GEBRUIKERSHANDLEIDING In-Car Audio Visual Navigation We danken u voor uw aankoop van deze ontvanger. Gelieve deze handleiding te lezen voor een correcte bediening. We raden u aan deze handleiding na het lezen op een veilige plaats te bewaren, zodat u ze later nog kunt raadplegen.
De symbolen die hieronder worden beschreven, zijn zowel in deze gebruikershandleiding als op het apparaat zelf te vinden en dienen om een correct en veilig gebruik te garanderen en verwondingen of materiële schade te voorkomen. Zorg dat u de betekenis van deze symbolen begrijpt voordat u de rest van deze handleiding leest. Voorzorgsmaatregelen voor gebruik De volgende symbolen kondigen informatie aan die nuttig is voor het voorkomen van schade aan het apparaat en voor een vlotte bediening.
Inhoudsopgave Voor gebruik 1. Voorzorgsmaatregelen voor veiligheid .......................... 14 2. Dit document bekijken. ................................................... 19 3. Over deze ontvanger ........................................................ 21 Benamingen van bedieningselementen en werking ......................................21 Paneelknoppen .............................................................................................................. 21 Aanraakknop ........................
Helderheid................................................................................................................. 36 Kleurbalans (geldt alleen voor het videoscherm) ...................................................... 36 Kleurdichtheid (geldt alleen voor het videoscherm) .................................................. 37 ESN (Eclipse Security Network) instellen ......................................................37 Weergave van het ESN-instelscherm .........................................
Bediening 1. Overzicht van het navigatiesysteem............................... 51 Navigatiemenu ...................................................................................................51 Instelscherm voor navigatiedetails..................................................................51 Instelmenu...................................................................................................................... 51 Snelmenu ......................................................................
De gewenste schaal instellen......................................................................................... 82 De slimme zoomfunctie activeren ............................................................................. 82 De slimme zoomfunctie nauwkeurig afregelen ......................................................... 82 De afgelegde weg weergeven........................................................................................ 83 Logs gebruiken .........................................
Instellen aan de hand van geschiedenis .......................................................108 Instellen aan de hand van coördinaten ........................................................109 Zoekmenu ........................................................................................................109 De route weergeven (in overeenstemming met het scherm) ...................................... 110 Verkeer..............................................................................................
Wat doet u als... 1. Weergave van informatie over de verbindingsstatus ......... 125 Weergave van informatie over de verbindingsstatus .................................125 2. Nauwkeurigheid en fouten............................................. 126 Over de nauwkeurigheid van metingen ........................................................126 Over de kwaliteit en status van de gps-satelliet ..........................................126 Fouten in de weergave van de huidige locatie ..........................
De fase wijzigen .......................................................................................................... 142 De laagdoorlaatfilter instellen ...................................................................................... 142 Loudness instellen .........................................................................................142 Bronvolumeregeling instellen .......................................................................143 De geluidskwaliteit regelen ................
REG-instelling (Regionaal) .............................................................................154 TP (verkeersprogramma)/TA (verkeersberichten) instellen om verkeersinformatie te ontvangen ...................................................................155 Ontvangst van verkeersinformatie ................................................................155 Verkeersinformatie ontvangen als de TP-functie ingeschakeld is................................
Over ondersteunde MP3-bestanden ............................................................................ 165 Ondersteunde WMA-bestanden .................................................................................. 165 ID3/WMA-tags .............................................................................................................. 166 Ondersteunde types media .......................................................................................... 166 Over diskformaten ...................
Multi-audiofunctie ......................................................................................................... 176 Multihoeksfunctie.......................................................................................................... 176 Functie voor weergave van ondertiteling...................................................................... 176 Disks .................................................................................................................
De menutaal instellen................................................................................................... 192 De code invoeren .................................................................................................... 192 De weergave van de aanduiding voor meerdere hoeken instellen .............................. 193 Het niveau van ouderlijk toezicht instellen ................................................................... 193 De video-uitvoer wijzigen ...........................
Draagbare audioapparaten bedienen 1. De iPod®-speler gebruiken ............................................ 208 De iPod-speler gebruiken ...............................................................................208 Naar de iPod luisteren.....................................................................................208 Snel vooruit/terugspoelen ..............................................................................209 Het gewenste muziek- of videobestand selecteren..........................
Naslag 1. Belangrijke informatie .................................................... 225 Indien de volgende berichten verschijnen....................................................225 Als u denkt dat er een defect is......................................................................228 2. Verklarende woordenlijst ............................................... 230 3. Specificaties....................................................................
Voor gebruik Voorzorgsmaatregelen voor veiligheid WAARSCHUWING ● Wijzig dit systeem niet voor andere dan de in dit document beschreven doeleinden. Wijk ook niet af van de in dit document beschreven installatieprocedure. Eclipse aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, met inbegrip van, maar niet beperkt tot ernstig letsel, dood of materiële schade, veroorzaakt door installatieprocedures die niet voorziene bediening mogelijk maken. ● Het apparaat werkt op een voeding van 12V DC.
● Voor sommige apparaten is het gebruik van batterijen noodzakelijk. Installeer nooit het apparaat waar de batterijen toegankelijk zijn voor jonge kinderen. Raadpleeg onmiddellijk een arts indien een batterij wordt ingeslikt. ● Tijdens het rijden mag u uw blik nooit van de weg afwenden om het apparaat te bedienen. Houd uw blik op de weg gericht om ongevallen te voorkomen. Verlies de concentratie op het rijden niet als u het apparaat bedient of afregelt.
Voor gebruik Voorzorgsmaatregelen voor veiligheid LET OP ● Het bekabelen en installeren van dit apparaat vereist kennis en ervaring. Daarom wordt installatie door een vakman aangeraden. Raadpleeg uw dealer of een professionele, deskundige installateur. Onjuiste bekabeling zou het apparaat kunnen beschadigen of veilig gebruik van de auto kunnen belemmeren. ● Gebruik uitsluitend de gespecificeerde accessoires.
● Het apparaat maakt gebruik van onzichtbaar laserlicht. Demonteer of wijzig het apparaat niet. Neem bij problemen contact op met het bedrijf waar u het apparaat hebt gekocht. Als u iets aan het apparaat verandert, kunnen laserstralen vrijkomen (wat uw zicht kan beschadigen) of kan dat leiden tot ongevallen, brand of schokken. ● Als het apparaat valt of het voorpaneel beschadigd is, schakel het dan uit en neem contact op met uw dealer.
Voor gebruik Voorzorgsmaatregelen voor veiligheid BELANGRIJK ● Als er veel trillingen zijn – bijv. bij het rijden op een wegdek in slechte staat – kan het apparaat onbedienbaar worden doordat het niet in staat is de gegevens op de disk te lezen. ● Bij koude temperaturen kan zich onmiddellijk na het inschakelen van de verwarming condensatie vormen op de lens voor het lezen van cd's en dvd's. Wacht ongeveer 1 uur, zodat de condensatie kan verdampen en het apparaat normaal functioneert.
Voor gebruik Dit document bekijken. Naam van hoofdstuk Ieder hoofdstuk heeft een naam. Naam van item Ieder item heeft een nummer en naam. Naam van handeling Iedere handeling heeft een naam. Naam van meer specifieke handeling Iedere meer specifieke handeling heeft een naam. Werkwijze van handeling Beschrijft de handeling. Voer de handeling uit in de volgorde die hier aangegeven is. Scherm met handeling Een scherm zal verschijnen waarop de handeling te zien is.
Voor gebruik Dit document bekijken. CONTROLEER De beschrijving van het apparaat gebeurt in dit document doorgaans aan de hand van de schermen die verschijnen als u optionele apparaten aansluit. Het navigatiesysteem wordt meestal beschreven aan de hand van het noorden - bovenaan 1scherm. Over de weergave van knoppen. Als een paneelknop moet worden ingedrukt, worden de namen van knoppen weergegeven als ( , , enz.).
Voor gebruik Over deze ontvanger Benamingen van bedieningselementen en werking U kunt deze ontvanger bedienen door de knoppen in te drukken (paneelknoppen) of door de knoppen aan te raken die op het scherm weergegeven zijn (aanraakknoppen). ■ Paneelknoppen Druk op de paneelknoppen om het apparaat te bedienen. a Telefoonknop Druk op deze knop om te telefoneren. b VOL-knop Druk op deze knop om het audiovolume aan te passen. Druk op deze knop om de audiobedieningsschermen weer te geven.
Voor gebruik Over deze ontvanger h OPEN/TILT-knop Druk op deze knop om het scherm te openen of hoek van het scherm aan te passen. ■ Aanraakknop Raak de knoppen op het scherm aan voor de bediening. BELANGRIJK Raak de aanraakknoppen met uw vinger aan. Als u de aanraakknoppen bedient met de punt van harde voorwerpen, zoals balpennen of vulpotloden, kunt u het scherm beschadigen. Aanraakschakelaar Over bediening via aanraakknoppen ● Raak de knop aan tot u een “piep” als reactie hoort.
Het apparaat in- of uitschakelen Bij de ontsteking wordt deze ontvanger automatisch ingeschakeld en toont hij het navigatiescherm*. Als u de motor uitschakelt, wordt de ontvanger ook uitgeschakeld. * Het navigatiescherm toont uw huidige locatie. Het audiobedieningsscherm is het scherm van de audiobron die speelde toen u het apparaat het laatst gebruikte. ■ Het apparaat inschakelen Het waarschuwingsscherm wordt automatisch weergegeven.
Voor gebruik Over deze ontvanger Een disk inbrengen/ uitwerpen Plaats een cd in de sleuf van het diskstation als u naar muziek wilt luisteren. Plaats een dvd in de sleuf als u een film wilt afspelen. 1 Druk op 2 Raak DISC aan. . ● Het scherm zal opengaan en de sleuf onthullen. ■ Een disk inbrengen BELANGRIJK Deze ontvanger kan cd's en dvd's van 8 cm afspelen. Breng om problemen te voorkomen geen disks in met een adapter.
3 ■ Een disk uitwerpen Plaats een disk in de sleuf. ● Het scherm zal automatisch sluiten als de disk ingebracht is. ● Houd een dvd of cd correct vast (plaats uw vinger in de middelste opening en houd de disk aan de rand vast met een andere vinger), met de labelkant naar boven en plaats de disk in de sleuf. ● Als u een dvd in de sleuf plaatst, zal de film die er op staat in de dvd-modus afgespeeld worden.
Voor gebruik Over deze ontvanger 1 Druk op 2 Raak DISC aan. . ● De disk wordt automatisch uitgeworpen. De weergavehoek aanpassen Als het scherm blinkt doordat er te veel zonlicht is, dan kunt u de hoek ervan aanpassen. LET OP Let er bij het aanpassen van de hoek wel op dat uw vingers niet gekneld raken. U kunt zich daar immers bij bezeren of het scherm beschadigen. BELANGRIJK 3 Raak CLOSE aan nadat u de disk verwijderd hebt. ● Raak aan om het scherm te sluiten.
1 Druk op 2 Raak of aan voor de aanpassing van de hoek. ● ● . : Bij elke aanraking keert het scherm 1 stap terug uit de gekantelde stand (5°). (Maximaal 7 stappen, 35°) : Bij elke aanraking wordt het scherm 1 stap gekanteld (5°). (Maximaal 7 stappen, 35°) 3 Druk op nadat u de hoek hebt aangepast. AANDACHT ● U kunt het scherm ook openen als het gekanteld is. Als u het scherm sluit, keert het terug naar de ingestelde hoek.
Voor gebruik Over deze ontvanger Over de modi van deze ontvanger De belangrijkste modi van deze ontvanger zijn MENU, Navigatieen Audio.
