Operation Manual

25
Nederlands
7 Maaien
7.1 Maaitips
Opmerking!
n Om de capaciteiten van de robotmaaier volledig te
benutten, is het raadzaam om de robotmaaier tijdens
de koudste uren van de dag en s nachts te laten werken.
LET OP!
Nationale voorschriften kunnen het
gebruik van de machine beperken. Houd
u aan de plaatselijke regels voor wat betreft
geluidsoverlast.
n Houd de maaihoogte constant, tussen 3 en 6 cm, zonder
de helft van de hoogte van het gras te overschrijden.
n Bepaal op basis hiervan de maaitijden.
n Als het toerental van de motor bij een volle grasmat
aanzienlijk lager wordt, moet de maaihoogte worden
verhoogd en het maaien meerdere malen worden
herhaald.
7.2 De maaihoogte instellen
2
1
1. Druk op de positie (1). Op deze manier wordt het deksel (2)
ontgrendeld, dat kan worden gekanteld en naar boven kan
worden geopend.
2
1
Opmerking!
n De maaihoogte varieert tussen een grashoogte van 3
tot 6 cm.
n De maaihoogte kan worden ingesteld in vijfvouden van
6 mm.
1. Til de hendel (2) op en draai hem een kwartslag rechtsom
naar het symbool [open hangslot] (1) (zie ook de Snelgids).
n De instelling van de maaihoogte is gedeblokkeerd.
n Trek de hendel (2) naar boven: de maaihoogte van het
gras neemt toe.
n Duw de hendel (2) naar beneden: de maaihoogte van het
gras neemt af.
n Na de instelling van de maaihoogte:
n Draai de hendel (2) een kwartslag linksom naar het
symbool [gesloten hangslot] (1) en laat hem inpassen.
2. De instelling van de maaihoogte is geblokkeerd.
3. Breng de hendel (2) omlaag en sluit het deksel.
7.3 De batterij in de robotmaaier opladen
Opmerking!
n De geïntegreerde batterij is bij de levering gedeeltelijk
opgeladen.
n De batterij hoeft niet te worden opgeladen, omdat de
robotmaaier ook met een gedeeltelijk geladen batterij
kan maaien.
n Wanneer het laadniveau tot 0% daalt, keert de
robotmaaier zelf naar het laadstation terug en wordt de
accu opgeladen.
n Een onderbreking van het laden beschadigt de batterij
niet.
n De laadtemperatuur moet tussen de 0 en 40°C liggen.
n Bij temperaturen die hoger zijn dan 45°C verhindert het
ingebouwde veiligheidscircuit de lading van de batterij
om schade te voorkomen.
n Als de nuttige duur van de batterij aanzienlijk afneemt,
moet de batterij door een origineel nieuw exemplaar
worden vervangen door een dealer, monteur of een
medewerker van een erkende servicedienst.
n Tip: Plaats het laadstation op een schaduwrijke plek.