Indien nodig ook de afvalwarmte buis of de afvalwarmte boog verwijderen.
6. Wartung 6. Wartung 6.1 Service Toestel niet openen! Onbevoegd openen brengt de veilige werking in gevaar en leidt ertoe dat iedere garantie ongeldig wordt. Het toestel bevat geen onderdelen die u zelf kunt onderhouden of repareren. Bij normale bedrijfsomstandigheden is het toestel onderhoudsvrij. Voor andere doeleinden dan het correcte gebruik gelieve contact op te nemen met SFC.
7. Fouten verhelpen 7. Verhelpen van fouten 7.1 Veiligheid Toestel niet openen! Het toestel bevat geen onderdelen die u zelf kunt repareren. Neem contact op met SFC Smart Fuel Cell AG, wanneer u een fout niet met behulp van deze handleiding kunt verhelpen. 7.2 Fouten en oplossingen De afstandsbediening waarschuwt bij fouten met een rood en/of geel lampje en een instructie voor de verzorging van het toestel in de tweede regel als doorgaande tekst.
7. Fouten verhelpen Tekst op de display Oplossing Fout 20: Tankpatroon vervangen a.u.b. Nieuw tankpatroon als in hoofdstuk 5.1 beschreven aansluiten. Tankpatroon aansluitslang controleren en tankaansluiting stevig vastdraaien. Fout 21: Tankpatroon vervangen a.u.b. Tankpatroon aansluitslang zonder knik leggen, aansluiting en slang op oppervlakkige vervuiling controleren, tankpatroon op dezelfde hoogte als het toestel plaatsen. Tankpatroon aansluitslang controleren en tankaansluiting stevig vastdraaien.
7. Fouten verhelpen Tekst op de display Oplossing Fout 52: Accuspanning controleren a.u.b. Accuspanning te laag. Fout 53: Accuspanning controleren a.u.b. Accuspanning is te hoog. Indien de accuspanning onder de 10,5 V ligt, controleer dan de elektrische aansluiting van het toestel aan de accu (zie hoofdstuk 4.5) Controleer of er een geschikte accu is aangesloten. Controleer ook andere laadtoestellen, bijv. lichtmachine of laadregelaars op defecten.
7. Fouten verhelpen 7.3 Fouten zonder displaymelding Beschrijving Oorzaak Oplossing Toestel kan niet ingeschakeld worden. Geen accu aangesloten, accu verkeerd aangesloten of diepontladen. Contacten, poling en kabels controleren. Kortsluitingsbeveiliging werd geactiveerd. Nagaan of er geen verkeerde poling van de laadkabel is gebeurd. Een geladen accu aansluiten om het toestel te starten. Toestel uitschakelen, oorzaak voor de kortsluiting of overbelasting controleren en verhelpen.
7. Fouten verhelpen 7.4 Zekering vervangen Zekeringen mogen alleen door zekeringen van het aangegeven type met de aangegeven nominale stroomsterkte worden vervangen. Ze mogen in geen geval provisorisch gerepareerd of overbrugd worden. De oorzaak van de fout dient vóór de vervanging van de zekering te worden opgespoord en vakkundig te worden verholpen. Voor het vervangen van de zekering: Schakel het toestel uit en neem de laadkabel af.
7. Fouten verhelpen 7.5 Service Fluid navullen Indien er te weinig Service Fluid is, brandt er een rood lampje en de display van de afstandsbediening meldt: "Service Fluid navullen a.u.b.". Bij de eerste inbedrijfname hoeft er geen Service Fluid bijgevuld te worden. Gebruik voor het bijvullen uitsluitend originele EFOY Service Fluid. Voor het bijvullen van Service Fluid: Schakel het toestel uit. Neem de laadkabel af.
7. Fouten verhelpen Wanneer er Service Fluid overloopt kan dit met een doek worden opgenomen. Breng de uitlaatslang weer aan. Druk daarna op de toets reset . Het toestel wist de melding en springt terug naar de voorafgaande bedrijfsmode, bijv. automatische werking. Koop op tijd Service Fluid bij uw dealer.
8. Appendix 8. Appendix 8.1 Toebehoren en vervangingsonderdelen Gebruik uitsluitend origineel toebehoren! Niet toegelaten onderdelen zijn nadelig voor de veiligheid en leiden tot het vervallen van de garantie.
8. Appendix Aanduiding Artikelnummer Service-Kit 151 909 002 Control Interface CI1 151 076 007 Interface-adapter IA1 151 075 001 Verdere informaties over toebehoren en vervangingsonderdelen krijgt u bij de geautoriseerde dealer.