De verschillende modi starten Druk op de volgende knoppen om tussen de schermen te schakelen. ■ Navigatiescherm Druk op . *2 Wordt weergegeven als de audiofunctie uitgeschakeld is. ■ Over de schermweergave Indien u een disk inbrengt of een USB-speler of iPod aansluit terwijl het navigatiescherm wordt weergegeven, zal het overeenstemmende scherm verschijnen. Dat scherm verdwijnt automatisch na een korte tijd. Schermweergave ■ Audiobedieningsscherm Druk op .
Voor gebruik Over deze ontvanger Gebruiksomstandigheden voor deze ontvanger U kunt deze ontvanger in de volgende omstandigheden al dan niet gebruiken (posities van de contactsleutel). c: werkt; ×: werkt niet Motorschakelaar Functie Navigatie/ instellingen en informatie Wordt uitgeschakeld × ACC c AAN, voertuig staat stil *1 c AAN, voertuig in beweging Als het voertuig in beweging is, zijn sommige functies uit veiligheidsoverwe gingen niet Scherm open × beschikbaar*2.
Voor gebruik Instellingen van het apparaat Naast de instellingen voor navigatie en audio, kunt u ook de volgende dingen instellen.
Voor gebruik Instellingen van het apparaat Het bedieningsgeluid instellen U kunt het “piepgeluid” instellen dat u hoort bij het indrukken van de paneelknoppen en het aanraken van de aanraakknoppen. 1 Druk op 2 Raak Info aan. 4 Raak On of Off (onderdrukken) aan om het begeleidingsgeluid in te stellen. ● Raak om te vervolledigen Done aan om de instelling op te slaan en terug te keren naar het scherm dat onmiddellijk voorafging. . AANDACHT Het bedieningsgeluid luidsprekers uitgevoerd.
3 De knopverlichting instellen Raak Setting aan. U kunt de knopverlichting instellen. 4 1 Druk op 2 Raak Info aan. 3 Raak Setting aan. . Raak 1 , 2 , 3 , 4 of 5 aan om het kleurenpatroon in te stellen. ● Raak om te vervolledigen Done aan om de instelling op te slaan en terug te keren naar het scherm dat onmiddellijk voorafging.
Voor gebruik Instellingen van het apparaat 4 Raak Blue of Red aan. 3 Raak Setting aan. 4 Raak Front L of Front R aan. ● Raak om te vervolledigen Done aan om de instelling op te slaan en terug te keren naar het scherm dat onmiddellijk voorafging. De uitvoer van de navigatiestem instellen ● Raak om te vervolledigen Done aan om de instelling op te slaan en terug te keren naar het scherm dat onmiddellijk voorafging. Selecteer het rechtse of linkse spraakkanaal voor navigatie.
2 Het scherm aanpassen en instellen Raak Info aan. Schakel om het scherm beter te zien tussen dag en nacht op basis van het feit of de lichten (flankverlichting, achterlichten, nummerplaatverlichting) in- of uitgeschakeld zijn. In sommige voertuigen kan de ontvanger niet nagaan of de lichten aan of uit zijn. Schakel in dat geval handmatig tussen dag en nacht. 3 Raak Setting aan.
Voor gebruik Instellingen van het apparaat ● Voor het navigatiescherm audioscherm. en het ■ De beeldkwaliteit aanpassen U kunt het dagbeeld afzonderlijk aanpassen. en nachtbeeld ● Voor het videoscherm. ■ Schakelen dagbeeld. 1 tussen nacht- en ● Voor het navigatiescherm en het audioscherm. Raak Day aan als nachtbeeld wordt weergegeven. ● Bij elke aanraking schakelt de weergave tussen nacht- en dagbeeld. AANDACHT Als u het apparaat inschakelt blijven de paneelknoppen voortdurend opgelicht.
Kleurdichtheid (geldt alleen voor het videoscherm) 1 ■ Weergave van instelscherm Raak + aan om de kleur donkerder te maken. Raak − om de kleur lichter te maken. 1 Druk op ESN (Eclipse Security Network) instellen 2 Raak Info aan. 3 Raak ESN aan. het ESN- . Deze ontvanger heeft een ingebouwde ESNfunctie (ECLIPSE Security Network). ESN is een beveiligingssysteem dat de navigatie- en audiofuncties onbruikbaar maakt als de batterij losgekoppeld en opnieuw aangesloten wordt.
Voor gebruik Instellingen van het apparaat ■ Bediening van ESN-beveiliging Als de ESN-beveiliging in werking is, worden de navigatie- en audiofuncties van deze ontvanger onbeschikbaar wanneer hij losgekoppeld en opnieuw verbonden wordt met de batterijaansluiting van de auto. 1 Ga naar het instelscherm voor ESN en breng een muziek-cd in de disksleuf in. ● Raadpleeg “Een disk inbrengen/ uitwerpen” op pagina 24 voor het inbrengen van een disk. 2 Raak Setup aan.
AANDACHT ● Indien de muziek-cd niet kan worden geverifieerd, kunt u maximaal vijf keer proberen de beveiliging te ontgrendelen. Als de verificatie mislukt, wordt het scherm van de klantendienst weergegeven. 3 Raak YES aan. ● Als dat scherm wordt weergegeven, kunt u de ontvanger niet langer gebruiken. Contacteer dan de klantendienst. ■ ESN-beveiliging annuleren Om de ESN-beveiliging opnieuw in te stellen nadat u ze geannuleerd hebt, herhaalt u opnieuw het registratieproces van een muziek-cd.
Voor gebruik Handsfree-bediening met Bluetooth Bluetooth handsfree gebruiken Deze ontvanger gebruikt draadloze Bluetooth-technologie om het gebruik mogelijk te maken van mobiele telefoons die Bluetooth ondersteunen. Dankzij de verbinding met deze ontvanger kunt u telefoongesprekken voeren zonder uw mobiele telefoon aan te raken. Om een mobiele telefoon te gebruiken die Bluetooth ondersteunt in combinatie met dit apparaat, moet u een Bluetooth-registratie uitvoeren en de verbinding instellen.
Vanaf een mobiele telefoon registreren 1 Raak Pairing aan op het handsfreescherm. ● Scherm met informatie over het apparaat 4 “Bluetooth Connection Successful” wordt weergegeven bij het voltooien van de registratie. ● De registratie van de mobiele telefoon is nu voltooid. Registreren door naar een mobiele telefoon te zoeken op deze ontvanger. 2 3 1 Raak Pairing aan op het handsfreescherm. 2 Raak Device Search aan. Raak Allow Connect aan.
Voor gebruik Handsfree-bediening met Bluetooth 3 Selecteer de apparaatnaam van de mobiele telefoon die u wilt registreren. ■ De registratie van een mobiele telefoon verwijderen Verwijder een mobiele telefoon geregistreerd is op deze ontvanger. die 1 Raak Select aan op het handsfreescherm. 2 Selecteer de mobiele telefoon die u wilt verwijderen 3 Raak Delete aan. 4 “Bluetooth Connection Successful” wordt weergegeven als u het verwijderen voltooit.
■ Een mobiele telefoon verbinden Verbind een mobiele telefoon geregistreerd is op deze ontvanger. 1 die Raak Select aan op het handsfreescherm. AANDACHT ● Als de verbinding mislukt, wordt “Bluetooth Connection Failed” weergegeven. Herhaal in dat geval het verbindingsproces. ● Merk op dat u geen mobiele telefoons kunt verbinden die niet geregistreerd zijn. ■ Een mobiele telefoonverbinding annuleren. 2 Raak Select aan op het handsfreescherm.
Voor gebruik Handsfree-bediening met Bluetooth 4 “Bluetooth Connection Successful” wordt weergegeven als u het annuleren voltooit. ● De verbinding met de mobiele telefoon is nu geannuleerd. (De ontvangst- en batterijaanduidingen verdwijnen van het scherm.) AANDACHT Als de accu van de auto wordt losgekoppeld (bij reparaties of verwijderen van het apparaat), worden alle geregistreerde telefoons, telefoonboeken en oproepgeschiedenissen uit het geheugen gewist.
Bellen vanuit de oproepengeschiedenis 1 Raak History aan op het handsfreescherm. 3 Selecteer een naam of telefoonnummer om vanuit de geschiedenis op te bellen. ● Raak of aan om andere namen of telefoonnummers te zien. 4 Raak aan. ● Het nummer wordt opgebeld dat u uit de geschiedenis selecteerde. 2 Druk op Incoming Calls om te telefoneren vanuit de ontvangen oproepengeschiedenis. Druk op Outgoing Calls om te telefoneren vanuit de uitgaande oproepengeschiedenis.
Voor gebruik Handsfree-bediening met Bluetooth 2 Selecteer de persoon (naam of telefoonnummer) die u wilt opbellen. ● Raak of aan om andere namen of nummers te zien. Raak ABC , DEF , GHI , JKL , MNO , PQRS , TUV , WXYZ of 0-9 aan om namen vanaf de overeenkomstige letters of nummers vanaf de overeenkomstige cijfers weer te geven. ■ Een oproep ontvangen U kunt oproepen ontvangen in elke bronmodus. Als een oproep aankomt, wordt het belscherm automatisch weergegeven. 1 Raak hoort.
■ Handsfree-instellingen AANDACHT Geweigerde oproepen worden opgeslagen in de ontvangen oproepengeschiedenis. ■ Het ringtonevolume aanpassen CONTROLEER U kunt de instellingen voor handsfreebediening invoeren op het instelscherm voor telefoon. 1 Raak Setting aan op het handsfreescherm. 2 Op het instelscherm voor telefoon, kunt u de volgende instellingen invoeren met behulp van de instelknoppen. Pas de ringtone aan terwijl de telefoon rinkelt. 1 ● Pas het volume aan door op te drukken.
Voor gebruik Handsfree-bediening met Bluetooth Auto Answer instellen PIN-code instellen Begin vijf seconden na het aankomen van een inkomend gesprek te spreken. Voor het wijzigen van de PIN CODE. 1 Raak On of Off aan. Ringtone instellen Stel in of u de ringtones van de mobiele telefoons wilt afspelen. 1 1 Raak Change Code aan. 2 Voer een nummer tussen 4 en 8 cijfers in. ● Telkens als u Clear aanraakt, wordt er één teken gewist. Raak On of Off aan.
Aan de slag Over gps-navigatie Voordat u de gpsnavigatie gebruikt ■ Eenvoudige modus geavanceerde modus Het navigatiescherm bekijken en De belangrijkste verschillen tussen de twee bedieningsmodi voor navigatie verschillen liggen vooral in de menustructuur en in het aantal beschikbare functies. De bedieningselementen en schermopmaak zijn gelijk. ● Eenvoudige modus: u hebt alleen toegang tot de belangrijkste navigatiefuncties en basisinstellingen.
Aan de slag Over gps-navigatie Type Lijst Type Voorbeeld Beschrijving Gebruikswijze Aanraakknop a Raak de knop aan om een functie te starten, een nieuw scherm te openen of een parameter in te stellen. Slechts één aanraking is nodig. Pictogram b Geeft statusinformati e weer. Sommige pictogrammen doen ook dienst als knoppen. Slechts één aanraking is nodig. 50 50 Voorbeeld c Beschrijving Gebruikswijze Als u moet kiezen uit verscheidene opties, krijgt u die te zien in een lijst.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem Navigatiemenu Dit is het navigatiemenu. Van hieruit kunt u naar de volgende schermen gaan. Raak de volgende knop op het kaartscherm aan: [Menu] Scherm Aanraakknop Beschrijving Kaart [Map] Het kaartscherm. Zoeken [Find] Kies een bestemming (bijvoorbeeld een adres of POI) of gebruik de zoekmachine van het navigatiesysteem voor andere doeleinden (bijvoorbeeld om het telefoonnummer van een POI op te zoeken).
