De onderstaande symbolen worden in de handleiding en op het apparaat zelf gebruikt als waarschuwing. Hiermee wordt getoond hoe het product veilig en correct wordt gebruikt om persoonlijk letsel aan u en anderen en schade aan eigendommen te voorkomen. Alvorens de handleiding te lezen, dient u eerst de belangrijke informatie in dit deel aandachtig door te nemen.
Inhoudsopgave Inleiding Deze handleiding gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Alvorens de eenheid te gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Meer over schijven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Meer over ondersteunde typen schijven . . . . . . . . . . . . . . . . Meer over het hanteren van schijven. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
POS (positieselectie) afstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Balans instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 LOUDNESS (TOONVERSTERKING) instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Tijdsynchronisatie instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Type voertuig (CAR TYPE) selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tweeter (TWEETER) instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Zenders selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Handmatige selectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Automatische selectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Selectie met de stationsvoorkeuzetoetsen . . . . . . . . . . . . . . Golfband selecteren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 57 57 58 Zenders opslaan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De MP3/WMA-speler gebruiken De MP3/WMA-speler gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 MP3/WMA-bestanden afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 MP3/WMA-bestanden afspelen als het scherm is uitgeklapt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 MP3/WMA-bestanden afspelen als het scherm is ingeklapt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Muziekbestand selecteren. . . . . . . . . . . . . . .
De Memory Stick-speler gebruiken De Memory Stick-speler gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 Luisteren naar Memory Stick-gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 Naar een Memory Stick luisteren als het scherm is uitgeklapt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 Naar een Memory Stick luisteren als het scherm is ingeklapt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Track selecteren. . . . . . . . . . . . . . . .
De dvd-speler gebruiken Alvorens de dvd-speler te gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . 92 Kenmerken van dvd-video’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92 Meerdere talen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Meerdere hoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ondertitels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Dvd’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instellingen voor de taal van ondertiteling . . . . . . . . . . . . . Code invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Instellingen voor de taal van menu’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . Code invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De weergave van het merkteken voor meerdere gezichtshoeken (hoekselectieteken) instellen . . . . . . . . . . . Beperkte kijkinstellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Frequentiekarakteristieken meten/weergeven . . . . . . . . . . Voorkomen dat de resultaten van de meting naar de “Memory Stick Duo” worden geschreven . . . . . . . Resultaten van de meting naar de “Memory Stick Duo” schrijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . POS (positieselectie) afstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130 130 131 132 Balans instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Ter referentie Belangrijke informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154 Als een van de volgende berichten verschijnt . . . . . . . . . . . . . . . 154 Alvorens het systeem te laten repareren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156 Overige informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158 Producten uitgerust met Dolby Digital. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158 Producten uitgerust met Macrovision . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inleiding 1. Deze handleiding gebruiken Onderwerp Onderdeel Aan elk onderwerp zijn een nummer en titel toegewezen. Aan elk onderdeel is een titel toegewezen. Bedieningshandeling Aan elke bedieningshandeling is een titel toegewezen. Bedieningsprocedure Geeft een beschrijving van de bedieningshandeling. Volg de stappen voor de bediening op volgorde van de nummers. Let op! Hier wordt aanvullende informatie omtrent de bediening gegeven.
Inleiding Gedetailleerde bedieningshandeling Aan elke gedetailleerde bedieningshandeling is een titel toegewezen. Titel van de sectie De titel van de huidige sectie. Bedieningsscherm Een scherm dat de bedieningshandeling toont. Vervolg op volgende pagina Geeft aan dat de procedure op de volgende pagina wordt voortgezet.
Inleiding 2. Kenmerken Dvd-speler met scherpe video en dynamisch geluid (Pagina 92) Speelt dvd-video-opnames af met een hoge kwaliteit beeld- en geluidsweergave. (Met dvd-media kunnen films worden opgenomen met een videokwaliteit en digitaal geluid die de kwaliteit van cd-media ver overtreffen.
Inleiding Selectie en weergave van de achtergrond van uw voorkeur (Pagina 39) U kunt de achtergrond van uw keuze selecteren en gebruiken als de achtergrond van het informatiescherm en de audiobedieningsschermen. Bovendien kan een koppeling worden gemaakt naar een scherm van de navigatieeenheid om te worden geselecteerd.
Inleiding 3. Alvorens de eenheid te gebruiken ●Wees uiterst voorzichtig en let op bij het gebruik van de bedieningsknoppen tijdens het rijden, om ongevallen te voorkomen. Zorg bovendien dat het volume zodanig is ingesteld, dat alle geluiden buiten het voertuig nog hoorbaar zijn. Dit om schade te voorkomen. ●Gebruik het systeem nooit indien er zich een defect of storing van welke soort dan ook voordoet.
Inleiding ●Oefen geen overmatige kracht uit op het beeldscherm. Dit om schade te voorkomen. ●Plaats geen andere voorwerpen dan schijven of Memory Sticks in de sleuf. Dit om schade te voorkomen. ●Wees voorzichtig dat uw vingers of andere voorwerpen klem komen te zitten in het beeldscherm wanneer dit wordt ingeklapt. Belemmering hiervan kan persoonlijk letsel en beschadiging van de eenheid veroorzaken.
Inleiding Alvorens de eenheid te gebruiken Meer over schijven ●Net als de ramen in de auto kunnen beslaan, kunnen er zich tijdens koud weer of regen waterdruppels (condensatie) in de eenheid vormen. In dit geval kan het geluid gaan verspringen of kan de muziek stoppen. Ventileer of verlaag de luchtvochtigheid in het voertuig eerst even voordat u het apparaat in gebruik neemt. ●Ter beveiliging van de onderdelen in de speler, zal de eenheid automatisch stoppen als er een storing optreedt.
Inleiding ●Super Audio-cd’s kunnen alleen worden afgespeeld in de hybride schijflaag. ●CCCD’s (Copy-control-cd’s) voldoen niet aan de officiële cd-normen en worden niet ondersteund. ●Cd-extra-schijven kunnen worden afgespeeld als audiocd’s. ●De vocale sporen op Mixed Mode-cd’s kunnen niet worden afgespeeld. Alleen de muzieksporen worden afgespeeld. ●Video-cd’s kunnen niet worden afgespeeld.
Inleiding Alvorens de eenheid te gebruiken Meer over nieuwe schijven Ruwe randen Balpen ●De randen van het middengaatje en de buitenranden van nieuwe schijven zijn soms ruw. Verwijder de ruwe randen met de zijkant van een balpen of gelijksoortig voorwerp voordat u ze gebruikt. Door ruwe randen kunnen de cd’s soms niet goed in de eenheid worden geladen. Tevens kunnen schilfers van de randen aan de afspeelbare zijde blijven plakken en het afspelen van de cd belemmeren.
Inleiding Over de Memory Stick Duo ●Laat de Memory Stick Duo nooit achter op een plaats waar deze kan worden blootgesteld aan statische elektriciteit of statische ruis. Hierdoor kunnen gegevens verloren raken. ●Ter beveiliging van de onderdelen in de speler, zal de eenheid automatisch stoppen als er een storing optreedt. Als de speler niet werkt, zelfs nadat de berichten op het scherm worden opgevolgd, kan het zijn dat het systeem is beschadigd. Neem in dit geval contact op met de plaats van aankoop.
Inleiding Alvorens de eenheid te gebruiken Over het gebruik van de Memory Stick Duo ●Veeg het oppervlak van de module regelmatig met een droge doek schoon en verwijder stof en vuil om een goede geluidskwaliteit te behouden. ●Memory Stick Duo’s met plakband of labels die zijn losgekomen, mogen niet worden gebruikt. ●Plaats de eenheid voor transport of opslag altijd in de bijgeleverde hoes. ●Raak de terminals niet aan met metalen voorwerpen of met uw handen.
Inleiding
Basisbediening 1. Modus wisselen Het systeem kan worden gebruikt met het contactslot van het voertuig in de positie AAN of ACC. Modus wisselen De bron wisselen met het beeldscherm ingeklapt Druk op VOL . Draai aan de knop VOL om de audio-bron te selecteren. ● Wanneer aan de knop VOL wordt gedraaid, wordt de bron in de onderstaande volgorde omgewisseld.
Bedieningsscherm weergeven Basisbediening Druk op AUDIO . Druk op de toets SOURCE MENU RECALL (links getoond) in het scherm voor audio- of dvd-/ videorecorderbediening. Toets SOURCE MENU RECALL Wanneer op de toets SOURCE MENU is gedrukt, verschijnt het bedieningsscherm voor de geselecteerde bron. ● Druk op om terug te keren naar het oorspronkelijke scherm.
Basisbediening 2. Bedieningsscherm van iedere modus Het bedieningsscherm voor iedere modus verschijnt zoals hieronder getoond.
Basisbediening 3. Volume instellen Hoofdvolume instellen Basisbediening Draai aan de knop VOL . ● Het volume kan worden ingesteld op een stand van 0 t/m 80. Rechtsom draaien: harder Linksom draaien: zachter VOL-knop GELUIDSSIGNAAL instellen U kunt het geluidssignaal instellen dat klinkt wanneer op een toets op het paneel of op een aanraaktoets wordt gedrukt. Druk op NAVI MENU . Druk op INFO. . Druk op SETTING in het scherm INFORMATION. Druk op 1 , 2 , 3 , 4 , of op OFF voor GUIDE TONE.