8. Appendix 8.
8. Appendix 8.3 Veiligheidsgegevensblad methanol U ontvangt methanol in de vorm van veilige, gekeurde tankpatronen die u bij normaal en conform de bepalingen uitgevoerd gebruik tegen het directe contact met de inhoud beschermen. Wij zijn bij de wet tot het opdrukken van de volgende opmerkingen verplicht. Bij ongevallen of onpasselijkheid onmiddellijk medische hulp inwinnen en het gegevensblad methanol of het etiket van de tankpatroon tonen.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Methanol Op basis van richtlijin 2001/58/EG van de Commissie der Europese Gemeenschappen 1. Identificatie van de stof/preparaat en van de vennootschap/onderneming 1.1 Identificatie van de stof of het preparaat: Synoniemen: methylalcohol, houtgeest CAS-nr. : 67-56-1 EG-index-nr. : 603-001-00-X NFPA-code : 1-3-0 EINECS-nr. : 200-659-6 Molecuulmassa : 32.04 RETCS-nr. : PC1400000 Brutoformule : CH3OH 1.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Methanol 4.2 Contact met de huid: Kleding verwijderen vóór spoelen Onmiddellijk 15 minuten spoelen met veel water en zeep Medische dienst/arts raadplegen indien irritatie optreedt 4.3 Na inademen: Breng het slachtoffer in de frisse lucht Kunstmatig beademen indien nodig Medische dienst/arts raadplegen 4.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Methanol Morsvloeistof indammen Verdamping trachten te beperken Methanol opnemen of met water verdunnen om brandgevaar te beperken 6.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Methanol MAC-TGG 8h: 260 mg/m3 MAC-TGG 15 min.: VME-8h: 260 VLE-15 min.: 1300 GWBB-8h: 266 GWK-15 min.: 333 EC: mg/m3 260 mg/m3 mg/m 200 ppm 3 1000 ppm 3 200 ppm 3 250 ppm 3 200 ppm mg/m mg/m mg/m 3 ppm EC-STEL: mg/m Geurdrempel : 2000 ppm ( irritatie bij 1000 ppm) (de geur waarschuwt onvoldoende) 8.2 Maatregelen ter beheersing van blootstelling: 8.2.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Methanol Explosiegrenzen : Dampdruk (bij 20°C) : Dampdruk (bij 50°C) : Relatieve dichtheid (bij 20°C) : Wateroplosbaarheid : Oplosbaar in : Relatieve dampdichtheid : Viscositeit : Verdelingscoëfficiënt n-octanol/water : Verdampingssnelheid t.o.v. butylacetaat : t.o.v. ether : 9.3 Andere gegevens: Smeltpunt/smelttraject : Zelfontbrandingstemperatuur : Verzadigingsconcentratie : 6 - 36 vol% 127 hPa 535 hPa 0.792 Volledig Ethanol, ether, aceton, chloroform 1.1 0.0006 Pa.s -0.82/-0.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Methanol Teratogeniteit (MAK) : IARC-classificatie : C niet opgenomen 11.3 Wijze van blootstelling: inslikken, inademen, ogen en huid 11.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Methanol Broeikaseffect : Geen gegevens beschikbaar Effect op de afvalwaterzuivering : Remt het actief slib bij 800 mg/l Remt nitrificatie in actief slib bij 160 mg/l; 50% 13. Instructies voor verwijdering van afval 13.1 Afvalvoorschriften: Afvalstofcode (91/689/EEG, Beschikking 2001/118/EG van de Commissie, P.B.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Methanol 14.4 ADNR (vervoer over de binnenwateren) KLASSE : VERPAKKINGSGROEP GROEP : ETIKET TANKS : ETIKET COLLI : 3 II 3+6.1 3+6.1 14.5 IMDG (vervoer over zee) KLASSE : SUB RISKS : VERPAKKINGSGROEP GROEP : MFAG : EMS : MARINE POLLUTANT : 3 6.1 II 19 (IMDG suppl. 2002 p.40) F-E, S-D - 14.6 ICAO (vervoer over de lucht) KLASSE : SUB RISKS : VERPAKKINGSGROEP : VERPAKKINGSINSTRUCTIES PASSENGER AIRCRAFT : VERPAKKINGSINSTRUCTIES CARGO AIRCRAFT : 3 6.1 II 305/Y305 307 14.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Methanol 16. Andere gegevens De informatie in dit veiligheidsblad werd opgesteld naar best vermogen, en geeft de stand van kennis weer op het ogenblik van publicatie. De gegevens zijn weergegeven als richtlijn voor het veilig hanteren, gebruik, verbruik, opslag, vervoer, verwijdering van de stof, en kunnen niet worden beschouwd als waarborg of kwaliteitsspecificatie.
efoy.com ©EFOY is a registrated trademark of SFC Smart Fuel Cell AG.