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem Beschrijving Naslag [Map Screen] Aanraakknop U kunt het uitzicht en de inhoud van het kaartscherm in detail bepalen. 56 [Route Planning] Deze instellingen bepalen hoe de route wordt berekend. 57 [Navigation] U kunt bepalen hoe het navigatiesysteem functioneert tijdens de navigatie. 59 [Sound] U kunt de navigatiestemmen aanpassen.
■ Snelmenu Het snelmenu is een selectie van bedieningselementen die u vaak nodig hebt tijdens de navigatie. U opent het vanuit het kaartscherm. Raak de volgende knoppen op de kaart aan: Raak de knop in het snelmenu aan om het kaartscherm onmiddellijk weer te geven. Knoppen zijn actief als ze oplichten. Naam Hoofdfunctie (één keer aanraken) Functie (blijven aanraken) U kunt gebouwen in 3D weergeven op de kaart. Gebruik deze knop om dat tijdelijk niet te doen. Hiermee opent u de 3D-instellingen.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem ■ Routemenu Bewaar, laad en bewerk uw routes. Raak de volgende knoppen aan: [Menu], [Route] Aanraakknop Beschrijving Naslag [Route Info] Met deze knop opent u een scherm met nuttige routegegevens. 94 [Itinerary] U kunt de rij-instructies bekijken die het navigatiesysteem volgt tijdens het navigeren. U kunt manoeuvres of straten uitsluiten om de route aan uw voorkeuren aan te passen.
Aanraakknop [User Data Management] Beschrijving Naslag U kunt de gegevens beheren die u hebt opgeslagen en de instellingen die u hebt ingevoerd in het programma. 55 ■ Beheer van gebruikersgegevens U kunt instellingen beheren die toegepast worden op opgeslagen gegevens (markeringen, POI, favorieten, geschiedenis en reislogs) en programma's.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem ■ Instellingen van kaartscherm U kunt het uitzicht en de inhoud van het kaartscherm in detail bepalen. Raak de volgende knoppen aan: [Menu], [Settings], [Map Screen] Aanraakknop [3D Settings] Beschrijving Gebruik de 3D-instellingen om te bepalen welke van de huidige 3Dobjecten getoond worden op de kaart en regel het niveau van visuele 3D-details.
■ Opties voor routeplanning Deze instellingen bepalen hoe de route wordt berekend. Raak de volgende knoppen aan: [Menu], [Settings], [Route Planning] Aanraakknop [Road Types Used for Route Planning] Beschrijving Om de route op uw noden af te stemmen, kunt u ook bepalen welke wegtypes waar mogelijk in de route mogen worden opgenomen en welke niet. Een wegtype uitsluiten is een voorkeur. Dat houdt niet noodzakelijk een totaal verbod in.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem Wegtypes die gebruikt worden voor routeplanning: Type Beschrijving [Unpaved Roads] Onverharde wegen worden standaard uitgesloten: onverharde wegen kunnen in slechte staat verkeren en u kunt er gewoonlijk niet de maximumsnelheid op halen. [Motorways] Het kan nodig zijn snelwegen te vermijden als u met een trage auto rijdt of als u een ander voertuig sleept. [Ferries] Ferry's worden standaard in een geplande route opgenomen.
■ Navigatie-instellingen U kunt bepalen hoe het navigatiesysteem functioneert tijdens de navigatie. Raak de volgende knoppen aan: [Menu], [Settings], [Navigation] Aanraakknop [Keep Position on Road] Beschrijving Dankzij deze functie kunnen bestuurders altijd gps-positiefouten corrigeren door de positie van de auto met het wegennetwerk te doen overeenstemmen. Als u deze functie uitschakelt, schakelt u ook de gps-positiefoutfilter uit.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem ■ Regionale instellingen Dankzij deze instellingen kunt u de toepassing aanpassen aan uw eigen taal, maateenheden, instellingen en notatie voor tijd en datum, en ook uw favoriete spraakbegeleidingsprofiel kiezen. Raak de volgende knoppen aan: [Menu], [Settings], [Regional] Aanraakknop Beschrijving [Program Language] Deze knop toont de huidige schermtaal voor de gebruikersinterface van het navigatiesysteem.
■ Instellingen voor waarschuwingen U kunt bepaalde nuttige waarschuwen activeren en met de veilige modus kunt u het aanraakscherm uitschakelen in een rijdend voertuig. Raak de volgende knoppen aan: [Menu], [Settings], [Warnings] Aanraakknop [Warn When Speeding] Beschrijving Kaarten kunnen informatie bevatten over de maximumsnelheden van wegsegmenten. Het navigatiesysteem kan u waarschuwen als u de huidige beperking overschrijdt.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem Aanraakknop Beschrijving [Animation] U kunt de menu-animaties in- en uitschakelen. Als de animaties ingeschakeld zijn, zijn de knoppen op de menu- en de toetsenbordschermen geanimeerd. [Background] U kunt de afbeelding kiezen die u als achtergrondbeeld voor het menu wilt gebruiken. ■ Reisloginstellingen U kunt het automatisch opslaan van reislogs instellen en de daarmee samenhangende instellingen afregelen.
reisgegevens aan te raken. De velden op dit scherm worden voortdurend bijgewerkt terwijl het scherm open staat. Als u het scherm opent, bevatten alle velden met routegegevens informatie over het bereiken van uw eindbestemming. Raak [Next Via Point] aan opdat de velden met betrekking tot uw route gegevens voor het volgende viapunt zouden bevatten. Raak de knop herhaaldelijk aan om te schakelen tussen beide opties.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem Beschrijving Functie Aankomsttijd Naam Geeft de verwachte aankomsttijd op de eindbestemming van de route aan op basis van de informatie die beschikbaar is voor de resterende wegsegmenten van de route. In de berekening kan geen rekening worden gehouden met verkeersopstoppingen of andere mogelijke vormen van vertraging. Raak dit veld aan om dit op het kaartscherm weer te geven in een van de velden met reisgegevens.
Symbool Beschrijving Deze waarde wordt niet getoond op het kaartscherm. Deze waarde verschijnt op het kaartscherm in het veld met reisgegevens. Dit is de bovenste waarde. Deze waarde verschijnt op het kaartscherm in het veld met reisgegevens. Dit is de middelste waarde. Deze waarde verschijnt op het kaartscherm in het veld met reisgegevens. Dit is de onderste waarde. ■ Reiscomputerscherm Het reiscomputerscherm geeft verzamelde reisgegevens weer.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem AANDACHT Als de accu van de auto wordt losgekoppeld (bij reparaties of verwijdering van het apparaat), wordt de volledige reiscomputergeschiedenis (gemiddelde snelheid, totale tijd, enz.) uit het geheugen gewist. Het scherm aanpassen en instellen ■ Dagscherm en nachtscherm Dit apparaat maakt overdag en 's nachts gebruik van verschillende kleurprofielen. ● De kleuren voor overdag zijn gelijkaardig aan die van papieren wegenkaarten.
Kaartweergave ■ Weergave van huidige locatie U komt hier door [MAP] aan te raken in het navigatiemenu. Raadpleeg “Kaartscherm” op pagina 87 voor meer informatie over het kaartscherm. Het navigatiesysteem geeft de route als volgt weer. Symbool Naam Beschrijving Huidige gps-positie Uw huidige positie op de kaart. Cursor (geselecteerde kaartpositie) De locatie die geselecteerd is in het zoekmenu of een kaartpunt dat geselecteerd is door de kaart aan te raken. Startpunt Het eerste punt van de route.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem Symbool Naam Beschrijving Bestemming (eindpunt) Het laatste punt van de route, de eindbestemming. Routekleur De route is duidelijk zichtbaar op de kaart, zowel in dag- als nachtkleurmodus. Het actieve gedeelte van de route wordt altijd helderder weergegeven dan ongebruikte (komende) gedeeltes. Actieve gedeelte van de route Het deel van de route waarop u aan het rijden bent.
Aanraakknop Beschrijving U kunt de kaart bewegen en in- en uitzoomen terwijl het cursormenu geopend is. Raak een willekeurig punt op de kaart aan om de cursor op een nieuwe locatie te plaatsen. Gebruik deze knop om de cursor terug te brengen naar de plaats waar hij zich bevond toen u het cursormenu opende. Wordt weergegeven bij de cursor als hij zich bevindt op de plaats waar hij was voordat u het cursormenu opende. Wordt weergegeven bij de cursor als hij verplaatst is sinds u het cursormenu opende.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem Aanraakknop Beschrijving [Save as POI] De cursor wordt opgeslagen als gebruikers-POI. Selecteer de POIgroep, benoem het POI, kies een gepast pictogram en voer indien gewenst een telefoonnummer en bijkomende informatie in. [Place Pin] U kunt locaties op de kaart aanduiden met markeringen. In tegenstelling tot POI's hebben markeringen geen namen en andere details, maar alleen kleuren om ze te onderscheiden op de kaart.
■ Positiemenu Als u de aanbevolen route op de kaart volgt (de cursor is de huidige gps-positie), vervangt het positiemenu het cursormenu. Het bevat geen knoppen die de huidige route wijzigen, aangezien de gps-positie niet nuttig is als routepunt. Raak [Position] aan om het positiemenu te openen. ■ Omgevingsinformatie controleren ● Als u interesse hebt in de details van uw huidige positie tijdens het navigeren: 1 Kijk naar de onderste lijn op de kaart.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem ■ Bediening van het kaartmenu Positieaanduidingen op de kaart ● Huidige gps-positie: (Raadpleeg pagina 67) ● Geselecteerde locatie (cursor): (Raadpleeg pagina 68) De volgende bedieningselementen helpen u de kaartweergave aan te passen zodat ze het best past voor uw behoeften. De meeste van deze bedieningselementen verschijnen met één aanraking van de kaart en verdwijnen weer als u ze enkele seconden niet gebruikt.
Actie Aanraakknop Beschrijving Omhoog en omlaag hellen Hiermee verandert u de verticale gezichtshoek op de kaart in 3D-modus. Links en rechts roteren Hiermee verandert u de horizontale gezichtshoek op de kaart in 3D-modus. Als de gps-positie beschikbaar is, roteert het navigatiesysteem de kaart altijd zodat de bovenkant uw reisrichting is (koers boven). Met deze knoppen kunt een andere oriëntatie dan Koers boven kiezen.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem Actie Slimme zoomfunctie Aanraakknop Beschrijving Het navigatiesysteem kan de kaart automatisch roteren, vergroten of verkleinen en hellen zodat u de optimale weergave krijgt: ● Als u een vertakking nadert, zal er worden ingezoomd en zal de gezichtshoek worden verhoogd zodat u gemakkelijk kunt zien welk manoeuvre u moet uitvoeren.
Actie Aanraakknop Schermvullend maken [Fit to screen] Beschrijving Deze knop wordt niet getoond op het kaartscherm. Hij is beschikbaar op de volgende schermen: ● Plan op kaart-scherm: als u een actieve route hebt, kunt u die in haar totale lengte op de kaart weergeven. ● Scherm met informatie over de afgelegde reis: u kunt een reislog in zijn totale lengte op de kaart weergeven.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem Pictogram Informatie Volgende routegebeurtenis (Volgende actie) Details Actie Zowel de gps-positie als een actieve route zijn beschikbaar en u navigeert volgens de aanbevolen route. Dit veld geeft u informatie over het type van en de afstand tot de volgende routegebeurtenis. Raak dit veld aan om het scherm met route-informatie te openen. Het volgende veld verschijnt naast het hierboven beschreven afgeronde veld.
