Operation Manual
78 79
Kanaalkeuze
Draai de kanaalkeuzeknop, om het gewenste kanaal in te stellen. De portofoon
meldt het actuele kanaalnummer.
Zenden
Om een bericht te zenden bedient u de PTT-toets gedurende de gehele duur
van uw bericht. Spreek met normale stem in de microfoon en let erop dat u de
portofoon ca. 2,5 cm tot 5 cm van de mond verwijderd houdt.
Ontvangen
Laat na het zenden van een bericht de PTT-toets los, om berichten via uw
portofoon te ontvangen.
8.4.3 Verdere functies
De volgende functies kunnen via de optionele software worden geprogrammeerd.
Oproep
Houd de voorgeprogrammeerde toets „Call 1/Call 2“ ingedrukt, om de op-
geslagen DTMF/5-toon/HDC 2400
TM
code te zenden.
Alarm
Als de voorgeprogrammeerde alarmtoets wordt bediend, geeft de portofoon
een alarmsignaal of een identificatienummer (ENI, achtergrond-toonfrequen-
tie naar een partner of een systeem) af.
Mogelijke toetsbezettingen zijn:
Alarm activeren Alarm afbreken
Modus 1 Lang drukken Kort drukken
Modus 2 Kort drukken Lang drukken
Tijdalarm (alleenwerkmodus)
Het tijdalarm stelt de gebruiker in staat alleen te werken bij werk dat vei-
ligheidskritisch is. Bedien hiervoor de voorgeprogrammeerde toets „Lone
Worker“, om de modus te activeren. Als de gebruiker binnen de vooringe-
stelde tijd geen toetsen bedient, zal de portofoon een waarschuwingssignaal
laten horen. Drukken op een willekeurige toets breekt dit waarschuwingssi-
gnaal af, anders zal na een korte tussenpoos de portofoon overgaan naar de
alarmmodus en een alarmsignaal uitzenden.
Positie-alarm (dodemansschakeling)
Het geïntegreerde positie-alarm stelt de gebruiker in staat alleen te werken
bij werk dat veiligheidskritisch is. Bedien hiervoor de voorgeprogrammeerde
toets „Man Down“, om de functie te activeren, of de portofoon zo te program-
meren dat de functie bij inschakelen van de portofoon wordt geactiveerd.
De portofoon zal binnen een voorgedefinieerde tijd een waarschuwingssi-
gnaal uitzenden, als deze zich in horizontale of in een naar binnen ge-
neigde positie bevindt. Als de portofoon binnen een vooringestelde tijd een
dergelijke status krijgt, zal deze automatisch naar de alarmmodus gaan. De
portofoon moet eerst weer in een verticale positie worden gebracht, om het
alarm af te breken.
Monitor/ ruisblokkering UIT (Squelch)
Bedien de voorgeprogrammeerde toets „Monitor“, om de ruisblokkering uit te
schakelen en bij hernieuwd drukken op de toets weer in te schakelen.
Zoekloop/ Scan
Bedien de voorgeprogrammeerde toets „Scan“. De zoekloop begint vanaf het
actuele kanaal en loopt in kanaalnummer van de zoeklooplijst op. De LED-
indicatie knippert groen in de zoekloop-modus of brandt permanent als een
signaal of passende signalen op het kanaal worden ontvangen. Bedien de
zoeklooptoets opnieuw, om de zoekloop-modus uit te schakelen.
Fluistermodus
Bedien de fluistermodus-toets („Whisper“), om ook bij zacht spreken duide-
lijk te kunnen worden verstaan. Bedien de toets opnieuw, om de functie uit te
schakelen.
Spraakgestuurd zenden (VOX)
Bedien de voorgeprogrammeerde VOX-toets, om de VOX-functie te activeren.
Bij geactiveerde VOX-functie kan de gebruiker zenden zonder de PTT-toets
ingedrukt te houden (alleen direct op het toestel mogelijk).
Huurtijdmelding
In de huurmodus is het toestel alleen voor gebruik gedurende een bepaalde
periode ingesteld. Bedien de voorgeprogrammeerde huurtijdmeldingstoets
en het toestel geeft via een akoestische melding („1“, „2“, „3“, „4“, „5“) de
resterende tijd aan. De huurtijd kan via de software worden vastgelegd.










