Operation Manual

82
82
Overzicht van het navigatiesysteem
Bediening
De oorspronkelijke positie weergeven in het cursormenu
Als het cursormenu open staat, is er een bijzonder pictogram ( ) dat de positie van de cursor
aangeeft waar het menu werd geopend.
U kunt in- en uitzoomen op de kaart, de kaart bewegen kaart en de cursor op een andere
positie plaatsen. De gebruikelijke cursor ( ) verschijnt en met de knoppen van het
cursormenu kunt u acties uitvoeren voor deze nieuwe locatie.
Tik op om terug te keren naar de oorspronkelijke positie van de cursor. De kaart springt
terug naar de positie die ze had bij het openen van het cursormenu en het -pictogram
verschijnt opnieuw.
De gewenste schaal instellen
De slimme zoomfunctie biedt heel wat meer dan een gewone automatische zoomfunctie.
Als u een route volgt die berekend is door het navigatiesysteem:Als u een vertakking
nadert, zal er worden ingezoomd en zal de gezichtshoek worden verhoogd zodat u
gemakkelijk kunt zien welk manoeuvre u moet uitvoeren. Als de volgende bocht nog veraf is,
zoomt het navigatiesysteem uit en verlaagt het de gezichtshoek naar volledig vlak om u de
weg te laten zien die voor u ligt.
Als u rijdt zonder actieve route: De slimme zoomfunctie zal inzoomen als u traag rijdt en
uitzoomen als u snel rijdt.
De slimme zoomfunctie activeren
Raak de kaart aan zodat de kaartbedieningsknoppen verschijnen en raak vervolgens aan
om de slimme zoomfunctie te activeren.
De slimme zoomfunctie nauwkeurig afregelen
Raak de kaart aan zodat de kaartbedieningsknoppen verschijnen en blijf vervolgens
aanraken om het instelvenster voor de slimme zoomfunctie te activeren. Pas de
zoombeperkingen van de slimme zoomfunctie aan uw behoeftes aan.