In de aanduidingenstrook zijn de volgende symbolen te zien: Het navigatiesysteem houdt een reislog bij als de gps-positie beschikbaar is. De opname van een reislog is uitgeschakeld. TMC is uitgeschakeld. TMC-verkeersinformatie wordt ontvangen. Er zijn nieuwe, ongelezen verkeersgebeurtenissen. Een deel van de route wordt gemeden op basis van verkeersgebeurtenissen.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem Pictogram Beschrijving Rechtdoor gaan op het kruispunt. , Ga de rotonde op. Het nummer van de afslag is te zien in de cirkel, maar alleen voor de volgende afslag. , Ga de snelweg op. , Verlaat de snelweg. , Ga aan boord van een ferry. , Verlaat de ferry. , U nadert het volgende viapunt. , U nadert de bestemming. , De volgende informatie wordt weergegeven in drie velden op het kaartscherm.
Pictogram Type Afstandsinformatie Meer informatie Er kunnen verschillende soorten afstandswaarden getoond worden. ● Resterende afstand tot bestemming ● Resterende afstand tot volgende viapunt ● Huidige hoogte Aan de kwaliteit van de gps-ontvangst is te zien hoe nauwkeurig de informatie m.b.t. uw positie is. Pictogram Beschrijving De gps-ontvanger heeft geen verbinding. Gps-navigatie is niet mogelijk.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem Aanraakknop Actie [Insert as Via] Gebruik de cursor op een actieve route als viapunt (tussenliggende locatie) voor de bestemming (alleen beschikbaar in de geavanceerde modus). [Place Pin] Hiermee markeert u de kaart met een markering ter hoogte van de cursor (alleen beschikbaar in de geavanceerde modus). [Routing Methods] Zo krijgt u de verschillende routes te zien die berekend werden met de beschikbare routemethodes.
■ Terugkeren naar het normale kaartscherm Als de gps-positie beschikbaar is en u hebt de kaart bewogen (het -pictogram kan verplaatst of onzichtbaar zijn) of u hebt de kaart geroteerd in de 3D-modus, dan verschijnt . Raak deze knop aan om de kaart te doen terugkeren naar de gps-positie en de kaartrichting Koers boven opnieuw te activeren (automatische kaartrotatie). LET OP Zelfs als u de kaart beweegt terwijl u aan het rijden bent, blijft het navigatiesysteem navigeren zolang er een actieve route is.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem ■ De oorspronkelijke positie weergeven in het cursormenu Als het cursormenu open staat, is er een bijzonder pictogram ( aangeeft waar het menu werd geopend. ) dat de positie van de cursor U kunt in- en uitzoomen op de kaart, de kaart bewegen kaart en de cursor op een andere positie plaatsen. De gebruikelijke cursor ( ) verschijnt en met de knoppen van het cursormenu kunt u acties uitvoeren voor deze nieuwe locatie.
■ De afgelegde weg weergeven Dit apparaat kan de weg bijhouden die u aflegt. (Raadpleeg pagina 114) Een reislog is een optekening van de wijzigingen in de gps-positie en is onafhankelijk van de route die berekend werd door dit apparaat. Reislogs kunnen worden opgenomen, van naam veranderd, uitgewisseld, op de kaart getoond, geëxporteerd naar een geheugenkaart in GPX-formaat en verwijderd.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem De afgelegde weg bijhouden (een reislog aanmaken) 1 Begin te rijden. 2 Raak de volgende knoppen aan: [Menu], [Settings], [Track Logs] 3 Begin op te nemen: raak [Record] aan. ● U kunt terugkeren naar de kaart en doorgaan met rijden. 4 Herhaal de bovenstaande stappen en raak [Stop Recording] aan om de opname stop te zetten. ● Het navigatiesysteem kent een tijdslabel toe aan de reislog.
De kleur van een reislog wijzigen 1 Raak de volgende knoppen aan: [Menu], [Settings], [Track Logs] 2 Raak de gewenste reislog aan en raak vervolgens een van de kleurknoppen aan. ■ Route opslaan Deze functie is alleen beschikbaar in de geavanceerde modus. De procedure wordt uitgelegd te beginnen vanaf het kaartscherm. 1 Raak de volgende knoppen aan: [Menu], [Route], [Save Route] 2 Voer een naam in voor de opgeslagen route en raak [Done] aan.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem ■ Een opgeslagen route laden Deze functie is alleen beschikbaar in de geavanceerde modus. De procedure wordt uitgelegd te beginnen vanaf het kaartscherm. 1 Raak de volgende knoppen aan: [Menu], [Route], [Load Route] 2 Raak de route aan die u wilt gebruiken. 3 Het is erg waarschijnlijk dat de startpositie van de opgeslagen route verschilt van de huidige gps-positie.
■ Kaartscherm Het navigatiesysteem is vooral bedoeld voor navigatie over land. Daarom lijken de kaarten in het navigatiesysteem op papieren wegenkaarten. Het navigatiesysteem heeft echter veel meer mogelijkheden dan gewone papieren kaarten. U kunt het uitzicht en de inhoud van de kaart aanpassen. Het belangrijkste en meest gebruikte scherm in het navigatiesysteem is het kaartscherm.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem 7 19 14 16 10 20 Tijdens de navigatie laat het scherm informatie over de route en de reis zien (linkerschermen), maar als u de kaart aanraakt, verschijnen er enkele seconden bijkomende knoppen en bedieningselementen (rechts afgebeeld). De meeste delen van het scherm doen dienst als knoppen. Symbool Naam Actie 1 Belangrijkste informatie. Bijv.) Volgende routegebeurtenis. Hiermee opent u het scherm met routeinformatie.
Symbool 6 Naam Actie geen Onderste rij Huidige straat en huisnummers links en rechts 7 Kaartweergavemodi Hiermee schakelt u tussen de modus 2D, 3D en noorden boven. 8 Menu Hiermee opent u het navigatiemenu. 9 Omweg Hiermee opent u het omwegscherm. Er zijn twee manieren om uw route aan te passen. ● De lijst met opgeslagen zoekcriteria ● Een knop om delen van de route te vermijden 10 Positiemenu (verschijnt bij navigatie van een route) Hiermee opent u het positiemenu.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem Symbool 16 Naam Actie Voorkeuzeknop voor zoom (alleen beschikbaar in de geavanceerde modus). Raak de voorkeuzeknop één keer aan om het zoomniveau op een vaste, vooraf bepaalde waarde in te stellen. De slimme zoomfunctie wordt uitgeschakeld. Deze knoppen zijn beschikbaar in 2D-modus. Blijf de gewenste knop aanraken om de zoomwaarde als het huidige zoomniveau in te stellen of reset de instelling naar een oorspronkelijke waarde.
■ Wegen Het navigatiesysteem toont straten op een manier die vergelijkbaar is met papieren wegenkaarten. De breedte en kleuren van wegen staan in verhouding met hun belang. U kunt gemakkelijk een snelweg van een kleine straat onderscheiden. CONTROLEER Als u liever geen straatnamen ziet tijdens het navigeren, kunt u ze uitschakelen (Raadpleeg pagina 56).
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem Aanraakschakelaar/pictogram Beschrijving [All] Raak deze knop aan om alle POI's in de lijst te zien. [New Group] Hiermee maakt u een nieuwe POI-groep aan op het opgegeven groepsniveau. Hiermee gaat u naar een andere pagina om nieuwe items in de lijst te bekijken. Deze POI-groep wordt niet getoond op de kaart. Deze POI-groep en alle subgroepen ervan worden getoond op de kaart. Deze POI-groep en sommige subgroepen ervan worden getoond op de kaart.
■ Weergave van routebeschrijving De routebeschrijving is een lijst van routegebeurtenissen. Dat zijn de rij-instructies. Op het kaartscherm kunt u routebeschrijvingen weergeven op de volgende manieren. ● Raak het gebied aan tussen het veld met de volgende afslag waar het volgende manoeuvre te zien is en het veld met reisgegevens.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem ■ Route bewerken Deze functie is alleen beschikbaar in de geavanceerde modus. Raak de volgende knoppen aan: [Menu], [Route], [Edit Route] Er verschijnt een lijst met routepunten met het startpunt bovenaan de lijst en de eindbestemming onderaan de lijst. Als er meerdere viapunten zijn, zult u misschien doorheen de pagina's moeten scrollen. Raak een van de routepunten in de lijst aan.
In het bovenste gedeelte van het scherm ziet u informatie over de huidige route. De velden op dit scherm worden voortdurend bijgewerkt terwijl het scherm open staat. Als u het scherm opent, bevatten alle velden informatie over het bereiken van uw eindbestemming. Raak een van de velden aan om gegevens over de viapunten te bekijken, vanaf het eerste viapunt tot aan de eindbestemming.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem Naam Beschrijving Functie [Settings] Hiermee opent u vanuit het menu Instellingen het scherm met de opties voor routeplanning. [Plan on Map] Hiermee opent u het kaartscherm dat bedoeld is voor routeplanning. [Skip Next Via] Verschijnt slechts als er minstens één viapunt is. Hiermee verwijdert u het volgende viapunt van de route. [Delete Route] Verschijnt slechts als de route geen viapunten bevat. Hiermee verwijdert u de actieve route.
■ Faciliteiteninformatie, opslag en wijzigingen Een POI (point of interest) is een plaats die iemand nuttig of interessant kan vinden. In het navigatiesysteem zitten standaard duizenden POI's. U kunt ook zelf POI's aanmaken in het programma. De plaats van een POI is op de kaart aangeduid met een speciaal pictogram. Die pictogrammen voor POI's zijn groot, zodat u het symbool snel kunt herkennen. De pictogrammen zijn halfdoorzichtig. De achterliggende straten en kruispunten blijven zichtbaar.
Bediening Overzicht van het navigatiesysteem Het toetsenbordscherm gebruiken U hoeft alleen cijfers en letters in het navigatiesysteem in te voeren als het niet anders kan. U kunt met de vingertoppen op de schermvullende toetsenborden tikken en overschakelen tussen toetsenborden met een verschillende indeling, zoals ABC, QWERY of numeriek.
Navigatiebegeleiding Navigatiebegeleiding U kunt uw route in het navigatiesysteem op verscheidene manieren instellen: ● als u een eenvoudige route nodig hebt (een route met slechts één bestemming en zonder tussenliggende viapunten), dan kunt u de bestemming selecteren en er meteen naar beginnen te navigeren. ● U kunt een route met meerdere punten punten plannen (alleen beschikbaar in de geavanceerde modus).
Navigatiebegeleiding Navigatiebegeleiding Instellen met behulp van een adres Indien u minstens een gedeelte van het adres kent, is dit de snelste manier om de bestemming van de route te kiezen. 1 Raak de volgende knoppen aan: [Find Address] (geavanceerde modus) 2 Het navigatiesysteem stelt standaard het land en de stad voor waar u zich op dat moment bevindt. Raak indien nodig de knop aan met de naam van het land en selecteer een ander land uit de lijst.
6 ■ Adressen invoeren herhalende huisnummers Raak [] aan. ● Begin de straatnaam in te voeren met het toetsenbord. ● Nadat u enkele tekens hebt ingevoerd, verschijnt een lijst met namen die overeenkomen met de tekens die u invoerde. ● Raak [Done] aan om een lijst te openen met resultaten voordat er automatisch een lijst verschijnt. 7 Kies de straat uit de lijst. 8 Raak [] aan. ● Voer het huisnummer toetsenbord.
Navigatiebegeleiding Navigatiebegeleiding ■ Het adres invoeren zonder de regio of de wijk te kennen. 5 Kies de stad uit de lijst. 6 Raak [] aan. ● Begin de straatnaam in te voeren met het toetsenbord. ● Nadat u enkele tekens hebt ingevoerd, verschijnt een lijst met namen die overeenkomen met de tekens die u invoerde. ● Raak [Done] aan om een lijst te openen met resultaten voordat er automatisch een lijst verschijnt. 7 Kies de straat uit de lijst. 8 Raak [] aan.