Basisbediening 4. Geluidskwaliteit instellen Stel de equalizer en de volumebalans naar wens in om uw favoriete geluidskwaliteit in uw voertuig te reproduceren. De geluidskwaliteit kan in ieder audiobedieningsscherm worden ingesteld. Het scherm voor geluidsinstelling weergeven Druk op SOUND . ● Druk op SET in het videorecorderbedieningsscherm, of op NEXT in het dvd-bedieningsscherm, gevolgd door SET om de toets SOUND weer te geven.
● Scherm voor instelling van parametrische equalizer ● Scherm voor geluidsinstelling EQ Basisbediening ● Het scherm voor geluidsinstelling kan worden omgeschakeld naar de volgende schermen.
Basisbediening Geluidskwaliteit instellen De volgende instellingen kunnen worden gemaakt in de bedieningsschermen en instellingsschermen. Aanraaktoets/item Functie Pagina PEQ De frequentiemediaan, het frequentieniveau en het Q-curvepatroon kunnen worden afgesteld met de 7-bands parametrische equalizer. 31 POS Voor een optimale luisterervaring kan de geluidsverdeling worden aangepast aan het aantal en de plaats van de inzittenden.
Hiermee wordt de geluidskwaliteit ingesteld op de meest toepasselijke kenmerken van het betreffende genre van muziek en audiobron. EQ instellen/opslaan Basisbediening EQ (equalizer) instellen De geluidskwaliteit kan worden ingesteld op basis van het genre van muziek en vervolgens worden opgeslagen. Dit systeem heeft een 7-bands parametrische equalizer, waarmee de frequentiemediaan, het frequentieniveau en de Q-curve (bandbreedte) kunnen worden afgesteld.
Basisbediening Geluidskwaliteit instellen Druk op Q1 , Q2 , of op Q3 om een Q–curve te selecteren. ● De frequentiemediaan (bandbreedte) wordt als volgt ingesteld met de Q-curvepatronen: Toets Q-curvepatroon Q1 Vlakke curve (bandbreedte: groot) Q2 Gemiddelde curve (bandbreedte: gemiddeld) Q3 Scherpe curve (bandbreedte: klein) Herhaal stap t/m om de instelling voor iedere band te wijzigen. ● In één kanaal kan niet meer dan één band op dezelfde mediaanfrequentie worden ingesteld.
Druk op een toets van EQ1 t/m EQ5 . ● Het vooringestelde patroon dat in het geheugen is opgeslagen, wordt geactiveerd. Basisbediening PEQ-patroon uit het geheugen selecteren BACK als de instellingen ● Druk op zijn gemaakt. De instelling van de PEQ-modus wordt opgeslagen en het systeem keert terug naar het vorige bedieningsscherm. EQ-curves terugzetten De huidige opgeslagen equalizer kan worden teruggezet op de standaardwaarden. Druk op FLAT totdat u een geluidssignaal hoort.
Basisbediening Geluidskwaliteit instellen POS (positieselectie) afstellen Voor een optimale luisterervaring kan de geluidsverdeling worden aangepast aan het aantal en de plaats van de inzittenden. De geluidsverdeling voor een zitplaats kan met een enkele druk op een toets worden afgesteld. Druk op een van de zitplaatsen die in het instelscherm POSITION worden weergegeven om de geluidsverdeling voor die zitplaats te activeren. ● De geselecteerde positie wordt aangegeven in een geel kader.
De balans links/rechts/voor/achter kan worden afgesteld, zodat het geluid van alle speakers op hetzelfde moment door de luisteraar worden gehoord. Druk op FADER BALANCE in het instelscherm POSITION om het scherm voor instellen van de volumebalans te openen. Basisbediening Balans instellen Druk op het gewenste balanspunt op het scherm. ● Als u de instelling fijner wilt afstellen, drukt u op , , , of . ● Druk op CENTER om de balans in het midden te plaatsen.
Basisbediening Geluidskwaliteit instellen LOUDNESS (TOONVERSTERKING) instellen Als het volume laag wordt gezet, kan het zijn dat de lage of hoge tonen onvoldoende hoorbaar zijn en moeten worden afgesteld. Druk op ON , of op OFF voor LOUDNESS (TOONVERSTERKING). ● De geselecteerde toets wordt lichtblauw. Druk op BACK .
U beschikt over een aantal vooraf ingestelde instellingen voor verschillende soorten voertuigen, waaruit u een tijdsynchronisatie kunt selecteren die overeenkomt met uw voertuig en automatisch de beste tijdsynchronisatie levert. Druk op COMPACT , SEDAN , WAGON , MINI VAN , SUV of op SMALL voor CAR TYPE (TYPE VOERTUIG). BACK als de instellingen ● Druk op Basisbediening Type voertuig (CAR TYPE) selecteren zijn gemaakt.
Basisbediening Geluidskwaliteit instellen Speaker achterin (REAR SPEAKER) selecteren De locatie van de speaker achterin kan worden geselecteerd, zodat u automatisch de optimale tijdsynchronisatie kunt selecteren. Druk op DOOR of op OTHERS voor REAR SPEAKER. BACK als de instellingen ● Druk op zijn gemaakt. De ingestelde tijdsynchronisatie wordt opgeslagen en het systeem keert terug naar het vorige scherm.
Basisbediening 5. Achtergrond van het scherm instellen Pic-CLIP instellen Druk op NAVI MENU . Basisbediening De achtergrond van het audiobedieningsscherm, informatiescherm en navigatiescherm, kan naar wens worden ingesteld. Druk op INFO. in het scherm MENU. Druk op SETTING . Druk op CHANGE voor Pic-CLIP. Druk op 1 , 2 , 3 , 4 of op 5 voor PICTURE (AFBEELDING) of MOTION PICTURE (FILM). Druk op ENTER .
Basisbediening Achtergrond van het scherm instellen Afbeelding uit een andere bron uploaden De beeldgegevens (van afbeeldingen) die op de vaste schijf van het apparaat, op een cd-r/rw of op de MG Memory Stick Duo zijn opgeslagen, kunnen als een Pic-CLIP worden weergegeven. Druk op NAVI MENU . Druk op INFO. in het scherm MENU. Druk op SETTING . Druk op CHANGE voor Pic-CLIP. Druk op CHANGE voor PICTURE.
Druk op de beeldgegevens die u voor de Pic-CLIP wilt gebruiken. Basisbediening Druk op MEMORY STICK , CD , of op HDD om de locatie van de beeldgegevens aan te geven. Druk op ENTER . ● Druk op PREVIEW om een voorbeeld van de geselecteerde afbeelding weer te geven. Druk op BACK . Druk op CUSTOM . ● De ingestelde Pic-CLIP wordt nu weergegeven. Druk op ENTER . ●Als er op dezelfde schijf andere gegevens dan beeldgegevens zijn opgeslagen, kunnen de beeldgegevens niet worden gelezen.
Basisbediening Achtergrond van het scherm instellen Opslag van beeldgegevens Beeldgegevens voor achtergronden moeten op een van de volgende manieren worden opgeslagen.
“Memory Stick Duo” •Bestanden in PIC-map Inhoud van lijstweergave (op volgorde van weergave) : PIC/6 *3 •Digitale camerabestanden : D/Automatisch aangemaakte mapnaam/3 *3 Basisbediening : PIC/5 *3 : D/Automatisch aangemaakte mapnaam/4 *3 : DCIM/6 *3 •Bestanden in hoofddirectory : ROOT/1 *3 Automatisch aan te maken map of bestand wanneer een digitale camera wordt gebruikt. 1.jpg .......... Automatisch gemaakte map *4 2.jpg .......... Automatisch gemaakte map *4 Beeldbestanden voor registratie 3.
Basisbediening Achtergrond van het scherm instellen Beeldgegevens opslaan Maximaal 100 bestanden die zijn opgeslagen op een cd-r/rw, “MG Memory Stick Duo” of “Memory Stick Duo”, kunnen naar de vaste schijf (HDD) van het apparaat worden geüpload. Druk op NAVI MENU . Druk op INFO. in het scherm MENU. Druk op DATA . Druk op SAVE (HDD) voor PicCLIP DATA.
Basisbediening Druk op MEMORY STICK of op CD om de locatie van het beeldbestand aan te geven. Druk op de beeldgegevens die u wilt opslaan. Druk op SAVE . ● Druk op ALL SAVE om alle beeldbestanden op te slaan die op de “Memory Stick Duo” of cd staan. ● Druk op PREVIEW om een voorbeeld van de geselecteerde afbeelding weer te geven. Druk op BACK om terug te keren naar het oorspronkelijke scherm.
Basisbediening Achtergrond van het scherm instellen ●Als dezelfde bestandsnaam reeds bestaat, verschijnt het volgende scherm. ●Druk op OVERWRITE om de oude gegevens te vervangen door de nieuwe. ●Druk op AUTO-ASSIGN om het bestand op te slaan met een specifiek aantal tekens voor de bestandsnaam. [Voorbeeld] Als “AA1.jpg” reeds bestaat, wordt het nieuwe bestand met dezelfde bestandsnaam hernoemd in “001_AA1.jpg” en opgeslagen.
Beeldgegevens wissen Druk op NAVI MENU . Druk op INFO. in het scherm MENU. Basisbediening Hiermee worden beeldgegevens van de vaste schijf (HDD) gewist. Druk op DATA . Druk op DELETE (HDD) voor PicCLIP DATA. Druk op de beeldgegevens die u wilt wissen. Druk op DELETE . ● Druk op ALL DELETE om alle bestanden op de vaste schijf te wissen. Druk op YES .
