Operation Manual

123
5.1 ch
decoder
Op geluidsmedia, zoals cd’s, wordt een zeer uiteenlopende frequentieband van 20 Hz tot
20 kHz opgeslagen. Het is een moeilijke opgaaf om al deze frequenties op een enkele
speaker af te spelen.
Om deze uiteenlopende frequenties te kunnen afspelen, is het mogelijk verschillende
speakers te gebruiken en bepaalde frequentiebanden (zoals hoge tonen, middentonen, lage
tonen) aan bepaalde speakers toe te wijzen. De functie “Crossover” wordt gebruikt om de
frequenties die afgespeeld moeten worden, aan elke speaker toe te wijzen, in
overeenstemming met de geïnstalleerde speakers en hun layout. Zo wordt een optimale
geluidskwaliteit met de speakers bereikt en worden stabielere frequentiekarakteristieken
verkregen.
De crossover-functie bevat een hoogdoorgangsfilter (HPF) voor het afspelen van hoge tonen,
en een laagdoorgangsfilter (LPF) voor het afspelen van lage tonen. Daarnaast worden de
HPF en LPF in combinatie gebruikt om de tonen in het middenbereik af te spelen.
Als bijvoorbeeld de HPF wordt afgesteld, worden de frequenties die lager zijn dan de
gespecificeerde frequentie geleidelijk getemperd, in plaats van helemaal niet meer
afgespeeld. De “hellings”-afstellingsfunctie wordt gebruikt om deze
temperingskarakteristieken af te stellen.
De hellingskarakteristieken van een filter zijn zodanig, dat de helling met hogere
hellingswaarden (bijvoorbeeld 12 dB/oct) stijler wordt, waardoor de vermenging met
naastliggende banden minder wordt en alleen de doelband afgespeeld wordt. Hierdoor wordt
de vermenging van geluid tussen speakers echter slechter en kan er een hogere mate van
vervorming ontstaan.
De functie Crossover is een filter waarmee specifieke frequentiebanden worden toegewezen.
Een hoogdoorgangsflter (HPF) is een filter waarmee lagere frequenties dan de
gespecificeerde frequentie (lage tonen) wegvallen en hogere frequenties (hoge tonen)
worden doorgelaten.
Een laagdoorgangsflter (LPF) is een filter waarmee hogere frequenties dan de
gespecificeerde frequentie (hoge tonen) wegvallen en lagere frequenties (lage tonen)
worden doorgelaten.
De helling is het signaalniveau waarbij frequenties die één octaaf hoger of één octaaf lager
zijn, worden getemperd.
Crossover
fc1(LPF) fc2(HPF) fc3(LPF) fc4(HPF)
20 kHz
-3 dB
Lage tonen Middentonen Hoge tonen
20 Hz
fc*: Cutoff-frequentie