Operation Manual
41
Nederlands
Storingsmeldingen Mogelijke oorzaak Oplossing
Foutcode CN0XX:
Overtemperatuur
laadproces
De temperatuur van de batterij is hoger dan
40°C.
Laat de robotmaaier niet op het laadstation
staan, verwijder hem eventueel uit het
laadstation. Laat de batterij niet verder opladen.
Schakel de robotmaaier uit door op de [ON/
OFF-toets] te drukken.
Foutcode CN047:
Overtemperatuur
De temperatuur van de batterij is hoger dan
55°C.
De aanwijzingen [Vertraagd bedrijf] en
[Huidige maaitijd] knipperen afwisselend.
Onderbreek het maaien. Plaats de robotmaaier
niet op het laadstation. Laat de batterij niet
verder opladen. Schakel de robotmaaier met de
[ON/OFF-toets] uit en laat de batterij afkoelen.
De temperatuur van de batterij is hoger dan
60°C.
De nooduitschakeling wordt door de
besturingselektronica uitgevoerd. Plaats de
robotmaaier niet op het laadstation. Laat
de batterij niet verder opladen, schakel de
robotmaaier met de [ON/OFF-toets] uit en laat
de batterij afkoelen
Foutcode CN048:
Ondertemperatuur
De temperatuur van de batterij is lager dan
0°C.
De werking is onmogelijk.
Foutcode CN049:
Ondertemperatuur
De temperatuur van de batterij is lager dan
-20°C.
Nooduitschakeling
De werking is onmogelijk.
Foutcode CN0XX:
Overtemperatuur
De temperatuur van de motor van de
grasmaaier is hoger dan 80°C
[Vertraagd bedrijf] en [Huidige maaitijd]
knipperen afwisselend.
Onderbreek het maaien. Plaats de robotmaaier
op het laadstation. Schakel de robotmaaier uit
door op de [ON/OFF-toets] te drukken.
De motor van de
grasmaaier draait niet.
Defecte batterij. Laad de batterij op of laat hem vervangen bij
een erkend servicecentrum.
Het uiteindelijke
maairesultaat is niet
uniform.
De ingestelde werktijd voor de robotmaaier
is te kort, minder dan 1 uur.
Programmeer een langere werktijd.
Te groot maaigebied. Programmeer een langere werktijd.
Maak het maaigebied kleiner.
De verhouding maaihoogte / grashoogte is
niet geschikt.
Verhoog de maaihoogte.
Verlaag daarna geleidelijk de maaihoogte tot de
gewenste hoogte wordt bereikt.
De maaimessen zijn niet geslepen. Vervang de maaimessen en de bijbehorende
schroeven.
Laat de maaimessen bij een erkend
servicecentrum slijpen en weer met nieuwe
schroeven monteren.
Het gras blokkeert of verhindert de rotatie
van de maaischijf of van de krukas.
Verwijder het gras en ga na of de maaischijf vrij
kan draaien.
Als de maaischijf nog steeds niet vrij kan
draaien, demonteer hem dan, maak hem
schoon en monteer hem weer met nieuwe
schroeven.
De robotmaaier maait op
een verkeerd tijdstip.
Stel de tijd op de robotmaaier in. Zie voor het instellen van de tijd De tijd wijzigen
op pagina 23.
Begintijdstip en eindtijdstip voor het maaien
zijn niet correct ingevoerd.
Stel het begin- en eindtijdstip opnieuw in, zie
De tijd wijzigen op pagina 29.
De robotmaaier trilt. Onbalans in het maaimes of in zijn werking Controleer het maaimes en de maaischijf,
vervang ze eventueel.