Basisbediening Achtergrond van het scherm instellen Openingsscherm instellen Voor het openingsscherm kan de gewenste achtergrond worden ingesteld. Dit is het scherm dat wordt weergegeven wanneer het apparaat wordt ingeschakeld. Openingsscherm instellen Druk op NAVI MENU . Druk op INFO. . Druk op SETTING . Druk op NEXT . Druk op CHANGE voor OPENING (OPENEN).
Druk op 1 , 2 of op 3 . Druk op ENTER . Basisbediening ● Het geselecteerde scherm wordt weergegeven.
Basisbediening 6. Scherm aanpassen/instellen Weergave van de toets FUNCTION wisselen In het audiobedieningsscherm en de dvd-schermen worden aanraaktoetsen die niet regelmatig worden gebruikt, niet weergegeven. Deze toetsen kunnen als volgt worden weergegeven. Druk op FUNC . ● De FUNCTION-toetsen worden weergegeven. ● Iedere audio-modus heeft weer andere FUNCTION-toetsen. ● U kunt de FUNCTION-toetsen verbergen door op te drukken.
Het scherm voor beeldafstelling weergeven Contrast, helderheid en andere instellingen voor afbeeldingen, kunnen worden afgesteld en afgestemd op de weergavevoorkeur voor het dvd-video- of het audiobedieningsscherm. Basisbediening De kwaliteit van beelden van bijvoorbeeld het audiobedieningsscherm, het navigatiescherm, de dvd (optioneel) of videorecorder (optioneel), kan worden afgesteld.
Basisbediening Scherm aanpassen/instellen Druk op DISP (kort, niet langer dan 1 seconde) in het audiobedieningsscherm of het dvd-/videorecorderscherm. Druk op ENTER als de instellingen naar wens zijn. ● Als er gedurende circa 20 seconden geen handeling wordt uitgevoerd, wordt het vorige scherm weer weergegeven.
Beeldkwaliteit instellen Basisbediening De dag- en de nachtweergave kunnen afzonderlijk worden afgesteld. ● Afstelling vanuit het audiobedieningsscherm of navigatiescherm ● Afstelling vanuit het dvd-/videorecorderscherm CONTRAST Druk op verlagen. om het contrast te verhogen, of op om het contrast te BRIGHT (HELDERHEID) Druk op verlagen. om de helderheid te verhogen, of op om de helderheid te COLOR (KLEUR) (alleen voor dvd-/videorecorderscherm) Druk op maken.
Basisbediening Scherm aanpassen/instellen Druk op BACK . ● Hiermee wordt het bedieningsscherm voor dvd of videorecorder weer getoond. NORMAL (modus NORMAAL) Het scherm wordt weergegeven met een hoogte-breedteverhouding van 3:4. De zijranden zijn zwart. WIDE 2 (modus BREED 2) Alleen de linker- en rechterzijde van het scherm worden opgerekt. De hoogtebreedteverhouding van 3:4 wordt in het midden van het scherm gehandhaafd voor een ontspannen kijkervaring.
Basisbediening 7. Bedieningspaneel instellen De inhoud van de secundaire weergave kan worden omgeschakeld tussen weergave van de audiobron en klokweergave. Druk op DISP totdat u een geluidssignaal hoort. Basisbediening Secundaire weergave wisselen ● Elke keer dat op de toets wordt gedrukt, wordt gewisseld tussen weergave van de audiobron en klokweergave. Verlichting van bedieningspaneel wisselen De kleur van de verlichting van het bedieningspaneel kan worden gewisseld van blauw in rood.
De tuner gebruiken 1. AM/FM-radio gebruiken Toets SOURCE MENU RECALL (BRONMENU OPHALEN) Stationsvoorkeuzetoetsen FUNCTION-toets •BAND •AUTO.P POWER-toets VOL-knop TUNE·TRACKtoetsen Luisteren naar de AM/FM-radio Naar de radio luisteren als het scherm is uitgeklapt Druk op VOL of druk op de toets SOURCE MENU RECALL. Druk op AM voor AM-golfband, of op FM voor FM-golfband. Naar de radio luisteren als het scherm is ingeklapt Druk op VOL . Draai aan de knop VOL en selecteer AM of FM. Druk op VOL .
Zenders selecteren Handmatige selectie of op . ● Druk één keer op de toets om de frequentie één stap omhoog of omlaag te zetten. (Eén stap op LW is 3 kHz. Op MW is dit 9 kHz. Eén stap op FM is 0,05 MHz.) ● (op) : kiest een hogere frequentie (neer) : kiest een lagere frequentie RADIO Druk op Automatische selectie Houd of ingedrukt totdat u een geluidssignaal hoort. ● De zender die het dichtst bij de huidige frequentie zit, wordt nu automatisch opgezocht.
De tuner gebruiken AM/FM-radio gebruiken Golfband selecteren Druk op FUNC . Druk op BAND . ● Iedere keer dat op de toets wordt gedrukt, wordt de golfband gewisseld in de onderstaande volgorde.
Zenders opslaan Radiozenders kunnen op twee verschillende manieren worden opgeslagen, handmatig en met AUTO. P. Deze modi werken afzonderlijk van elkaar. Controleer dat “AUTO. P” niet in het bovenste deel van het scherm wordt weergegeven. ● Als “AUTO.P” wel wordt weergegeven, geef dan de FUNCTION-toetsen weer en druk op AUTO.P om over te schakelen naar de handmatige modus. RADIO Handmatig opslaan Zoek de zender die u wilt opslaan handmatig of automatisch.
De tuner gebruiken AM/FM-radio gebruiken Meer over AUTO.P De functie AUTO.P. kan worden gebruikt om zenders tijdelijk in de stationsvoorkeuzetoetsen op te slaan. De zenders die handmatig zijn opgeslagen, blijven daarom bewaard, zelfs wanneer AUTO.P. wordt gebruikt. Radiozenders die regelmatig worden gebruikt en handmatig zijn opgeslagen, kunnen worden teruggehaald zelfs nadat AUTO.P. is gebruikt, bijvoorbeeld na een reis. Wanneer op AUTO.P wordt gedrukt terwijl AUTO.P.
Het radio-informatiesysteem of RDS kan signalen ontvangen zoals verkeersinformatie via FM. Bovendien zorgt dit systeem dat naar een ander station wordt omgeschakeld wanneer de ontvangst zwak wordt, zodat de luisteraar ononderbroken naar hetzelfde programma kan luisteren.
De tuner gebruiken AM/FM-radio gebruiken REG instellen Het systeem kan worden ingesteld om automatisch om te schakelen naar een ander RDSstation met een goede ontvangst dat dezelfde LOCAL PI (programma-identificatie)-code heeft wanneer de ontvangst van het huidige station zwak wordt. Deze instelling kan alleen worden uitgevoerd als AF is ingesteld op ON (AAN). Druk op MENU . Druk op INFO. in het scherm MENU. Druk op RDS . Druk op ON of op OFF voor REG. Druk op ENTER .
Verkeersinformatie ontvangen TP (verkeersprogramma) instellen Druk op INFO. in het scherm MENU. RADIO Druk op MENU . Druk op RDS . Druk op ON of op OFF voor TP. ● In het scherm van de radio verschijnen de letters “TP” als op ON wordt gedrukt. Druk op ENTER .
De tuner gebruiken AM/FM-radio gebruiken TA (verkeersmededelingen) instellen Druk op MENU . Druk op INFO. in het scherm MENU. Druk op RDS . Druk op ON of op OFF voor TA. ● In het scherm van de radio verschijnen de letters “TA” als op ON wordt gedrukt. Druk op ENTER .
Verkeersinformatie ontvangen Wanneer TP of zowel TP als TA zijn ingeschakeld, wordt als volgt verkeersinformatie ontvangen: ■Verkeersinformatie ontvangen als TP is ingeschakeld Stel TP in op ON; “TP” wordt weergegeven. Als de AF-lijst een beschikbaar TP-station heeft, wordt afgestemd op dit TP-station. Als niet kan worden afgestemd op een TP-station, begint “TP” in het scherm te knipperen.
De tuner gebruiken AM/FM-radio gebruiken EON-systeem (Enhanced Other Network) Als het huidige TP-station geen verkeersinformatie uitzendt, of als het signaal zwak wordt wanneer TP of TA is ingeschakeld, gebruikt het systeem de EON-AF-lijst die in het apparaat is opgeslagen en schakelt automatisch om naar een ander geschikt TP-station dat wel verkeersinformatie uitzendt. Als deze functie in werking is, verschijnen de letters “EON”.
PTY (programmatype) instellen U kunt het type RDS-station selecteren. Hiermee worden programma’s van het geselecteerde genre ontvangen. RADIO Druk op FUNC in het FMbedieningsscherm. Druk op PTY . ● Iedere keer dat op PTY wordt gedrukt, wordt het genre gewijzigd in het volgende genre, volgens de onderstaande volgorde. NEWS SPORTS CLASSICS TALK POP ● Als het genre TALK is geselecteerd, begint de volgorde vanaf dit punt.
