Operation Manual
17NL
6. Lampje olie indien aanwezig). Duidt op problemen bij
de smering van de motor: de motor wordt onmiddellijk stil-
gelegd. Controleer het niveau van de olie en, indien het
probleem aanhoudt, contact opnemen met een Service-
centrum.
7. Indicator brandstof (indien aanwezig) . Er bestaan twee types:
a) Indicator niveau = geeft het niveau van de brandstof in
de brandstoftank weer volgens het volgende criterium:
b) Indicator reserve = knippert wanneer de reserve begint.
De reserve is ongeveer 2 liter brandstof, vol-
doende om nog 30-40 minuten te werken.
4.12 INRICHTING VOOR HET BEHOUDEN VAN DE SNELHEID
(Cruise Control) (indien voorzien)
Deze inrichting staat toe de gewenste snelheid bij voorwaartse werking
aan te houden, zonder dat het nodig is de pedaal (4.32) ingedrukt te
houden.
OPMERKING
7b
7a
6
De drukknop (4.12) heeft twee posities:
«A» PremutoIngedrukt = Inrichting uitgeschakeld (niet actief)
«B» Uitgetrokken = Inrichting aangeschakeld
– Door de inrichting aan te
schakelen terwijl u vooruit
gaat, zal de machine de snel-
heid behouden die op dat
ogenblik bereikt werd, zonder
dat het nodig is de pedaal
(4.32) ingedrukt te houden.
– Bij achteruitversnelling kan de
inrichting niet aangeschakeld
worden.
– Wanneer de inrichting aange-
schakeld is, kan men de pe-
daal (4.32) niet in de richting «R» (achteruitversnelling) zetten.
Bij stijgende of dalende banen, kan de snel-
heid veranderen ten opzichte van de snelheid die op vlakke onder-
grond ingesteld werd.
Om de inrichting uit te schakelen en de bediening van de snelheid door
middel van de pedaal (4.32)te herstellen, is het voldoende:
– de pedaal (4.32) in richting «F» (vooruitversnelling) te duwen;
of
– op de rempedaal (4.31) te drukken.
In beide gevallen, keert de drukknop (4.12) automatisch naar positie
«A».
Vermijd steeds de drukknop (4.12) te gebrui-
ken om de inrichting uit te schakelen.
BELANGRIJK
OPMERKING
van volle tot ongeveer
halfvolle brandstoftank
van ongeveer halfvolle
brandstoftank tot reserve
reserve
A
B
4.12