Operation Manual
16
Inleiding
3. GPS-navigatiesysteem
Als de bestemming is opgegeven, zoekt het systeem automatisch de route op en leidt u dan
via schermweergaven en gesproken berichten naar de plaats van bestemming.
Navigatiescherm bekijken
De navigatiekaart bestaat uit een scherm van uw huidige locatie en een schuifkaartscherm.
Oriëntatiepunt (bij weergave met rijrichting naar boven: )
Geeft de richting van de kaart weer
● Raadpleeg het deel “Kaartrichting wijzigen” op pagina 42 voor informatie over het omschakelen
van de kaartrichting (met het noorden naar boven of met de rijrichting naar boven).
Straatnaamweergave
Afhankelijk van de situatie verschijnen de volgende namen. (Uitsluitend voor geografische
punten waarover informatie in de kaartgegevens is opgenomen.)
● Naam van de huidige straat die is ingeslagen
Instructies
Kruispuntbegeleiding (weergave van naam van kruising/vergrote weergave van kruising)
wordt weergegeven.
● Raadpleeg het deel “Scherm voor routebegeleiding” op pagina 122 voor informatie over
kruispuntbegeleiding.
Richting/Resterende afstand/Landgrensbegeleiding
Afhankelijk van de situatie verschijnen de volgende symbolen.
■Weergave van richting/resterende afstand
● De afslag die op de volgende kruising moet worden genomen en de afstand naar de
volgende kruising worden weergegeven.
■Landgrensbegeleiding
● Als u met uw voertuig over de grens van een ander land bent gereden, wordt de vlag van
dat land weergegeven.
<Schuifkaart><Huidige locatie>