De CD-speler gebruiken 1. De cd-speler gebruiken Toets SOURCE MENU RECALL (BRONMENU OPHALEN) FUNCTION-toets •RPT (Herh.) •RAND (Willek.) POWER-toets VOL-knop TRACK-selectie (beginpunt track)/ Doorspoelen/ Terugspoelen Luisteren naar een cd Een cd wordt afgespeeld zodra deze in de cd-sleuf is geplaatst. Naar een cd luisteren als het scherm is uitgeklapt Druk op VOL of druk op de toets SOURCE MENU RECALL wanneer de cd is geplaatst. Druk op CD . ● De cd wordt afgespeeld.
Naar een cd luisteren als het scherm is ingeklapt Druk op VOL . Draai aan de knop VOL en selecteer CD. CD Druk op VOL . ●Titels van cd’s en tracks kunnen worden weergegeven wanneer ze op de cd zijn geregistreerd. Op het scherm kunnen maximaal 28 tekens worden weergegeven. ●In de cd-text-weergave kunnen alleen tekens die in ASCII zijn geregistreerd, worden weergegeven. ●Tekstinformatie van titels die teveel tekens hebben, worden in de cd-textweergave soms niet weergegeven.
De CD-speler gebruiken De cd-speler gebruiken Track selecteren U kunt op elk moment naar het begin van een nummer gaan dat u wilt horen. Druk op ● of op . (op) : gaat naar het begin van de volgende track (neer) : gaat naar het begin van de vorige track Snel vooruit- en terugspoelen In elke track kan vooruit of terug worden gespoeld. Houd ● of ingedrukt totdat u een geluidssignaal hoort.
De cd-speler uitschakelen Druk op . CD ● Druk nogmaals om het afspelen te hervatten.
De MP3/WMA-speler gebruiken 1. De MP3/WMA-speler gebruiken Uit veiligheidsoverwegingen zijn enkele functies tijdens het rijden niet beschikbaar. Toets SOURCE MENU RECALL (BRONMENU OPHALEN) Toetsen voor bestand wisselen FUNCTION-toets •RPT (Herh.) •RAND (Willek.) POWER-toets TRACK-selectie (beginpunt track)/ Doorspoelen/ Terugspoelen VOL-knop Voorbeeld van een MP3/WMA-bestandsstructuur Alle toelichtingen zijn gebaseerd op dit voorbeeld van een MP3/WMA-bestandsstructuur.
MP3/WMA-bestanden afspelen Een cd wordt automatisch afgespeeld zodra deze in de cd-sleuf is geplaatst. MP3/WMA-bestanden afspelen als het scherm is uitgeklapt Druk op VOL of druk op de toets SOURCE MENU RECALL wanneer een schijf is geplaatst. Druk op MP3 WMA . ● De cd wordt afgespeeld. ● Gewoonlijk worden de tracks afgespeeld in de volgorde . MP3 ● Het scherm van de cd-speler wordt circa 2 seconden getoond en het systeem controleert of de geplaatste cd een muziek-cd of MP3/WMA is.
De MP3/WMA-speler gebruiken De MP3/WMA-speler gebruiken Selecteren met de toetsen TUNE/TRACK Als er meerdere muziekbestanden in een map staan, kan met de toetsen voor track-selectie (beginpunt van track) het volgende of vorige muziekbestand worden geselecteerd. Druk op ● of op . (op) : gaat naar het begin van het volgende muziekbestand (neer) : gaat naar het begin van het vorige muziekbestand ●Als muziekgegevens en MP3/WMA-gegevens op dezelfde cd zijn opgenomen, kan niet worden afgespeeld.
Snel door- en terugspoelen Het bestand dat wordt afgespeeld, kan vooruit of terug worden gespoeld. Houd ● of ingedrukt totdat u een geluidssignaal hoort. (op): doorspoelen (neer): terugspoelen Als u een geluidssignaal hoort tijdens het door- of terugspoelen, betekent dit dat het systeem is omgeschakeld in de modus voor door- of terugspoelen. Het systeem blijft door- of terugspoelen totdat u de toets loslaat. Het mapniveau kan worden gewisseld om een ander mapniveau weer te geven.
De MP3/WMA-speler gebruiken De MP3/WMA-speler gebruiken Hetzelfde muziekbestand herhalen Druk op FUNC . Druk op RPT . ● Herhaalt het huidige bestand. ● Het bestand wordt net zo lang herhaald totdat de functie wordt geannuleerd. Druk op RPT om de functie te annuleren. Muziekbestanden in willekeurige volgorde afspelen Druk op FUNC . Druk op RAND . ● Alle bestanden op het niveau van de map die momenteel wordt afgespeeld, worden in een willekeurige volgorde geselecteerd en afgespeeld.
Meer over de bestandsinformatieweergave Mapnamen en bestandsinformatie (namen van albums en titels van tracks) die op de schijf zijn geregistreerd, kunnen worden weergegeven. Hieronder wordt het aantal tekens dat kan worden weergegeven, getoond. Schermweergave Map-/bestandsnamen Muziekbestandsinformatie Max. 12 tekens Max. 14 tekens Druk op AUDIO om het bedieningsscherm te openen. MP3 Map-/bestandsnamen weergeven Bestandsinformatie weergeven Druk op TITLE .
De MP3/WMA-speler gebruiken De MP3/WMA-speler gebruiken Meer over MP3/WMA-bestanden MP3 (MPEG-1 Audio Layer III) is een standaardformaat voor het comprimeren van geluidsbestanden. Met gebruik van het MP3-formaat kan een bestand tot een tiende van zijn oorspronkelijke grootte worden verkleind. WMA (Windows MediaTM Audio) is het formaat voor compressie van Microsoft. Hiermee kunnen bestanden tot een nog kleiner formaat dan met MP3 worden gecomprimeerd.
Afspeelbare WMA-bestanden ● Ondersteunde formaten : WMA ver. 7, 8, 9 ● Ondersteunde sampler-frequenties : 44.1, 48 (kHz) ● Ondersteunde bit-snelheden : 48, 64, 80, 96, 128, 160 (kbps) * Biedt ondersteuning voor VBR * Geen ondersteuning voor omkeerbare compressie (verliesvrije compressie) Afspeelbare sampler-frequenties en ondersteunde bit-snelheden Sampler-frequenties (Hz) 44.
De MP3/WMA-speler gebruiken De MP3/WMA-speler gebruiken ID3-tag/WMA-tag MP3- en WMA-bestanden hebben een “ID3 tag/WMA tag”, die ervoor zorgen dat tekstinformatie kan worden ingevoerd zodat titels van tracks en namen van artiesten kunnen worden opgeslagen. ■ID3-tag/WMA-tag MP3 ver1.0, 1.1, 2.2, 2.3 TITLE (TITEL) Invoerbare items ARTIST (ARTIEST) 30 tekens WMA ver1.02.
Ondersteunde schijfformaten Hieronder worden de schijfformaten getoond die in dit apparaat worden ondersteund. ● Schijfformaten: CD-ROM MODE1, CD-ROM XA MODE2 (Form1) ● Bestandsformaten ■ISO9660 LEVEL 1 LEVEL 2 8 tekens 31 tekens 8 tekens + 3 tekens voor bestandsextensie 31 tekens Mapnaam (max. aantal tekens) Bestandsnaam (max.
De MP3/WMA-speler gebruiken De MP3/WMA-speler gebruiken Bestandsnamen Het apparaat herkent en speelt uitsluitend bestanden met de MP3/WMA-bestandsextensie “.MP3/.WMA”. Zorg dus, dat alle MP3/WMA-bestanden worden opgeslagen met de bestandextensie “.MP3/.WMA”. Gebruik voor de bestandsextensies altijd hoofdletters. Meervoudige sessies Meervoudige sessies zijn ondersteund en cd-r/rw-schijven waarop MP3/WMA-bestanden zijn opgenomen, kunnen worden afgespeeld.
MP3/WMA-bestanden maken en afspelen MP3/WMA-bestanden die gemaakt zijn door uitzendingen, cd’s, audio-opnames, videoopnames of live-optredens op te nemen, mogen niet worden gebruikt voor enige andere doeleinden dan persoonlijk amusement zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, zoals vastgelegd in de wetten voor auteursrecht.
De Memory Stick-speler gebruiken 1. De Memory Stick-speler gebruiken Muziekgegevens die op een Memory Stick Duo zijn opgenomen, kunnen op dit systeem worden afgespeeld met gebruik van ATRAC3 (technologie voor audiocompressie). Toets SOURCE MENU RECALL (BRONMENU OPHALEN) FUNCTION-toets •RPT (Herh.) •RAND (Willek.) POWER-toets VOL-knop TRACK-selectie (beginpunt track)/ Doorspoelen/ Terugspoelen Luisteren naar Memory Stick-gegevens Steek een Memory Stick Duo in de sleuf en sluit het bedieningspaneel aan.
Naar een Memory Stick luisteren als het scherm is ingeklapt Druk op VOL . Draai aan de knop VOL en selecteer MS. Memory Stick Druk op VOL . ●Op dit systeem kunnen alleen muziekgegevens die op MG Memory Stick Duo’s (wit) zijn opgenomen, worden afgespeeld. ●Muziekgegevens die zijn opgenomen met ATRAC3 Plus kunnen niet worden afgespeeld. ●Wanneer een MG Memory Stick Duo wordt geplaatst, kan het systeem gedurende circa 4 seconden niet worden gebruikt omdat het systeem dan bezig is de gegevens te controleren.