6 ■ Selecteren aan de hand van een kruispunt Raak [] aan. ● Begin de straatnaam in te voeren met het toetsenbord. ● Nadat u enkele tekens hebt ingevoerd, verschijnt een lijst met namen die overeenkomen met de tekens die u invoerde. ● Raak [Done] aan om een lijst te openen met resultaten voordat er automatisch een lijst verschijnt. 7 Raak [Search in All] aan in plaats van een van de straten te selecteren. 8 Raak [] aan. ● Voer het huisnummer toetsenbord.
Navigatiebegeleiding Navigatiebegeleiding 6 Raak [] aan. ● Begin de straatnaam in te voeren met het toetsenbord. ● Nadat u enkele tekens hebt ingevoerd, verschijnt een lijst met namen die overeenkomen met de tekens die u invoerde. ● Raak [Done] aan om een lijst te openen met resultaten voordat er automatisch een lijst verschijnt.
6 7 Raak [City Centre] aan. De kaart verschijnt met het geselecteerde punt in het midden. Raak [Set as Destination] aan in het cursormenu (geavanceerde modus). De route wordt dan automatisch berekend en u kunt beginnen te navigeren. ■ Selecteren aan de hand van de postcode Alle bovenstaande mogelijkheden om een adres te zoeken kunnen ook worden uitgevoerd door de postcode in te voeren in plaats van de stadsnaam. Wat hier volgt is een voorbeeld voor een volledig adres.
Navigatiebegeleiding Navigatiebegeleiding Instellen aan de hand van Favorieten ■ Snel adressen invoeren ● Als u de naam van een stad of straat invoert, geeft het navigatiesysteem enkel de tekens weer die in mogelijke zoekresultaten voorkomen. De andere tekens worden grijs weergegeven. ● Voer enkele letters in en raak [Done] aan om de naam van een stad of straat in te voeren. Het navigatiesysteem zal een lijst weergeven met de letters die u invoerde.
2 Kies het gebied waarin u naar de POI wilt zoeken. 4 U kunt de lijst met resultaten sorteren als ze verschijnt. ● [Around Address]: er zal naar de POI worden gezocht in de omgeving van een bepaald adres. ● [Order by Name]: de lijst alfabetisch sorteren (beschikbaar als u in de omgeving van één locatie zoekt). ● [Around Cursor]: de kaart verschijnt met de cursor in het midden. Wijzig indien nodig de plaats van de cursor en raak [OK] aan.
Navigatiebegeleiding Navigatiebegeleiding ■ Selecteren aan de hand van zoekcriteria voor opgeslagen faciliteiteninformatie U kunt zoekcriteria voor POI's opslaan in het POI-gedeelte van het beheermenu. Het navigatiesysteem heeft echter altijd een aantal standaard aanwezige criteria die u onmiddellijk kunt gebruiken om naar POI's te zoeken. 1 Raak de volgende knoppen aan: [Find], [Find POI] (geavanceerde modus) 2 Raak [Saved Search Criteria] aan.
Instellen aan de hand van coördinaten Deze functie is alleen beschikbaar in de geavanceerde modus. 1 Raak de volgende knoppen aan: [Menu], [Find Coordinate] ● Raak [Coordinate Display Format] aan om het formaat te wijzigen van de weergegeven coördinaten. 2 Raak de waarden voor geografische lengte en breedte aan om de coördinaten te wijzigen. 3 Voer de coördinaten in het WGS84formaat in: de breedte (N of Z) en de lengte (O of W). 4 Raak [Done] aan.
Navigatiebegeleiding Navigatiebegeleiding ■ De route weergeven overeenstemming met scherm) (in het U kunt de kaart bewegen en vergroten of verkleinen om het hele traject van de route te bekijken. U hoeft de kaart niet handmatig aan te passen. De functie Plan op kaart doet dit voor u. Route zoeken en geavanceerd zoeken Het navigatiesysteem berekent de route op basis van uw voorkeuren.
■ Meerdere bestemmingen aanmaken (tussenliggende punten toevoegen) U beschikt over de volgende opties: Aanraakknop Een route met meerdere punten wordt aangemaakt vanaf een eenvoudige route. Daarom mag de route eerst niet actief zijn. Een manier om de route uit te breiden is dat u de bestemming behoudt en viapunten toevoegt (tussenliggende bestemmingen). Het geselecteerde punt krijgt een lagere plaats in de lijst (het wordt een viapunt dat u later wilt bereiken).
Navigatiebegeleiding Navigatiebegeleiding ■ Meerdere bestemmingen aanmaken (nieuwe bestemming toevoegen) Een route met meerdere punten wordt aangemaakt vanaf een eenvoudige route. Daarom mag de route eerst niet actief zijn. Een andere manier om de route uit te breiden is het toevoegen van een nieuwe bestemming. De vorige bestemming wordt het laatste viapunt van de route. Deze functie is alleen beschikbaar in de geavanceerde modus. 1 2 Selecteer een nieuwe bestemming, zoals beschreven in vorige delen.
Over de bestemmingsgeschieden is De bestemmingsgeschieden is verwijderen ■ Geschiedenis beheren ■ De actieve route verwijderen U kunt de lijst met recent gebruikte locaties beheren. Raak de volgende knoppen aan: [Menu], [Manage], [History] De eenvoudigste manier om een actieve route te verwijderen, is het veld met de volgende afslag ( ) aanraken op het kaartscherm en vervolgens [Delete Route] aanraken om het scherm met routeinformatie te openen.
Navigatiebegeleiding Navigatiebegeleiding ■ Opgeslagen routes beheren U kunt eerder opgeslagen routes beheren. Raak de volgende knoppen aan: [Menu], [Manage], [Saved Routes] Aanraakknop Knop met naam opgeslagen route [Clear All] Beschrijving Beschrijving Hiermee opent u een toetsenbordscherm waarmee u de reislog een andere naam kunt geven. Raak deze knop aan om de reislog op de kaart te verbergen. Er zal geen kleur worden toegekend aan de reislog. Hiermee verwijdert u de geselecteerde route.
Demonstratie (demo) Een simulatie overloopt de route aan de hand van de rij-instructies. U kunt kiezen tussen een simulatie aan hoge snelheid of een normale rijsnelheid. U kunt bijvoorbeeld met behulp van de routedemonstratie nagaan welke bruggen het navigatiesysteem gepland heeft. Zo kunt u dan bruggen vermijden waarover u niet wilt rijden. ■ Een routedemonstratie bekijken Deze functie is alleen beschikbaar in de geavanceerde modus. De procedure wordt uitgelegd te beginnen vanaf het kaartscherm.
Navigatiebegeleiding Locaties opslaan Favorieten beheren U kunt de lijst met uw favorieten beheren. Raak de volgende knoppen aan: [Menu], [Manage], [Favourites] Aanraakknop Knop met de naam van de favoriet Beschrijving Hiermee opent u de geselecteerde favoriet om te bewerken. Hiermee verwijdert u het geselecteerde item uit de favorietenlijst. [Clear All] Verwijdert de favorietenlijst. Hiermee gaat u naar een andere pagina om andere items in de lijst te zien.
Navigatiebegeleiding Wat doet u als... Over de kwaliteit en status van de gps-satelliet Raak en de gps-knop aan om het scherm met gps-gegevens te openen en de status van de gps-ontvangst te controleren. Pictogram Kleur Groen Beschrijving Het navigatiesysteem is aangesloten op de gps-ontvanger en kan informatie over de gps-positie in 3D ontvangen. Het navigatiesysteem kan zowel uw horizontale als verticale gps-positie berekenen.
Navigatiebegeleiding Wat doet u als... Pictogram Kleur Naam Beschrijving Hemelsblauwe cirkel De virtuele hemel toont het zichtbare gedeelte van de hemel boven u, met uw positie als het midden. De satellieten worden getoond op hun huidige positie. De gps ontvangt gegevens van zowel de groene als gele satellieten. Signalen van de gele satellieten worden alleen ontvangen, terwijl de signalen van de groene satellieten door de gps-ontvanger worden gebruikt om uw huidige locatie te berekenen.
■ Flitscamera's opslaan Om een flitscamera op te slaan, plaatst u de cursor op ( ) op de gewenste locatie en raakt u de volgende knoppen aan: [Cursor], [More Options], [Save as Camera] ■ Flitscamerawaarschuwing U kunt de waarschuwing voor flitscamera's inschakelen in de instellingen voor waarschuwingen. Raak de volgende knoppen aan: [Menu], [Settings], [Warnings], [Speed Camera Warning] Als u een flitscamera nadert en het waarschuwingen zijn geactiveerd, dan gebeurt het volgende.
Navigatiebegeleiding Wat doet u als... Symbool Type Beschrijving Mobiel Sommige snelheidscamera's worden bediend vanuit voertuigen. Ze werken niet constant en zijn niet ingesteld om een bepaalde snelheidsbeperking te controleren. De waarschuwing is gelijkaardig aan die voor vaste snelheidscamera's, maar aangezien er geen snelheidsbeperking opgegeven is, wordt enkel de nabijheid aangekondigd. Ingebouwd Sommige snelheidscamera's zijn ingebouwd in verkeerslichten.
■ Richting van flitscamera's Een snelheidscamera kan de snelheid meten in één verkeersrichting, beide richtingen of nog meer richtingen als hij op een kruispunt op een draaiende basis gemonteerd is. Roodlichtcamera's controleren het verkeer in dezelfde richting. Het navigatiesysteem waarschuwt u alleen als u in een gecontroleerde of mogelijk gecontroleerde richting rijdt. De door de camera gecontroleerde richting wordt met de volgende symbolen aangegeven.
Optionele functies Bediening van de achteruitkijkcamera Indien er een apart verkrijgbare achteruitkijkcamera geïnstalleerd is, kunt u de toestand aan de achterkant van de auto op het scherm weergeven als u de auto in de achteruitversnelling schakelt. LET OP De achteruitkijkcamera geeft een gespiegeld videobeeld weer om hetzelfde beeld als een achteruitkijk- of zijspiegel te geven. De manier waarop u het beeld bekijkt, verschilt afhankelijk van het model van de auto. Wees voorzichtig als u hem gebruikt.
● De achteruitkijkcamera kan defect raken door een breuk als gevolg van stoten. Laat het probleem snel nakijken door uw bevoegde dealer. ● Richt de cameralens niet langdurig naar fel zonlicht. Indien u dat wel doet, kan er oververhitting optreden. ● De afbeelding is een voorbeeld. Het bereik dat op het scherm te zien is, varieert afhankelijk van het model van auto. ● Als u de versnelling naar achteruit schakelt, zal het scherm wit worden en vervolgens zal het beeld snel weer op het scherm te zien zijn.
Optionele functies Bediening van de achteruitkijkcamera ■ Als de camera op MANUAL is ingesteld 1 2 Druk op . Raak Info aan. ● Het op het scherm weergegeven beeldbereik is beperkt; daarom is er geen weergave mogelijk van een voorwerp dat zich aan beide uiteinden van de bumper of onder de bumper bevindt. ● De kleuren op het beeld van de achteruitkijkcamera kunnen verschillen van de werkelijke kleuren van de objecten. ● U kunt de helderheid en het contrast van het scherm regelen.
Wat doet u als... Weergave van informatie over de verbindingsstatus U kunt informatie over de verbindingsstatus controleren voor de verbindingen tussen deze ontvanger en de auto. Tot die verbindingen behoren die voor de gps-informatie en parkeersignalen. Weergave van informatie over de verbindingsstatus 1 Druk op 2 Raak Info aan. . Item Gps-informatie Inhoud ON Gps-informatie wordt ontvangen. OFF Gps-informatie wordt niet ontvangen. ON De handrem is aangetrokken.
