Quick Start Guide

140
aRaak de kijk-modi toets aan om het aanzicht
van de landkaart te veranderen.
Druk op [Menu] om het menuscherm voor navigatie
("Navigation Menu") weer te geven. In het scherm
"Navigation Menu" worden de schermen voor
navigatie en instellen weergegeven.
a
a [Find Address]:
Een adres vinden. Door een adres op te
geven, kan de kaart van dit adres worden
weergegeven.
b [History]:
Geschiedenis. De kaart in de buurt van
het vorige bestemmingspunt kan worden
weergegeven.
c [Find POI]:
Door de naam van een POI (=een
interessante plaats) in te voeren, kan de
kaart in de buurt van de POI worden
weergegeven. Door de naam van een
adres in de voeren, kan bovendien de
kaart van de omgeving worden
weergegeven.
d [Favorites]:
De kaart in de buurt van het vorige
favoriete punt kan worden weergegeven.
e [Settings]:
Instellingen. Wijzig de navigatie-instellingen.
In de "Simple mode" (eenvoudige modus)
kunt u de taal van het navigatiescherm, de
stem en het achtergrondscherm wijzigen. U
kunt ook informatie over de kaart en de
licentie opvragen.
Voer tekst en nummers in om adressen en
namen van interessante plekken te vinden.
Het invoerscherm voor tekst verschilt per functie.
a Keyboard tekstinvoer:
Raak het scherm aan om tekens in te
voeren.
b []:
Verwijdert een tekens uit de ingevoerde
tekst.
c [aA]:
Tussen hoofdletters en kleine letters
wisselen.
d [@/!]:
Invoermodus voor symbolen.
e Andre taal:
Selecteer de invoertaal. De taal voor het
invoeren van tekens kan uit de
weergegeven lijst worden geselecteerd.
De lay-out van het keyboard verandert
met de taal mee.
f [Done]:
Zoek naar de ingevoerde tekst.
De oriƫntatie veranderen
: Geeft de kaart altijd met het
noorden boven weer, onafhankelijk
van de richting waarin de auto rijdt.
: De bovenkant van de kaart is de
richting waarin de auto rijdt.
: Geeft een 3D-weergave van de
kaart weer.
De 3D-weergave toont het zicht
aan de voorzijde, blik naar boven.
"Navigation Menu" bediening van
het scherm
a
d
b
c
e
Tekst invoeren
a
ed
b
fc