Operation Manual

35
Nederlands
13 Transport
1 2
n Ingeval het apparaat binnen het maaigebied moet worden
vervoerd:
1. Stop de robotmaaier door op de [STOP-toets] (2) te
drukken.
2. Schakel de robotmaaier uit door op de [ON/OFF-toets] (1)
te drukken.
Voorzichtig!
Letsel veroorzaakt door maaimessen!
n De messen doen er 2 seconden over om te
stoppen!
n De maaischijf moet van het lichaam af
worden gehouden.
2
1
3. Vervoer de robotmaaier alleen aan de handgreep (1).
14 Waarschuwing
Waarschuwing!
Letsel veroorzaakt door maaimessen!
n Schakel de robotmaaier altijd uit met de [ON/
OFF-toets] alvorens onderhoud of reparaties
uit te voeren.
n Draag altijd werkhandschoenen wanneer u
onderhouds- of reinigingswerkzaamheden
moet uitvoeren.
n Koppel de transformator los van het
laadstation.
Let op!
Schade aan de elektronica/elektrische
installatie veroorzaakt door een verkeerde
reiniging!
n Gebruik geen hogedrukreinigers en water om
de robotmaaier schoon te maken. Eventueel
water dat in het apparaat gedrongen is
kan de schakelaars, batterij, motoren en
printplaten vernietigen.
n Laat reparaties (behalve de vervanging van de messen)
door gespecialiseerde en erkende werkplaatsen uitvoeren.
Plichten van de gebruiker:
1. Vanaf 100 tot 200 bedrijfsuren moet de robotmaaier
naar een werkplaats worden gebracht voor het
volgende:
Controle van de bevestiging van de schroeven
Algemene controle van de programmering en
eventuele fouten
2. Vanaf 500 tot 2500 bedrijfsuren moet de robotmaaier
naar een werkplaats worden gebracht voor het
volgende:
Algemene controle van de bevestiging van
schroeven en mechanische delen
Controle van de foutstatistieken
Controle van de status van de batterij
Controle van de wiellagers
Controle van het mes en nagaan of er eventueel
schade is
Algemene controle en reiniging
Werkzaamheden die regelmatig door de gebruiker moeten
worden uitgevoerd
Reinig de robotmaaier eenmaal in de week met
een bezem of een doek en gebruik eventueel een
reinigingsspray. Niet-verwijderd vuil kan de werking
van het apparaat in gevaar brengen.
Controleer eenmaal in de week of de maaimessen niet
beschadigd zijn.