De Memory Stick-speler gebruiken De Memory Stick-speler gebruiken Track selecteren U kunt op elk moment naar het begin van een track gaan die u wilt horen. Druk op ● of . (op) : gaat naar het begin van de volgende track (neer) : gaat naar het begin van de vorige track Snel door- en terugspoelen De track die wordt afgespeeld, kan vooruit of terug worden gespoeld. Houd ● of ingedrukt totdat u een geluidssignaal hoort.
Tracks in willekeurige volgorde afspelen Druk op FUNC . Druk op RAND . ● Speelt tracks in willekeurige volgorde af. ● De tracks worden in willekeurige volgorde afgespeeld totdat de functie wordt geannuleerd. Druk op RAND om de functie te annuleren. ● Aan het einde van iedere track kiest het systeem een willekeurige volgende track. Zodoende is het mogelijk dat een bepaalde track meerdere keren achtereen wordt afgespeeld. De Memory Stick uitschakelen . ● Druk nogmaals op om het afspelen te hervatten.
De cd-wisselaar gebruiken 1. De cd-wisselaar gebruiken Er kan een optionele cd-wisselaar worden aangesloten en gebruikt. Toets SOURCE MENU RECALL (BRONMENU OPHALEN) POWER-toets VOL-knop Toetsen voor wisselen van schijven FUNCTION-toets •DISC RPT (SCHIJF HERHALEN) •DISC RAND (SCHIJF WILLEKEURIG) •RPT (Herh.) •RAND (Willek.
Track selecteren Zie “De cd-speler gebruiken” op pagina 70. Snel door- en terugspoelen Zie “De cd-speler gebruiken” op pagina 70. Een cd selecteren Uit alle cd’s die in de wisselaar zitten, kan een cd worden geselecteerd. Druk op een van de toetsen voor het wisselen van cd’s. ● Het nummer van de geselecteerde cd verandert van kleur. Een track of cd herhalen Zie “De cd-speler gebruiken” op pagina 70. De huidige cd herhalen Cd-wisselaar De huidige track herhalen Druk op FUNC . Druk op DISC RPT .
De cd-wisselaar gebruiken De cd-wisselaar gebruiken Tracks in willekeurige volgorde afspelen Tracks op de huidige cd afspelen in een willekeurige volgorde Zie “De cd-speler gebruiken” op pagina 70. Tracks op alle cd’s afspelen in willekeurige volgorde Druk op FUNC . Druk op DISC RAND . ● Druk één keer om de functie voor willekeurig afspelen te starten. De tracks worden net zo lang in willekeurige volgorde afgespeeld totdat de functie wordt geannuleerd. Druk op DISC RAND om de functie te annuleren.
De cd-wisselaar uitschakelen . ● Druk nogmaals op om het afspelen te hervatten.
De dvd-speler gebruiken 1. Alvorens de dvd-speler te gebruiken Dit systeem produceert beelden en digitaal geluid van hoge kwaliteit van dvd-video’s. Het systeem biedt de mogelijkheid om de taal van dvd’s die met meerdere talen (nagesynchroniseerd, ondertiteling, enz.) worden geleverd, te wisselen. Bij video’s die vanuit verschillende invalshoeken zijn opgenomen, kan de gewenste hoek worden geselecteerd en afgespeeld.
Ondertitels Sommige dvd’s worden geleverd met ondertiteling in verschillende talen, die tijdens het afspelen naar wens kunnen worden geselecteerd. De video kan ook zonder ondertiteling worden afgespeeld.
De dvd-speler gebruiken Alvorens de dvd-speler te gebruiken Regiocodes Op sommige dvd’s wordt een 2 (regiocode) getoond. Met dit merkteken (een nummer) wordt het geografische gebied aangegeven waar de dvd gespeeld kan worden. Dit systeem is alleen geschikt voor gebruik met dvd’s met regiocode “2” of “ALL (regiovrij)”. Als u dvd’s met een andere regiocode dan de hierboven genoemde codes probeert af te spelen, verschijnt het bericht “This disc cannot be played” (Deze dvd kan niet worden afgespeeld).
De structuren van dvd’s Video’s en tracks die op een dvd zijn opgenomen, zijn in talrijke segmenten onderverdeeld. Grote segmenten worden “titels” genoemd en iedere titel heeft een nummer (“titelnummer”). Titelsegmenten worden op hun beurt onderverdeeld in kleinere segmenten, die “hoofdstukken” worden genoemd, en ieder hoofdstuk heeft ook weer een nummer (“hoofdstuknummer”).
De dvd-speler gebruiken Alvorens de dvd-speler te gebruiken Werkingsstroom In het onderstaande deel wordt de stromingsreeks van functies beschreven, zoals voor bedienings en het zoeken naar beelden en instellen van standaardwaarden voor de dvd-speler. Plaats een dvd Niet automatisch gestart (Het dvd-menu wordt weergegeven) Automatisch gestart Het dvd-menu gebruiken Het dvd-menu weergeven ● Het dvd-menu gebruiken . . . . . . . . zie pagina 100.
De dvd-speler gebruiken 2. De dvd-speler gebruiken Om veiligheidsredenen kunnen dvd’s alleen worden afgespeeld met het contactslot in de stand ON (AAN) of ACC en met het voertuig volledig gestopt en geparkeerd met de parkeerrem geactiveerd. (Als het voertuig rijdt en er wordt een dvd afgespeeld, wordt alleen het geluid van de dvd geproduceerd.
De dvd-speler gebruiken De dvd-speler gebruiken De video gebruiken Video afspelen Druk op . Snel door- en terugspoelen Elke video die wordt afgespeeld kan snel vooruit of terug worden gespoeld. Vooruit-/terugspoelen met de toetsen op het bedieningspaneel Houd ● of ingedrukt totdat u een geluidssignaal hoort. (op) : doorspoelen (neer) : terugspoelen Als u een geluidssignaal hoort tijdens het door- of terugspoelen, betekent dit dat het systeem is omgeschakeld in de modus voor door- of terugspoelen.
Video pauzeren Druk op . ● Druk tijdens pauzeren ( ) kort op voor langzaam afspelen. Video stoppen .
De dvd-speler gebruiken De dvd-speler gebruiken Het dvd-menu gebruiken Het menu dat op de dvd is opgenomen, kan als volgt worden gebruikt. Druk op NEXT in het dvdbedieningsscherm. Druk op MENU of TOP MENU . Druk op . Druk op , , , of selecteer de video die u wilt afspelen. en Druk op ENTER . De dvd uitschakelen Druk op . ● Druk nogmaals op om het afspelen te hervatten (alleen audio). De opties van het menu zijn voor iedere dvd verschillend.
Zoeken naar een bepaald hoofdstuk Een bepaald videosegment kan worden opgezocht door naar de titel, het hoofdstuk of het menunummer (nummer voor afzonderlijke segmenten) te zoeken. Zoeken op hoofdstuk Druk op ● of . Hoofdstuknummer (op) : gaat naar het begin van het volgende hoofdstuk (neer) : gaat naar het begin van het vorige hoofdstuk Zoeken op titelnummer Druk op SEARCH in het dvdbedieningsscherm. Titelnummer Dvd ● Het invoerscherm voor titelnummers wordt weergegeven.
De dvd-speler gebruiken De dvd-speler gebruiken Zoeken op menunummer Druk op NEXT in het dvdbedieningsscherm. Druk op . Druk op NUMBER . ● Het invoerscherm voor menunummers wordt weergegeven. Voer het menunummer in door op het volgende te drukken: , , -10 , en +10 . ● Druk op of om de menunummers in stappen van 1 te wijzigen. ● Druk op -10 of +10 om de menunummers in stappen van 10 te wijzigen. Druk op ENTER .
De weergave van de aanraaktoetsen wijzigen De weergave van de aanraaktoetsen kan worden gewijzigd of uitgeschakeld. Aanraaktoetsen uitschakelen Druk op OFF in het dvdbedieningsscherm. ● Druk op AUDIO of raak het scherm aan om de aanraaktoetsen weer te tonen. De weergave van de aanraaktoetsen wijzigen Druk op NEXT in het dvdbedieningsscherm. Druk op . ● De positie van de aanraaktoets wordt naar boven of onderen verplaatst als u het scherm aanraakt. Dvd Druk op POSITION .
De dvd-speler gebruiken De dvd-speler gebruiken Wisselen tussen schermweergave/audio De taal van ondertitels en audio kan worden gewijzigd, evenals de gezichtshoek van de video die wordt afgespeeld. De hoek wijzigen Als een bepaalde scène op een dvd vanuit verschillende invalshoeken is opgenomen, kan de hoek worden gewijzigd. Druk op NEXT in het dvdbedieningsscherm. Druk op ANGLE als het merkteken voor meerdere gezichtshoeken wordt weergegeven.
Taal van ondertitels wisselen Als een dvd wordt geleverd met ondertiteling in verschillende talen, kan de gewenste taal worden gekozen. Druk op NEXT in het dvdbedieningsscherm. Druk op SUB TITLE . ● Het ondertitelnummer wordt weergegeven. Druk op SUB TITLE . Ondertitelnummer Dvd ● Het ondertitelnummer wordt gewijzigd en de taal van de ondertiteling wordt veranderd. ●Iedere keer dat op SUB TITLE wordt gedrukt, wordt omgewisseld naar de volgende ondertitelingstaal in de lijst op de dvd.