Wat doet u als... Nauwkeurigheid en fouten Over de nauwkeurigheid van metingen Gps-satellieten worden beheerd door het Amerikaanse ministerie van defensie en zijn uiterst nauwkeurig. Als weerkaatsing op gebouwen en dergelijke echter voor meerwegontvangst zorgen, kunnen er fouten optreden. Over de kwaliteit en status van de gps-satelliet Als er obstakels zijn tussen de gps-antenne en de gps-satellieten, kunnen de signalen niet worden ontvangen.
Fouten in de weergave van de huidige locatie Aangezien de ontvanger informatie gebruikt van de gps-satellietsignalen om de huidige locatie te bepalen en de metingen van elk van deze een bepaalde foutmarge bevatten, kan de weergegeven huidige positie soms afwijken van uw werkelijke positie. CONTROLEER Als de weergegeven huidige locatie niet overeenstemt met uw werkelijk positie, kunt u die corrigeren. Stop op een veilige plaats om de correctie uit te voeren.
Wat doet u als... Nauwkeurigheid en fouten De huidige locatie verschijnt op een weg die parallel loopt aan de genomen weg. Als u een tweesprong neemt waar twee wegen de vorm van een "Y" aannemen, verschijnt de huidige locatie op de andere weg. Als u een bocht neemt, verschijnt de huidige locatie op de weg net voor of achter de weg waar u zich op bevindt. De huidige locatie lijkt niet te kloppen als u op sterk hellende wegen rijdt.
Informatie over wegen en plaatsnamen De kans bestaat altijd dat wegen en plaatsnamen gewijzigd worden nadat de kaartgegevens aangemaakt zijn. In dat geval zullen de de namen op de kaart afwijken van de werkelijke namen. Routebegeleiding Sla over 950m rechts af. Als u een kruispunt op gedraaid bent dat geen deel uitmaakt van de geplande route, is het mogelijk dat de er een fout zit in de gesproken begeleidingsintstructies.
Wat doet u als... Nauwkeurigheid en fouten Terwijl er naar een route wordt gezocht, is het mogelijk dat de instructies niet op tijd verschijnen voor de volgende bocht. Bij het voorzien van begeleiding naar uw bestemming kunnen verscheidene geografische namen worden aangegeven. Volg de werkelijke verkeersregels tijdens het rijden. ● Als u snel rijdt, kan het langer duren om de zoekbewerking uit te voeren. ● Het is zelfs mogelijk dat uw route niet verandert nadat u een nieuwe zoekbewerking hebt gestart.
Aan de slag Voor gebruik LET OP ● Wees heel voorzichtig en aandachtig m.b.t. veiligheid als u de audiobedieningselementen gebruikt terwijl u rijdt. Als u dit niet doet, kunnen ongevallen gebeuren. Stel ook het volume zodanig af dat u nog voldoende geluiden buiten de auto kunt horen. Onjuist gebruik kan tot een verkeersongeval leiden. ● Gebruik het systeem niet verder indien het op welke manier ook storing geeft.
Aan de slag Voor gebruik ● Plaats geen andere voorwerpen dan disks in de cd-lade. Dat kan leiden tot schade. ● Zorg dat uw vingers of andere voorwerpen niet klem raken achter het scherm als dat terug op zijn plaats klapt. Als u het scherm hindert, kan dat tot verwonding of schade aan het apparaat leiden. ● Verwijder een disk of “SD-geheugenkaart” horizontaal uit deze ontvanger. Duw de disk/kaart niet met kracht naar boven of beneden terwijl u hem/haar verwijdert.
Over disks AANDACHT ● Bij koud en regenachtig weer kan de ontvanger vochtdruppels (condensafzetting) vertonen, net als de binnenkant van uw ruiten. In dat geval bestaat de kans dat afspelen niet storingsvrij of zelfs onmogelijk is. Laat de lucht in de auto eerst droger worden, voordat u het apparaat weer inschakelt. ● Als zich een probleem voordoet, stopt de afspeelfunctie automatisch om de interne onderdelen te beschermen.
Aan de slag Voor gebruik opgenomen met een pc ook niet afgespeeld worden, afhankelijk van de instellingen van de toepassing en de omgeving. ● De functie CD-TEXT kan alleen gebruikt worden voor cd's met cd-tekst die op de markt verkrijgbaar zijn. Tekens die op een CD-R's en CD-RW's zijn opgeslagen, worden mogelijk niet correct weergegeven. ● Gebruik geen cd of disk met een doorzichtig of halfdoorzichtig opnameoppervlak.
■ Nieuwe cd's ● Nieuwe cd's kunnen soms ruwe kanten hebben aan de buitenkant en rond de opening. Verwijder in dat geval bramen of schilfers rond de rand met behulp van de zijkant van een balpen voordat u een nieuwe disk gebruikt. Als u dat niet doet, kunnen de bramen en schilfers vast komen te zitten op de opnamekant en verhinderen ze het afspelen. Ruwe kanten Balpen Ruwe kanten ■ Gehuurde disks ● Gebruik geen gehuurde disks met lijm of restanten van kleefband of etiketten.
Bediening De audiobron wijzigen De audiobron wijzigen 1 Druk op 2 Selecteer de audiomodus die u wilt gebruiken. . De audiomodus stoppen 1 Druk op 2 Raak Audio Off aan. . ● Raak Audio Off opnieuw aan om de zender, de muziek of de video die afspeelde toen u de radio stopte, te ontvangen. Weergave van het audiobedieningsscherm 1 136 136 Druk op .
Bediening Bronbedieningsscherm Het bronbedieningsscherm verschijnt als volgt.
Bediening Bronbedieningsscherm ● iPod-scherm (optioneel) ● USB-scherm AANDACHT Het bedieningsscherm wordt automatisch geannuleerd als u gedurende 6 seconden geen handeling uitvoert in de videobedieningsschermen: dvd, DivX, Ipod Video en VTR.
Bediening Volumeregeling Hoofdvolumeregeling 1 ● Druk op de VOL-knop. (rechts): Hiermee verhoogt u het volume (links): Hiermee verlaagt u het volume ● Als u minstens één seconde op zal het volume blijven verhogen. Als u minstens één seconde op zal het volume blijven verlagen. drukt, drukt, aVolumeknop AANDACHT ● Stel het volume in op een niveau dat u niet belet veilig te rijden. ● U kunt het volumeniveau instellen van 0 tot 80.
Bediening De geluidskwaliteit regelen U kunt de geluidskwaliteit instellen en de geluidsbalans en dergelijke regelen. Weergave van het instelscherm voor audio Als u overschakelt naar het instelscherm voor audio vanaf een van de audiobedieningsschermen, dan zijn de volgende mogelijkheden beschikbaar. ● Audiobalans regelen Audiobalans regelen U kunt de balans tussen de voor- en achterluidsprekers, en de linker- en rechterluidsprekers regelen. 1 Raak BAL/FAD Setting aan.
● Raak om te vervolledigen aan om de instelling op te slaan en terug te keren naar het scherm dat onmiddellijk voorafging. Instellingen voor subwoofer U kunt de audio-uitvoer regelen als er een subwoofer aangesloten is. ■ Het niveau van de subwoofer instellen U kunt het uitvoerniveau van de subwoofer aanpassen. 1 Raak Woofer Setting aan. 2 Raak of wooferniveau. aan bij het ● U kunt de uitvoer instellen op één van de 13 uitvoerniveaus (+6 tot -6).
Bediening De geluidskwaliteit regelen ■ De fase wijzigen ■ De laagdoorlaatfilter instellen Het geluid dat de subwoofer uitvoert bestaat gedeeltelijk uit dezelfde frequentiebanden als het geluid van de voor- en achterluidsprekers en daardoor kunnen bepaalde frequenties elkaar bij sommige omstandigheden in de auto opheffen. Wijzig de fase van de subwoofer om dit verschijnsel te voorkomen. U kunt de fase instellen volgens de omstandigheden in de auto.
Bronvolumeregeling instellen U kunt een volumeverschil voor elke audiomodus instellen. De verschillen tussen het volume van de FM-modus in de oorspronkelijke staat (oorspronkelijke toestand: 40), dat als referentie dient, en de volumeniveaus voor elke audiomodus worden bewaard. 1 Raak of aan op het instelscherm voor audio. ● Nadat u de instelling hebt voltooid, raakt u Done aan om de instelling op te slaan en terug te keren naar het scherm dat onmiddellijk voorafging.
Bediening De geluidskwaliteit regelen De geluidskwaliteit regelen U kunt de geluidskwaliteit aanpassen voor de lage tonen, middentonen en hoge tonen. ■ De geluidskwaliteit regelen 1 Raak EQ Setting aan. 3 Raak of aan. ● Als u de knop blijft aanraken, wijzigt de waarde continu en stopt ze bij de middelste waarde. Raak of opnieuw aan om de waarde verder te wijzigen. ● Het is ook mogelijk om het gewenste niveau aan te passen door het scherm aan te raken.
■ Een vooraf ingestelde geluidskwaliteit gebruiken 1 2 Raak EQ Setting aan. Raak Power (versterking lage tonen), Sharp (versterking hoge tonen), Vocal (versterking middentonen) of Custom (door gebruiker ingestelde waarde) aan. ● Raak Flat aan om de geluidskwaliteit te resetten.
Bediening Scherminstellingen Schakelen tussen schermmodi CONTROLEER U kunt de schermmodus wijzigen vanaf het het instelscherm voor DivX, dvd, iPod Video of videorecorder. 1 ● Normaal Open het instelscherm voor video. ● U kunt het instelscherm voor video instellen zodat het de volgende opties biedt. Set DivX: raak aan op het bedieningsscherm. Het beeld wordt getoond met beeldverhouding 3 (verticaal) op 4 (horizontaal) (verhoudingen van een normaal tv-scherm) en zwarte zijranden.
AANDACHT De gebruiker zou geen problemen mogen ondervinden als hij een video bekijkt in breedbeeldformaat op persoonlijke basis. Als u het scherm comprimeert of vergroot voor commerciële doeleinden of voor publieke vertoningen, dan kan dat in schending zijn met wettelijk beschermde auteursrechten.
Andere bedieningen Over de afstandsbediening De afstandsbediening gebruiken ■ Voorzorgsmaatregelen gebruik ■ Reinigen voor ● De afstandsbediening is klein en licht, dus u moet voorzichtig zijn als u ze gebruikt. Als u ze laat vallen of ergens tegen slaat kan ze breken, sneller batterijen beginnen te verbruiken of storingen vertonen. ● Houd de afstandsbediening weg van vochtigheid. Mors er geen water of andere vloeistoffen op. Sla niet op de afstandsbediening.
Nummer Naam/Functie [MUTE]-toets e Hiermee onderdrukt u het geluid of annuleert u het onderdrukken. 1 Open het achterpaneel van de afstandsbediening door te drukken in de richting van de pijl. 2 Plaats de twee batterijen in het batterijvak zoals aangeduid. 3 Sluit het batterijvak door het achterpaneel in de richting van de pijl te duwen. [dPRESET CH u]-knop [d DISC u]-knop f Hiermee kunt u een vooraf ingesteld kanaal, de disk, USB of iPod selecteren.
Audiobediening De radio gebruiken De radio gebruiken Afstemmen op een zender naar keuze LET OP Als de accu van de auto wordt losgekoppeld (bij reparaties of verwijderen van het apparaat), worden alle zenders uit het geheugen gewist. In dat geval moet u de zenders opnieuw opslaan. BELANGRIJK a Voorkeuzeknop b TUNE UP/DOWN-knop c MENU-knop d AUTO.
