Quick Start Guide

6
5. U kunt de connectiviteit van de Wi-Fi extender testen door er verbinding
mee te maken (selecteer de SSID in de lijst met draadloze netwerken, niet
de SSID van uw draadloze root access point) en te proberen of u een
webpagina kunt openen met de webbrowser.
6. Nadat u de extender heeft aangesloten op het bestaande Wi-Fi netwerk
dan kunt u deze verplaatsen naar een andere locatie voor een optimale
vergroting van het Wi-Fi bereik. Om de extender te verplaatsen, zet u het
apparaat uit en haalt u het uit het stopcontact. De extender onthoudt het
WiFi netwerk waaraan het apparaat was toegewezen. Verplaats de
extender naar de nieuwe locatie en steek het apparaat in het stopcontact.
Vervolgens kunt u het apparaat weer aanzetten. Nadat de extender is
aangezet, doorloopt deze opnieuw het initialisatieprogramma. U kunt geen
verbinding maken met de extender terwijl het apparaat aan het
initialiseren is. Als de groene Wi-Fi LED ( ) onregelmatig begint te
knipperen en de oranje Signaalsterkte LED ( ) aangaat, dan is de extender
klaar voor gebruik.
Voor de beste resultaten dient u de extender te installeren op een plek
waar de Signaalsterkte LED ( ) aanblijft zonder te knipperen. Dit geeft aan
dat de extender een sterk signaal ontvangt van het root access point.
Deel B: Het installeren van de Wi-Fi Extender met de WPS-knop
1. Verzeker u er eerst van dat uw computer een DHCP client is (verkrijgt
automatisch een IP-adres van de DCHP-server). Als u twijfelt, verwijzen wij
u naar de gebruikershandleiding op de bijgesloten CD.
2. Steek de Wi-Fi extender in een stopcontact in de buurt van het root
draadloze access point en zet het apparaat aan (1). De extender zal
automatisch initialiseren. Binnen enkele seconden zal de Power LED ( )
oplichten. Na ongeveer 30 seconden begint de Wi-Fi LED ( ) snel en
onregelmatig te knipperen (2). Dit geeft aan dat het initialisatieprogramma
voltooid is. Ga niet verder met stap 3 totdat aan deze voorwaarden voldaan
is.