De dvd-speler gebruiken De dvd-speler gebruiken Taal van nasynchronisatie wisselen Als een dvd wordt geleverd met audio in verschillende talen, kan de gewenste taal worden gekozen. Druk op NEXT in het dvdbedieningsscherm. Druk op AUDIO . ● Het audionummer en de taal worden weergegeven. Druk op AUDIO . Audionummer en taal ● Het audionummer wordt gewijzigd en de taal van de audio wordt gewisseld. ●Iedere keer dat op AUDIO wordt gedrukt, wordt omgewisseld naar de volgende taal in de lijst op de dvd.
De dvd-speler instellen De voorkeurstaal voor stemmen, ondertiteling en menuweergave tijdens het afspelen van dvd’s, kan vooraf worden ingesteld. Als er meerdere gezichtshoeken, kijkbeperkingen en andere functies beschikbaar zijn, kunnen deze ook van tevoren worden ingesteld. Druk op NEXT in het dvdbedieningsscherm. Druk op SET . Druk op SETUP . Druk op de betreffende aanraaktoets om door te gaan naar de volgende pagina en de instellingen in te voeren. Dvd ● Het scherm SETUP wordt nu weergegeven.
De dvd-speler gebruiken De dvd-speler gebruiken Aanraaktoets Functie AUDIO LANGUAGE SUB TITLE Pagina Stelt de taal van de audio van de video in. Zie onder Stelt de taal van de ondertiteling van de video in. Volgende pagina MENU LANGUAGE Stelt de taal van de schermmenu’s in. Pagina 110 ANGLE INDICATOR Stelt de weergave van het merkteken voor meerdere gezichtshoeken in. Biedt beperkingen op de soorten dvd’s die afgespeeld kunnen worden.
Instellingen voor de taal van ondertiteling U kunt uw voorkeurstaal voor de ondertiteling selecteren. Druk op SUB TITLE in het scherm SETUP. Druk op de taal van uw voorkeur. ● Druk op OTHER om een andere taal dan de op het scherm weergegeven talen te selecteren. Code invoeren Druk op OTHER in het scherm SUB TITLE. Voer een taalcode in. ● Raadpleeg “Taalcodetabel” op pagina 115 voor alle taalcodes. Dvd Druk op ENTER .
De dvd-speler gebruiken De dvd-speler gebruiken Instellingen voor de taal van menu’s Hiermee kan de gewenste taal voor menu’s uit de beschikbare talen op de dvd worden geselecteerd. Druk op MENU LANGUAGE in het scherm SETUP. Druk op de taal van uw voorkeur. ● Druk op OTHER om een andere taal dan de op het scherm weergegeven talen te selecteren. Code invoeren Druk op OTHER in het scherm MENU LANGUAGE. Voer een taalcode in. ● Raadpleeg “Taalcodetabel” op pagina 115 voor alle taalcodes. Druk op ENTER .
De weergave van het merkteken voor meerdere gezichtshoeken (hoekselectieteken) instellen Het merkteken voor meerdere gezichtshoeken kan wel of niet worden weergegeven tijdens het afspelen van een video. Merkteken voor meerdere gezichtshoeken Druk op ANGLE INDICATOR in het scherm SETUP. ● Door op de toets te drukken wordt gewisseld tussen “ON” en “OFF”. Dvd Druk op ENTER .
De dvd-speler gebruiken De dvd-speler gebruiken Beperkte kijkinstellingen Met deze functie kunnen beperkingen worden ingesteld, zodat dvd’s die ongeschikt zijn voor kinderen niet kunnen worden afgespeeld. De kijkbeperking kan op verschillende niveaus worden ingesteld, in overeenstemming met de leeftijdsbeperkingen. Druk op PARENTAL SETTING in het scherm SETUP. Voer een toegangscode in door telkens één nummer in te voeren. Druk op ENTER . Druk op het gewenste beperkingsniveau. Druk op ENTER .
Video-uitvoer wijzigen Druk op VIDEO OUT in het scherm SETUP. ● Iedere keer dat op de toets wordt gedrukt, wordt de schermgrootte gewisseld in de onderstaande volgorde. 16 : 9 4:3 LETTER BOX 4:3 PAN & SCAN ● 16 : 9 De video wordt op normale schermgrootte weergegeven. Dvd-software die is opgenomen in de grootte 4 : 3, wordt getoond met zwarte randen links en rechts of wordt naar links en rechts vergroot. ● 4 : 3 (letter box) De video wordt getoond met zwarte randen boven en onder.
De dvd-speler gebruiken De dvd-speler gebruiken Dvd op afzonderlijk beeldscherm afspelen Als er een extra scherm achterin is aangesloten, kan het hoofdscherm van het apparaat op AUDIO SOURCE of op het navigatiescherm worden gezet terwijl op het scherm achterin de dvd gewoon blijft spelen. Druk op NAVI MENU . Druk op INFO. in het scherm MENU. Druk op AV SELECTOR . Druk op ON of OFF voor DVD PLAY (DVD AFSPELEN).
Taalcodetabel Deze codes worden gebruikt om de gewenste taal voor audiotracks, ondertiteling en schermmenu’s op te geven.
De videorecorder gebruiken 1. De videorecorder gebruiken Videobanden kunnen worden afgespeeld door een in de handel verkrijgbare videorecorder aan te sluiten. Om veiligheidsredenen kunnen video’s alleen worden afgespeeld met het contactslot in de stand ON (AAN) of ACC en met het voertuig volledig gestopt en geparkeerd met de parkeerrem geactiveerd. (Als de videorecordermodus (VTR) wordt geactiveerd tijdens het rijden, worden alleen de geluidssporen afgespeeld.
Omschakelen naar het videorecorderinstellingenscherm Schakel om naar het videorecorderinstellingenscherm in videorecordermodus om de volgende handelingen uit te voeren. ● Afstellen van geluidskwaliteit (EQ, POS, enz.) ● Wisselen van schermmodi (breedbeeld) Videorecorder Druk op SET . BACK om het videorecorderbedieningsscherm weer te openen. ● Druk op ●Nadat is omgeschakeld naar het videorecorderbedieningsscherm, worden de aanraaktoetsen ongeveer 6 seconden weergegeven.
De videorecorder gebruiken De videorecorder gebruiken Weergaveformaat wisselen Het weergaveformaat (PAL of NTSC) kan worden omgewisseld en afgestemd op het type videorecorder dat op het apparaat is aangesloten. Druk op NAVI MENU . Druk op INFO. in het scherm MENU. Druk op SETTING . Druk op AUTO , PAL of NTSC voor VIDEO CONVERT. ● AUTO : schakelt automatisch om op het type videorecorder dat op het systeem is aangesloten. PAL : alleen PAL-video’s worden afgespeeld.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten 1. Alvorens de geluidskwaliteit in te stellen Beschikbare functies als de optionele 5.1 ch decoder/AV-matrixeenheid is aangesloten Item Functie Pagina Parametrische EQ Voer een 5-bands parametrische equalizer-afstelling op elk kanaal (voor, achter, midden) uit en een 1-bandsafstelling op de woofer, voor een totaal van een 16-bandsafstelling.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten Alvorens de geluidskwaliteit in te stellen Item Functie Pagina Harmonizer Wanneer originele tracks in MP3/WMA-formaat worden geconverteerd, worden frequenties die gewoonlijk niet hoorbaar zijn voor het menselijk oor, gecomprimeerd.
[Kenmerken parametrische equalizer] 1. Frequentiemediaan kan variëren. Hoog [Geluidsdruk] Laag Laag [Frequentie] Hoog Laag [Frequentie] Hoog [Frequentie] Hoog 2. Versterking kan variëren. Hoog [Geluidsdruk] Laag 3. Q (scherpte/bandbreede) kan variëren. Hoog [Geluidsdruk] Laag 5.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten Alvorens de geluidskwaliteit in te stellen Tijdsynchronisatie Voor audiosystemen in voertuigen geldt, dat de afstand tussen de luisteraar en de linker- en de rechterspeaker bijna altijd verschillen door de positie van de speakers en de plaats van de luisteraar.
Crossover Op geluidsmedia, zoals cd’s, wordt een zeer uiteenlopende frequentieband van 20 Hz tot 20 kHz opgeslagen. Het is een moeilijke opgaaf om al deze frequenties op een enkele speaker af te spelen. Om deze uiteenlopende frequenties te kunnen afspelen, is het mogelijk verschillende speakers te gebruiken en bepaalde frequentiebanden (zoals hoge tonen, middentonen, lage tonen) aan bepaalde speakers toe te wijzen.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten Alvorens de geluidskwaliteit in te stellen ECLIPSE-webservices – aangepaste geluidseffecten De instellingen voor parametrische equalizer, tijdsynchronisatie en crossover kunnen ofwel op het systeem zelf worden ingesteld of via de ECLIPSE-website. Vraag uw leverancier voor verdere informatie over het gebruik van deze instellingen.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten 2. Geluidskwaliteit instellen De geluidskwaliteit kan in ieder audiobedieningsscherm worden ingesteld. Het scherm voor geluidsinstelling weergeven Druk op SOUND . ● Druk op SET in het videorecorderbedieningsscherm, of op NEXT in het dvd-bedieningsscherm, gevolgd door SET om de toets SOUND weer te geven.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.