Een radiofrequentie selecteren ■ Automatisch afstemmen 1 Houd of ingedrukt. minstens 1 seconde ● Als er is afgestemd op een zender met de frequentie die het dichtst ligt bij de frequentie op het scherm, stopt het automatisch afstemmen. Druk opnieuw op de toets om automatisch afstemmen te annuleren. 1 Raak Band aan. ● Telkens als u Band aanraakt, wordt er overgeschakeld op de volgende ontvangen frequentie.
Audiobediening De radio gebruiken 2 Blijf de voorkeuzeknop minstens 1 seconde aanraken. ● De geselecteerde zender wordt opgeslagen en het nummer van het voorgeprogrammeerde kanaal en de frequentie worden op het scherm weergegeven. ● Als u handmatig meer zenders aan de overige voorgeprogrammeerde kanalen wilt toekennen, kunt u deze procedure voor elk kanaal herhalen. ● Voor elke FM-band (1, 2 en 3) kunt u zes zenders opslaan en nog eens zes zenders voor de AM-frequentie, in totaal dus 24 zenders.
Tekstinformatie weergeven U kunt tekstinformatie weergeven tijdens uitzendingen. 1 Raak TEXT aan. 2 Raak Preset aan om terug te keren naar het radiobedieningsscherm. RDS gebruiken (Radio Data System) RDS (Radio Data System) kan via een FMradio verkeersinformatie ontvangen. De gebruiker kan ononderbroken naar dezelfde uitzending luisteren door automatisch een zender met goede ontvangst te zoeken als de ontvangst slecht wordt.
Audiobediening De radio gebruiken AF-instelling (Alternatieve frequentie) Als de AF-functie ingeschakeld is, zal de frequentie automatisch wijzigen in die met de beste ontvangst van de zender waar u momenteel naar luistert. De AF-functie is standaard ingeschakeld. Afhankelijk van de locatie zijn er zenders die verschillende programma's uitzenden op verschillende frequenties. 1 Raak AF aan. ● Als de AF-functie ingeschakeld is: AFdisplay licht op.
TP (verkeersprogramma)/ TA (verkeersberichten) instellen om verkeersinformatie te ontvangen U kunt handmatig of automatisch verkeersinformatie ontvangen met de TP/TAfunctie. 1 Druk op . ● De instelling wordt als volgt gewijzigd telkens als u op drukt.
Audiobediening De radio gebruiken ■ Verkeersinformatie ontvangen als zowel de TP- als de TA-functie ingeschakeld zijn Als AUDIO SOURCE FM-radio is Als de TP- en TA-functie ingeschakeld zijn, wordt “TA” weergegeven op het scherm. Als er in de AF-lijst een TP-zender is die kan worden gebruikt, zal die TP-zender ontvangen worden. Indien het niet lukt om een TP-zender te ontvangen, knippert “TA” op het scherm en wordt er automatisch naar een TP-zender gezocht.
EON-systeem (Sterkere andere zender) PTY (programmatype) instellen Als de ingestelde TP-zender geen verkeersinformatie uitzendt of het signaal zwak wordt wanneer de TP- of TA-functie is ingeschakeld, zoekt het systeem automatisch naar een andere TP-zender die verkeersinformatie uitzendt. Als deze functie ingeschakeld is, wordt “EON” weergegeven op het scherm. Bij RDS-zenders wordt de naam van de zender (PS) en informatie over het soort programma (PTY) meegestuurd en weergegeven. 1 Raak PTY aan.
Audiobediening De cd-speler gebruiken De cd-speler gebruiken 1 Druk op 2 Raak DISC aan. . ● De disk begint te spelen. a Nummer UP/DOWN-, snel UP/DOWNknop b MENU-knop c Scan-knop d Random-knop e AV-knop f Repeat-knop Luisteren naar een cd AANDACHT ● Als titels van nummers en andere gegevens als CD-TEXT opgeslagen zijn, kunt u ze weergeven. ● Merk op dat de CD-TEXT van een CD-R/RW mogelijk niet wordt weergegeven.
Snel vooruit/ terugspoelen U kunt het nummer dat momenteel wordt afgespeeld snel vooruit- of terugspoelen. 1 Houd of ingedrukt. minstens 1 seconde ● Naar rechts: Het nummer wordt snel vooruitgespoeld. Naar links: Hetzelfde nummer herhalen 1 Raak Repeat aan. ● Het nummer wordt herhaald. ● Als u Repeat aanraakt, wordt het nummer herhaald tot u de functie annuleert. Raak Repeat opnieuw aan om het herhaald afspelen te annuleren. Het nummer wordt teruggespoeld.
Audiobediening De MP3/WMA-speler gebruiken De MP3/WMA-speler gebruiken MP3/WMA-bestanden afspelen Als u een CD-R/RW-disk met daarop een MP3/WMA-bestand in de disksleuf inbrengt, wordt het bestand afgespeeld. LET OP ● Druk niet op de [e(OPEN/EJECT)]-toets (openen/uitwerpen) als u een cd in de disksleuf inbrengt. Dat kan een letsel veroorzaken of het voorpaneel beschadigen. a Schakelaars voor bestands-/mapselectie ● Bestuur de auto niet terwijl het voorpaneel open is.
1 Druk op terwijl er een CD-R/RW ingevoerd is. 2 Raak DISC aan. ● De disk begint te spelen. ● De gebruikelijke afspeelvolgorde is J J J J J . (Raadpleeg pagina 166) Een gewenste map selecteren U kunt een gewenste map op de disk selecteren. ■ Selecteren uit de maplijst 1 Raak List aan. 2 Raak Play aan. ● Als er meerdere MP3/WMA-bestanden en -mappen gevonden worden op hetzelfde niveau, worden ze afgespeeld in oplopende volgorde volgens bestands- en mapnaam.
Audiobediening De MP3/WMA-speler gebruiken ■ Selecteren mappen 1 ● Druk op uit of gekoppelde . : hiermee gaat u naar de vorige map en speelt u het eerste nummer van die map af. : hiermee gaat u naar de map die zich een niveau hoger bevindt en speelt u het eerste nummer van die map af. 2 Selecteer de map die u wilt gebruiken. ● Raak of aan om te wisselen tussen items als het volgende scherm wordt weergegeven. ● Raak aan om terug te keren naar het scherm dat onmiddellijk voorafging.
■ Selecteren bestanden 1 Druk op uit of . ● Rechts: verder naar het volgende bestand. Links (één keer drukken): terug naar het begin van het bestand dat wordt afgespeeld. Links (twee keer of meer drukken): terug naar vorige bestanden. Snel vooruit/ terugspoelen U kunt het nummer dat momenteel wordt afgespeeld snel vooruit- of terugspoelen. 1 Houd of gedurende minstens 1 seconde ingedrukt. ● Naar rechts: Het nummer wordt snel vooruitgespoeld. Naar links: Het nummer wordt teruggespoeld.
Audiobediening De MP3/WMA-speler gebruiken Een muziekbestand herhalen Willekeurig afspelen BELANGRIJK BELANGRIJK Als u scan, mapscan, herhalen, map herhalen, willekeurig afspelen of willekeurig afspelen over alle mappen hebt geselecteerd, verschijnt het bericht Scan, F.Scan, Repeat, F.Repeat, Random of F.Random zodat u de geselecteerde functie kunt bevestigen. 1 Raak Repeat aan om te herhalen. Blijf de knop minstens 1 seconde aanraken om een map te herhalen.
Over MP3/WMA MP3 (MPEG Audio Layer 3) is een standaardformaat voor audiocompressie. Met MP3 kan een bestand worden gecomprimeerd tot een tiende van de oorspronkelijke grootte. WMA (Windows Media™ Audio) is de technologie voor geluidscompressie van Microsoft. WMA-bestanden kunnen nog sterker worden gecomprimeerd dan MP3-bestanden. Deze ontvanger aanvaardt alleen bepaalde MP3/WMA-bestandsindelingen, opgenomen media en formaten. Neem de volgende opmerkingen in acht als u MP3/WMA-bestanden op een disk schrijft.
Audiobediening De MP3/WMA-speler gebruiken ■ ID3/WMA-tags Aan MP3/WMA-bestanden kunt u tekstinformatie toevoegen. Dat heet ID3/WMA-tags en kan worden gebruikt om informatie als titels van nummers en namen van artiesten op te slaan. Deze ontvanger ondersteunt ID3v.1.0- en ID3v.1.1-tags. Deze ontvanger ondersteunt alleen de ISO-8859-1-codes. Gebruik alleen de ISO-8859-1-codes om tags op te nemen.
● Max. aantal tekens voor map- en bestandsnamen: 30 tekens (inclusief scheidingsteken “.” en 3 tekens van de bestandsextensie) voor MP3, maar 15 tekens (inclusief scheidingsteken “.” en 3 tekens van de bestandsextensie) voor WMA.
Audiobediening De MP3/WMA-speler gebruiken ■ Multisessies Multisessies worden ondersteund en CD-R/RW's met MP3/WMA-bestanden erop kunnen worden afgespeeld. Indien de disk geschreven wordt met Track-at-once, moet de disk echter gefinaliseerd worden door de sessie te sluiten of te beveiligen tegen overschrijven. ■ Over het afspelen van MP3/WMA Als u een disk laadt met MP3/WMA-bestanden, controleert het systeem eerst alle bestanden die op de disk opgenomen zijn.
■ Een muziek-cd omzetten naar MP3/WMA-bestanden Installeer op een pc in de handel verkrijgbare coderingssoftware (conversiesoftware) (soms gratis) voor MP3/WMA. Plaats een muziek-cd in het cd-rom-station van de pc en comprimeer de muziek-cd door de werkwijze van de MP3/WMA-coderingssoftware te volgen. Er worden bestanden aangemaakt in MP3/WMA-formaat. Een muziek-cd van 12 cm (met maximaal 74 minuten opnametijd/650 MB gegevenscapaciteit) kan gewoonlijk worden gecomprimeerd tot 65 MB (ca.
Audiobediening De speler voor USB-muziekbestanden gebruiken De speler voor USBmuziekbestanden gebruiken Deze ontvanger kan muziekbestanden afspelen die opgeslagen zijn op een USBgeheugen. Alleen het afspelen van MP3/ WMA-bestanden is beschikbaar. USB-muziekbestanden afspelen LET OP Verbind de USB-kabel correct zodat hij het veilige gebruik van de auto niet belemmert.
Een gewenste map selecteren U kunt een gewenste map op het USBgeheugen selecteren. ■ Selecteren uit de maplijst 1 Raak List aan. 2 Raak Play aan. ● Speelt het eerste nummer in de map af. ● Raak of aan om te wisselen tussen items als het volgende scherm wordt weergegeven. ■ Selecteren mappen 1 ● Druk op uit of gekoppelde . : Zo gaat u naar de map die zich een niveau hoger bevindt en speelt u het eerste nummer van die map af.
Audiobediening De speler voor USB-muziekbestanden gebruiken Een gewenst muziekbestand selecteren U kunt een nummer selecteren dat u wilt afspelen. ■ Selecteren via de knop met de bestandsnaam 1 3 Raak het bestand aan dat u wilt afspelen. ● Zo wordt het geselecteerde muziekbestand afgespeeld. ● Raak of aan om te wisselen tussen items als het volgende scherm wordt weergegeven. ● Raak aan om terug te keren naar het scherm dat onmiddellijk voorafging. Raak List aan.
Snel vooruit/ terugspoelen U kunt het nummer dat momenteel wordt afgespeeld snel vooruit-/terugspoelen. 1 Houd of gedurende minstens 1 seconde ingedrukt. ● Naar rechts: Het nummer wordt snel vooruitgespoeld. 1 Raak Scan aan om een scan uit te voeren. Blijf de knop minstens 1 seconde aanraken om een mapscan uit te voeren. ● Scan: speelt de eerste 10 seconden af van alle nummers die zich op hetzelfde mapniveau bevinden als het bestand dat wordt afgespeeld.
