Operation Manual

210
Nuttige tips
4. Nauwkeurigheid en fouten
Fout in de weergave van uw huidige locatie
Dit systeem maakt gebruik van gegevens verzameld door de GPS-satelliet, de sensor voor
snelheid van het voertuig en de trillingsgyroscoop, om de exacte positie op uw huidige locatie
te bepalen. Aangezien elk onderdeel een foutmarge heeft, kan de huidige locatie die wordt
aangegeven niet precies overeenkomen met uw feitelijke huidige positie.
Fouten door banden
Het systeem berekent de afgelegde afstand van het voertuig met gebruik van een
snelheidssensor, die de omwentelingen van de banden meet. De volgende situaties kunnen
leiden tot een belangrijke fout, waardoor positiebepaling van uw huidige positie onmogelijk
wordt.
Rijden op een slechte band.
Rijden op besneeuwd of glad wegdek of kiezel- of grindweg.
Onjuiste bandenspanning.
Rijden op nieuwe banden (de afstandscompensatie-coëfficient kan worden gewijzigd en
afgesteld).
Zorg in de volgende gevallen dat de GPS-antenne wordt geïnstalleerd zoals
aangegeven in de instructiehandleiding voor uw voertuig.
Als de signaalontvangst wordt verzwakt door lawaai of elektrische ruis van een
ander elektrisch apparaat.
Als het apparaat de juiste werking van airbags blokkeert.
Als de signalen die via de zijkant of achterkant van het voertuig worden
ontvangen, worden verzwakt door een ruit, deurpost of dakpaneel.
Als de positiebepaling van het systeem afwijkt van uw werkelijke positie, kan de
weergegeven ‘huidige locatie’ worden gecorrigeerd. Parkeer uw voertuig op een veilige
plaats voordat u doorgaat.