Operation Manual

200
Optionele functie
1. Achteruitkijkcamera gebruiken
Het beeldbereik kan per voertuig en wegcondities variëren.
Er is een limiet voor het beeldbereik. Voorwerpen tegen de uiteinden van de
bumper en onder de bumper worden niet getoond.
De kleuren van de achteruitkijkcamera kunnen afwijken van de werkelijke kleur.
De helderheid en het contrast van het beeld kunnen worden ingesteld.
(Raadpleeg “Scherm aanpassen/instellen” in de Gebruikershandleiding/
Audio”.)
Afhankelijk van het voertuig kan de richtlijn voor achteruit aan de linker- en
rechterkant vervormen. Dit betekent niet dat het systeem defect is.
In de volgende omstandigheden kan het scherm slecht zichtbaar zijn. Dit
betekent niet dat het systeem defect is.
In een donkere omgeving (of ‘s nachts)
Als de temperatuur om de camera hoog of laag is
Als er regendruppels op de lens van de camera zijn gekomen of bij een hoge
luchtvochtigheid (bij regen)
Als er zich dicht in de buurt van de camera vreemde stoffen (zoals modder)
bevinden
Als een zonnestraal of licht van een koplamp rechtstreeks in de lens straalt
Als er een sterk verlicht punt in de camera straalt (zoals weerspiegeling van de
zon op het chassis) kan het zgn. ‘smear-effect’* ontstaan.
[Schermweergave]
*Smear-effect: Een fenomeen waarbij een
verticale streep of lijn
verschijnt als een sterk
verlicht punt in de camera
straalt (zoals de
weerspiegeling van de zon op
het chassis).
Sterk verlicht punt