PEQ (parametrische equalizer) instellen Als de optionele 5.1 ch decoder/AV-matrixeenheid is aangesloten, kan de parametrische equalizer worden gebruikt om een 5-bandsafstelling op elk kanaal (voor, midden en achter) en een 1-bandsafstelling op de woofer uit te voeren, voor een totaal van een 16-bandsafstelling. Elke band kan op de volgende frequentiemedianen worden ingesteld: Kanaal Voor Midden Achter Instelbare frequentie (Hz) 1 t/m 5 20, 25, 31.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten Geluidskwaliteit instellen Een PEQ afstellen/opslaan Druk op PEQ in het scherm voor geluidsinstelling. Druk op FRONT , REAR , CENTER of WOOFER om het kanaal te selecteren dat moet worden afgesteld. Druk op BAND om de band te selecteren die moet worden afgesteld. ● Iedere keer dat op BAND wordt gedrukt, wordt de band gewijzigd volgens de onderstaande volgorde.
Druk op Q om het Qcurvepatroon te selecteren. ● Iedere keer dat op de toets wordt gedrukt, wordt het Q-curvepatroon gewijzigd in de onderstaande volgorde. Q1 (scherp) Q2 (middelmatig scherp) Q3 (normaal) Q4 (middelmatig langzaam) Q5 (langzaam) Herhaal stap t/m om de instelling voor ieder kanaal en iedere band te wijzigen. ● Op één kanaal kan niet meer dan één band op dezelfde mediaanfrequentie worden ingesteld.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten Geluidskwaliteit instellen PEQ-patroon uit het geheugen selecteren Druk op de toets EQ1 t/m EQ5 . ● Het vooringestelde patroon dat in het geheugen is opgeslagen, wordt geactiveerd. BACK als de instellingen ● Druk op zijn gemaakt. De instelling van de PEQ-modus wordt opgeslagen en het systeem keert terug naar het vorige bedieningsscherm.
Resultaten van de meting naar de “Memory Stick Duo” schrijven Plaats de “Memory Stick Duo”. Druk gedurende minstens 2 seconden op MEASURE totdat u een geluidssignaal hoort. ● Als de toets is ingedrukt, begint het systeem 10 seconden af te tellen. Verlaat het voertuig gedurende deze 10 seconden. ● De speakers beginnen een geluid te produceren en de frequentiekarakteristieken worden gemeten. ● Wanneer de metingen voltooid zijn, verschijnen de resultaten op het scherm.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten Geluidskwaliteit instellen POS (positieselectie) afstellen Voor een optimale luisterervaring kan de geluidsverdeling worden aangepast aan het aantal en de plaats van de inzittenden. De geluidsverdeling voor een zitplaats kan met een enkele druk op een toets worden afgesteld. Druk op een van de zitplaatsen die in het instelscherm POSITION worden weergegeven om de geluidsverdeling voor die zitplaats te activeren.
Balans instellen De balans links/rechts/voor/achter kan worden afgesteld, zodat het geluid van alle speakers op hetzelfde moment door de luisteraar worden gehoord. Druk op FADER BALANCE in het instelscherm POSITION om het scherm voor instellen van de volumebalans te openen. Druk op het gewenste balanspunt op het scherm. ● Als u de instelling fijner wilt afstellen, drukt u op , , , of . ● Druk op CENTER om de balans in het midden te plaatsen. BACK als de instellingen ● Druk op zijn gemaakt.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten Geluidskwaliteit instellen LOUDNESS (TOONVERSTERKING) instellen Als het volume laag wordt gezet, kan het zijn dat de lage of hoge tonen onvoldoende hoorbaar zijn en moeten worden afgesteld. Druk op ON of OFF voor LOUDNESS (TOONVERSTERKING). ● De geselecteerde toets wordt lichtblauw.
Surround-sound instellen/afstellen Wanneer de optionele 5.1 ch decoder/AV-matrixeenheid is aangesloten, wordt ondersteuning geboden voor Dolby Digital (5.1 ch), DTS (5.1 ch), LPCM en and Dolby Pro Logic II. Schijven die met deze technologieën zijn opgenomen, bieden de luisteraar zelfs in beperkte ruimten perfecte theatergeluidskwaliteit. Dolby Pro Logic II instellen Dolby Pro Logic II geven soundtracks die in stereo (2 ch) zijn opgenomen een diepere, vollere geluidskwaliteit.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten Geluidskwaliteit instellen Het CENTER LEVEL (MIDDENNIVEAU) instellen Hiermee wordt het uitgangsniveau voor spraak en muziek van de middenspeaker ingesteld. Druk op LEVEL. of voor CENTER ● Het middenniveau kan op een stand van -10 t/m 10 worden gezet (in stappen van één). : niveau verhogen : niveau verlagen BACK als de instellingen ● Druk op zijn gemaakt.
CENTER WIDTH (MIDDENBREEDTE) instellen Als Dolby Pro Logic II is ingesteld op MUSIC en de middenspeaker op LARGE of SMALL, wordt de muziek vanuit de middenspeaker naar de linker- en rechterspeakers voorin geleid. Druk op WIDTH. of voor CENTER ● Het niveau voor middenbreedte kan op een stand van 0 t/m 7 worden gezet (in stappen van één). : niveau verhogen : niveau verlagen 5.1 ch decoder BACK als de instellingen ● Druk op zijn gemaakt.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten Geluidskwaliteit instellen COMPRESSION instellen Met Compression (compressie) wordt de het bereik van de geluidservaring afgesteld, ofwel het verschil tussen maximum en minimum bij het afspelen van een dvd met Dolby Digital (5.1 ch) of DTS (5.1 ch).
Speakers instellen/afstellen De speakers die op het systeem zijn aangesloten, kunnen worden ingesteld en fijner worden afgesteld. De volgende instellingen en afstellingen kunnen worden uitgevoerd als de optionele 5.1 ch decoder/AV-matrixeenheid is aangesloten. ● Speakersysteem ● Tijdsynchronisatie ● Crossover ● Speakergrootte ● Speakerniveau Speakersysteem instellen De instellingen kunnen worden afgestemd op het aangesloten speakersysteem (1-wegssysteem met 4 speakers of 3-wegssysteem voorin).
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten Geluidskwaliteit instellen Tijdsynchronisatie afstellen De vertragingstijd en het geluidsniveau voor elke speaker kunnen worden afgesteld, om eventuele fasecorrecties van het geluid ten opzichte van de luisterpositie uit te voeren. Daarnaast heeft de optionele 5.1 ch decoder/AV-matrixeenheid een functie voor het automatisch corrigeren van de tijdsynchronisatie.
●Gebruik de onderstaande informatie om de vertragingstijd te berekenen. A = (B-C)/34 A: Vertragingstijd (ms) B: Afstand vanaf de luisterpositie tot de verste speaker (cm) C: Afstand vanaf de luisterpositie tot de speaker die moet worden afgesteld (cm) B 5.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten Geluidskwaliteit instellen Automatische afstelling Sluit een microfoon aan op een optionele 5.1 ch decoder/AV matrixeenheid. ● Zet de microfoon in de positie van het oor en bevestig hem aan de neksteun of ander geschikt onderdeel. (Gebruik tape of band om de microfoon te bevestigen.) Druk op AUTO . ● Als de toets is ingedrukt, begint het systeem 10 seconden af te tellen.
Crossover afstellen Wijs specifieke frequentiebanden aan iedere speaker toe voor verbeterde geluidsintegratie. Druk op SETTING in het scherm voor geluidsinstelling. Druk op X-OVER in het instelscherm. Druk op de afzonderlijke speakers en selecteer de speaker die u wilt afstellen. ● Iedere keer dat op FRONT MID wordt gedrukt, wordt gewisseld tussen HPF (hoogdoorgangsfilter) en LPF (laagdoorgangsfilter).
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten Geluidskwaliteit instellen Druk op of voor FREQUENCY en selecteer de cut off-frequentie. ● : cut off-frequentie verhogen : cut off-frequentie verlagen ● De volgende cut off-frequenties kunnen worden geselecteerd. Speaker Cut off-frequentie (Hz) FRONT (HI, MID, MID-L) CENTER REAR 100, 125, 160, 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1 k, 1.25 k, 1.6 k, 2 k, 2.5 k, 3.15 k, 4 k, 5 k, 6.3 k, 8 k, 10 k, 12.
Uitgangsniveau van de subwoofer instellen Als een subwoofer is aangesloten, kan het gewenste uitgangsniveau voor de audio worden ingesteld. Druk op SETTING in het scherm voor geluidsinstelling. Druk op X-OVER in het instelscherm. Druk op WOOFER . Druk op of voor LEVEL om het uitgangsniveau van de subwoofer af te stellen. ● : niveau verhogen : niveau verlagen 5.1 ch decoder BACK als de instellingen ● Druk op zijn gemaakt.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten Geluidskwaliteit instellen Fase instellen De samenkomst van het geluid tussen de speakers voor en achter en de subwoofer kan worden verbeterd door de fase te selecteren. Selecteer een fase waarmee het geluid van de speakers zonder vervorming wordt gecombineerd. Druk op SETTING in het scherm voor geluidsinstelling. Druk op X-OVER in het instelscherm. Druk op WOOFER .
