Operation Manual

30NL
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
1. Met de sleutel in
de stand «DRAAIEN»
brandt het lampje of
het dashboard niet
De bescherming van de elektronische
kaart is in werking getreden doordat:
de accu niet goed is aangesloten
de polen van de accu zijn omgewisseld
de accu is leeg
de zekering is doorgebrand
de kaart nat is
Zet de sleutel in de stand «STOP» en
zoek de oorzaak:
controleer de aansluitingen (
3.4)
controleer de aansluitingen ( 3.4)
laad de accu opnieuw op ( 6.2.3)
vervang de zekering (10 A) ( 6.3.5)
drogen met lauw/warme lucht
2. De sleutel staat in
de stand «START»,
het lampje knippert en
de startmotor draait
niet
er geen toestemming tot starten is
gegeven
controleer of de toelatingsvoorwaarden
worden gerespecteerd (
5.2.a)
3. Met de sleutel in
de stand «START»,
brandt het lampje of
het dashboard, maar
draait de startmotor
niet
de accu niet goed is opgeladen
storing van het startrelais
laad de accu opnieuw op (
6.2.3)
contacteer uw Verkoper
4. De sleutel staat
in de «DRAAIEN»
stand, de startmotor
draait maar de motor
slaat niet aan
de accu niet goed is opgeladen
te weinig benzineaanvoer
er een defect in de ontsteking is
opgetreden
laad de accu opnieuw op (
6.2.3)
controleer het niveau in de benzinetank
(
5.3.3)
draai de benzinekraan open (indien
voorzien) (
5.4.1)
– controleer de benzinelter
controleer of de bougiekap juist
bevestigd is
controleer of de elektroden niet vuil zijn
en of hun onderlinge afstand juist is
8. RICHTLIJNEN OM PROBLEMEN VAST TE STELLEN