Speakerniveaus afstellen Druk op SETTING in het scherm voor geluidsinstelling. Druk op SP LEVEL in het instelscherm. Druk op of voor iedere speaker om het speakerniveau af te stellen. ● Als de 1 WAY-speaker is geselecteerd ● Het speakerniveau kan worden ingesteld op een stand van -10 t/m 0 dB (in stappen van 0,1 dB). : niveau verhogen : niveau verlagen ● Als de 3 WAY-speaker is geselecteerd 5.1 ch decoder BACK als de instellingen ● Druk op zijn gemaakt.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten Geluidskwaliteit instellen Speakergrootte instellen Druk op SETTING in het scherm voor geluidsinstelling. Druk op SP LEVEL in het instelscherm. Druk op CENTER , REAR , en WOOFER om de grootte van de speakers in te stellen. ● Iedere keer dat op de toets voor een speaker wordt gedrukt, wordt de grootte gewijzigd in de onderstaande volgorde.
■Speakerinstellingen en functies CENTER REAR WOOFER Grootte Functie NONE (GEEN) Levert muziek/geluid aan de middenspeaker voor de voorspeakers rechts en links. SMALL (KLEIN) Deze instelling wordt gebruikt als de speakers die op het systeem zijn aangesloten, geen frequenties onder 100 Hz kunnen uitvoeren. (Frequenties onder 100 Hz worden niet geproduceerd.) LARGE (GROOT) Deze instelling wordt gebruikt als de speakers die op het systeem zijn aangesloten, frequenties onder 100 Hz kunnen uitvoeren.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten Geluidskwaliteit instellen Geluidsgegevens importeren Geluidsgegevens die met gebruik van de ECLIPSE-website zijn afgesteld, kunnen worden gedownload naar een “Memory Stick Duo” en in het systeem worden geïmporteerd. Vraag uw plaatselijke leverancier om meer informatie. Plaats de “Memory Stick Duo” waarop de geluidsgegevens moeten worden opgeslagen. Druk op NAVI MENU . Druk op INFO. in het scherm MENU.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten 3. Scherminstellingen Beschikbare scherminstellingen als de optionele 5.1 ch decoder/AV-matrixeenheid is aangesloten Er kunnen maximaal twee externe beeldschermen worden aangesloten wanneer de 5.1 ch decoder/AV-matrixeenheid is aangesloten. Op elk beeldscherm kunnen dan afzonderlijke beelden worden weergegeven.
Het apparaat gebruiken wanneer een optionele 5.1 ch decoder/AV matrix-eenheid is aangesloten 4. AUX gebruiken Op de aansluiting DIGITAL van de 5.1 ch decoder/AV-matrixeenheid kan een draagbare audiospeler of gelijksoortig apparaat worden aangesloten. VOL-knop Luisteren naar AUX Omschakelen naar AUX met de aanraaktoetsen Druk op VOL of druk op de toets SOURCE MENU RECALL wanneer een draagbare audiospeler is aangesloten. Druk op AUX .
AUX-invoer wisselen Afhankelijk van de terminals die op de 5.1 ch decoder/AV-matrixeenheid zijn aangesloten, kan de AUX-invoer worden gewisseld. 5.1 ch decoder Druk op DIGITAL1 of DIGITAL2 om van de invoermodus te wisselen.
Ter referentie 1. Belangrijke informatie Als een van de volgende berichten verschijnt Als een van de volgende berichten verschijnt, dient u aan de hand van de kolommen Oorzaak en Oplossing uw systeem te controleren. Bericht Oorzaak Oplossing CD SEEK De cd-wisselaar zoekt naar schijven nadat een magazijn in de wisselaar is geplaatst. Wacht tot het systeem het type van de schijf heeft vastgesteld. CD DOOR OPEN De klep van de cd-wisselaar is geopend. Sluit de klep van de cd-wisselaar.
Oorzaak Oplossing This Memory Stick is not available. U hebt geprobeerd gegevens op te slaan op de vaste schijf van een Memory Stick Duo die niet door het systeem wordt ondersteund. Controleer dat het geplaatste type Memory Stick op dit systeem wordt ondersteund. (Zie pagina 21) There are no playable files. De MG Memory Stick Duo bevat geen afspeelbare muziekgegevens. Zorg, dat de Memory Stick muziekgegevens bevat. Can not read disc due to guard.
Ter referentie Belangrijke informatie Alvorens het systeem te laten repareren Kleine verschillen in werking kunnen soms verward worden met een storing of een defect. Alvorens het systeem in te leveren voor reparatie, dient u daarom eerst de onderstaande tabel te controleren. Als hiermee het probleem niet kan worden opgelost, dient u contact op te nemen met uw leverancier. Symptoom Mogelijke reden Dit is een kenmerk van lcdschermen. Uw systeem is niet defect. Wacht een moment.
Mogelijke reden Oplossing Het contactslot van het voertuig is niet ingeschakeld. Zet het contactslot van het voertuig in de stand ACC of ON. Het verbindingssnoer is niet goed aangesloten. Controleer of elk verbindingssnoer goed is aangesloten. Er is een oplichtend puntje in het scherm. Ten minste 99,99% van de pixels van het lcd-scherm is effectief, maar het kan voorkomen dat 0,01% van de pixels niet oplichten of verlicht blijven. Dit is geen defect, dus u kunt het systeem gewoon blijven gebruiken.
Ter referentie 2. Overige informatie Producten uitgerust met Dolby Digital Geproduceerd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby” en het dubbele-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Vertrouwelijk niet-gepubliceerd werk. ©1992-1997 Dolby Laboratories, lnc. Alle rechten voorbehouden. Geproduceerd onder licentie van Dolby Laboratories, Inc. Dolby en het dubbele-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Vertrouwelijk niet-gepubliceerd werk. ©1992-1997 Dolby Laboratories, lnc.
Ter referentie 3. Verklarende woordenlijst (Compact Disc Recordable) Cd-da (Compact Disc Digital Audio) Cd-rw (Compact Disc ReWritable) EQ (Equalizer) MP3 (MPEG-1 Audio Layer-3) LPCM (Lineaire PCM) Dit zijn schijven waarop slechts één keer iets kan worden opgenomen. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist. Er bestaan twee soorten cd-r-schijven, de ene met een capaciteit van 650 MB (74 minuten muziek), net als een gewone cd, en de andere met een capaciteit van 700 MB (80 minuten muziek).
Ter referentie Verklarende woordenlijst Track SCMS (Serial Copy Management System) Kijkbeperking Titel 160 Een track of spoor is de enkele afscheiding voor een nummer op een muziek-cd. Met digitale opnames is de verslechtering van geluidskwaliteit uiterst gering. Om deze reden is het voor de bescherming van auteursrecht bepaald dat digitale opnameapparatuur gebruik moet maken van een enkele geluidsbron met een digitaal signaal voor verdere kopieën van dezelfde gegevens.
Ter referentie 4. Index van onderwerpen Scherm- en geluidsafstelling [Met betrekking tot schermafstelling] Het audiobedieningsscherm of videorecorderscherm duidelijker leesbaar maken “Het scherm voor beeldafstelling weergeven” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P51 Scherm uitschakelen “Scherm uitschakelen”. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P52 Achtergrond veranderen “Pic-CLIP instellen” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Ter referentie Index van onderwerpen ● MP3-geluid afstellen “Harmonizer instellen” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P38 ● Versterking toevoegen voor afluisteren bij hoog/laag volume “LOUDNESS (TOONVERSTERKING) instellen” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P36 AM/FM-radio gebruiken Luisteren naar de radio “Luisteren naar de AM/FM-radio” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P56 Radiozenders opzoeken “Zenders selecteren” . . . . . . . . .
MP3/WMA-speler gebruiken MP3-bestand afspelen “MP3/WMA-bestanden afspelen” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P73 Muziekbestand of map selecteren en afspelen “Muziekbestand selecteren” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P73 Teruggaan naar een niveau, of opzoeken op welk niveau u bent “Weergave van huidig niveau wisselen” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P75 Hetzelfde muziekbestand herhalen “Hetzelfde muziekbestand herhalen” . . . . . .
Ter referentie Index van onderwerpen Dvd-speler gebruiken Dvd-video afspelen “Een dvd afspelen” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P97 Meer over dvd’s ● De keurmerken en merktekens op dvd’s en hun verpakking “Merktekens op dvd’s” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P94 ● Informatie over afspeelbare dvd’s “Afspeelbare dvd’s” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Speler instellen “Taal van de audio instellen” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P108 “Instellingen voor de taal van ondertiteling” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P109 “Instellingen voor de taal van menu’s”. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P110 “De weergave van het merkteken voor meerdere gezichtshoeken (hoekselectieteken) instellen” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P111 “Beperkte kijkinstellingen” . . . . . . . . .
Ter referentie Index van onderwerpen Scherm instellen ● Beeld van extern beeldscherm instellen “Beeldinstellingen voor externe beeldschermen”. . . . . . . . . . . . . . . . P151 Draagbare audiospeler gebruiken “Luisteren naar AUX” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P152 Als iets niet duidelijk is Als u een bepaald schermbericht niet begrijpt “Als een van de volgende berichten verschijnt” . . . . . . . . . . . . . . . . .
Ter referentie 6. Index M Achtergrond ............................................39 Memory Stick-speler gebruiken.............. 84 AM/FM-radio gebruiken ..........................56 ANGLE (HOEK) ....................................104 Merkteken voor meerdere gezichtshoeken................................. 104 AUTO.P ..................................................59 MP3-speler gebruiken ............................ 72 B BRIGHT (HELDERHEID)........................53 C Cd-r (cd recordable)........