Audiobediening De speler voor USB-muziekbestanden gebruiken Willekeurig afspelen van muziekbestanden 1 Als u Random aanraakt begint het willekeurig afspelen en als u de knop minstens 1 seconde blijft aanraken begint het willekeurig afspelen over alle mappen. ● Willekeurig afspelen over alle mappen: bestanden uit alle mappen worden in willekeurige volgorde afgespeeld. Willekeurig afspelen: bestanden in de huidige map worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
■ Formaat van USB-geheugen Hieronder volgt een verklaring van wat die normen inhouden. ● Maximum aantal directorylagen: 8 lagen ● Maximum aantal tekens voor bestandsnamen: Max. 254 tekens (Totaal van mapnaam, bestandsnaam, “.” en bestandsextensie van 3 tekens) ● Tekens die u mag gebruiken voor bestandsnamen: A tot Z, 0 tot 9 en underscore (_) (Reeks van alfanumerieke ISO-8859-1) ● Max. aantal bestanden die op een geheugen kunnen worden opgeslagen: 3.000 bestanden 001.mp3 002.mp3 003.mp3 004.txt 005.
Videobediening Voordat u de dvd-speler gebruikt Deze ontvanger kan de hoogwaardige beeld en digitale geluidskwaliteit van dvd-video's afspelen. U kunt ook kiezen uit de talen (via dubben en ondertitels) die op de dvd zijn opgenomen door de video- en audiokanalen te wijzigen. Indien eenzelfde scène vanuit verschillende hoeken is opgenomen, kunt u een hoek kiezen en de video vanuit de gewenste hoek afspelen.
Disks ■ Soorten afspeelbare disks Deze apparatuur voldoet aan de PAL-normen voor kleurentelevisie. Gebruik dus disks met “PAL” op de disk of de verpakking. Deze apparatuur kan geen disks afspelen die gebruik maken van andere methodes voor kleurentelevisie dan PAL (zoals NTSC, SECAM). Type en aanduiding van afspeelbare disk Afmetingen/afspeelkant Max. afspeelduur 12 cm/1 zijde 1 laag 133 min. 2 lagen 242 min. 12 cm/2 zijdes 1 laag 266 min. 2 lagen 484 min.
Videobediening Voordat u de dvd-speler gebruikt ■ Aanduiding op de disk In de volgende tabel ziet u aanduidingen die u terugvindt op dvd's of hun verpakkingen. Aanduiding Betekenis Geeft het aantal audiosporen aan. Geeft het aantal ondertitels aan. Geeft het aantal hoeken aan. Geeft aan welke beeldverhoudingen (verhouding tussen de hoogte en breedte van het tv-scherm) er kunnen worden gekozen. ● “16:9” duidt op een breedbeeldscherm en “4:3” op een normaal scherm.
Producten die met Macrovision uitgerust zijn Deze ontvanger is uitgerust met technologie voor de bescherming van auteursrechten die beschermd is door patenten in de Verenigde Staten en andere intellectuele eigendomsrechten, waarvan Macrovision Corporation of andere rechthebbenden de houders zijn. De technologie mag uitsluitend worden gebruikt in huiselijke kring en andere beperkte kijkomgevingen worden tenzij Macrovision Corporation daar uitdrukkelijk toestemming voor heeft gegeven.
Videobediening Voordat u de dvd-speler gebruikt Dvd-bedieningsscherm Titelscherm Search Next Previous Menubedieningsscherm Set Number Zoekscherm voor het menunummer 180 180 Setup Done Scherm voor standaardinstellingen
Videobediening De dvd-speler gebruiken De dvd-speler gebruiken BELANGRIJK Om rijveiligheid te verzekeren kunt u geen video bekijken tijdens het rijden. Een dvd-video bekijken Breng een dvd in de disksleuf in en het afspelen begint. 1 Druk op 2 Raak DISC aan. . CONTROLEER Uit veiligheidsoverwegingen kunt u enkel een video op dvd bekijken als u uw auto gestopt en de handrem aangetrokken hebt terwijl de motorschakelaar of ACC ingeschakeld is.
Videobediening De dvd-speler gebruiken Bediening van video BELANGRIJK ● De aanraakknoppen en andere bedieningspictogrammen worden ongeveer 6 seconden getoond. Als u het scherm aanraakt, zullen ze opnieuw worden getoond. ● Afhankelijk van de disk is het mogelijk dat het automatisch afspelen niet werkt of dat het afspelen niet werkt als er geen op de disk opgenomen menu wordt geselecteerd.(Raadpleeg pagina 183) De video zal snel vooruitgespoeld (teruggespoeld) worden totdat u de knop loslaat.
■ Een video stoppen 1 Raak 3 Raak selecteer het afspeelmenu. 4 Raak Enter aan. aan. Bediening van het diskmenu U kunt het menu bedienen dat op een disk is opgenomen. 1 aan en Raak Next aan. AANDACHT ● Het menu weergeven door Top Menu aan te raken. Menu of ● De opgenomen menu-items verschillen afhankelijk van de disk. Dit apparaat speelt af wat er op de disk is opgenomen die u inbrengt. Daardoor werken functies soms niet zoals u dat wilt.
Videobediening De dvd-speler gebruiken ■ Zoeken op titelnummer ■ Zoeken op hoofdstuknummer 1 Raak Search aan. 1 Raak Next aan. 2 Raak − , + , −10 of +10 aan en voer het titelnummer in. 2 Raak 3 Raak Number aan. aan. ● Als u − of + aanraakt, wordt het titelnummer met 1 verhoogd of verlaagd. ● Als u −10 of +10 aanraakt, wordt het titelnummer met 10 verhoogd of verlaagd. 3 184 184 Raak Enter aan.
4 Raak − , + , −10 of +10 aan en voer het menunummer in. ● Als u − of + aanraakt, wordt het menunummer met 1 verhoogd of verlaagd. ● Als u −10 of +10 aanraakt, wordt het menunummer met 10 verhoogd of verlaagd. 5 ■ Het scherm met aanraakknoppen verplaatsen 1 Raak Next aan. 2 Raak 3 Raak Position aan. aan. Raak Enter aan. Het scherm met aanraakknoppen wijzigen U kunt het scherm met aanraakknoppen wijzigen of verbergen tijdens het afspelen. ■ De aanraakknop verbergen 1 Raak Off aan.
Videobediening De dvd-speler gebruiken De schermweergave en audiomodus wijzigen U kunt de taal van de ondertitels, de audiotaal of de weergavehoek wijzigen van een video die u wilt afspelen. 3 Raak Change angle aan. ● Elke keer dat u Change angle aanraakt, verandert het nummer van de hoek en de op de disk opgenomen hoeken worden in volgorde doorlopen. ■ De hoek wijzigen Als de disk in kwestie meerdere hoeken ondersteunt, dan kunt u ze wijzigen bij het afspelen van een video.
2 Raak Subtitle aan. ■ De audiotaal wijzigen Als de disk in kwestie meerdere audiotalen ondersteunt, dan kunt u ze wijzigen tijdens het afspelen. BELANGRIJK ● Afhankelijk van de disk is het soms alleen mogelijk de audiotalen te wijzigen vanaf het hoofdmenu. 3 Raak Change subtitle aan. Change subtitle ● Elke keer dat u aanraakt, verandert het nummer van de ondertiteling en de op de disk opgenomen talen voor ondertiteling worden in volgorde doorlopen.
Videobediening De dvd-speler gebruiken 3 Raak Change audio aan. 3 Raak Wide aan. 4 Raak Normal , Wide1 of Wide2 aan. ● Elke keer dat u Change audio aanraakt, verandert het nummer van de audio en de op de disk opgenomen audiotalen worden in volgorde doorlopen. De instelling van de DVDweergave omschakelen 1 Raak Next aan. ● Normal Het scherm wordt getoond met beeldverhouding 3 (verticaal) op 4 (horizontaal) (afmetingen van normaal tvscherm) en de zijranden zijn zwart.
Instellen van de dvdspeler 4 Bij het aanraken van de opgegeven aanraakknop kunt u de volgende instelling configureren. U kunt de audiomodus of de taal voor ondertiteling of menu's vooraf instellen. U kunt ook instellingen invoeren om de aanduiding voor meerdere hoeken weer te geven of te verbergen of het niveau van ouderlijk toezicht in te stellen. 1 2 3 Raak Next aan. Raak Set aan. Raak Setup aan.
Videobediening De dvd-speler gebruiken ■ De audiotaal instellen U kunt de video die u wilt afspelen in een taal naar keuze bekijken. 1 Raak Audio Language aan op het oorspronkelijke instelscherm. 2 Raak de gewenste taal aan. De code invoeren 1 Raak Other aan op het instelscherm voor de audiotaal van uw voorkeur. 2 Voer de gewenste taalcode in. ● Zie “Lijst met taalcodes” op pagina 195 voor de taalcode. ● Als u Other aanraakt, kunt u een andere taal opgeven dan de op het scherm weergegeven taal.
■ De taal van de ondertiteling instellen U kunt de video die u wilt afspelen met ondertiteling naar keuze bekijken. 1 Raak Sub Title aan op het oorspronkelijke instelscherm. 2 Raak de gewenste taal aan. De code invoeren 1 Raak Other aan op het instelscherm voor de taal voor ondertiteling van uw voorkeur. 2 Voer de gewenste taalcode in. ● Zie “Lijst met taalcodes” op pagina 195 voor de taalcode. ● Als u Other aanraakt, kunt u een andere taal opgeven dan de op het scherm weergegeven taal.
Videobediening De dvd-speler gebruiken ■ De menutaal instellen U kunt de taal instellen waarin de op de disk opgenomen menu's worden weergegeven. 1 Raak Menu Language aan op het oorspronkelijke instelscherm. 2 Raak de gewenste taal aan. De code invoeren 1 Raak Other aan op het instelscherm voor de menutaal. 2 Voer de gewenste taalcode in. ● Zie “Lijst met taalcodes” op pagina 195 voor de taalcode. ● Als u Other aanraakt, kunt u een andere taal opgeven dan de op het scherm weergegeven taal.
■ De weergave van de aanduiding voor meerdere hoeken instellen U kunt ook instellen of u de aanduiding voor meerdere hoeken wilt weergeven of verbergen tijdens het afspelen. 1 2 Voer het codenummer in door cijfer per cijfer aan te raken. ● Indien het codenummer weggelaten is, wordt “----” weergegeven in het veld bovenaan. Raak Angle Indicator aan op het oorspronkelijke instelscherm. ● De knop wisselt tussen aan en uit bij elke aanraking. 2 Raak Done aan.
Videobediening De dvd-speler gebruiken AANDACHT ● Het codenummer is noodzakelijk. Indien er geen nummer wordt ingevoerd, is het niet mogelijk de kijkbeperkingen in te stellen. ● Eens een codenummer ingesteld is, moet u het invoeren als u dit item de volgende keren wilt gebruiken. Zorg dat u het codenummer niet vergeet. Indien u het codenummer vergeet, raakt u Clear 10 keer aan terwijl het veld van het codenummer leeg blijft. Zo kunt u het huidige codenummer initialiseren (wissen).
Lijst met taalcodes Dit zijn de codes om de taal in te stellen voor de audiosporen, ondertitels en schermmenu's.
Videobediening De videorecorder gebruiken De videorecorder gebruiken U kunt een video bekijken door een in de handel verkrijgbare videorecorder aan te sluiten. U kunt echter niet de iPod-kabel (videolijn) en de videorecorder tegelijkertijd aansluiten. BELANGRIJK Om rijveiligheid te verzekeren kunt u geen video bekijken tijdens het rijden.
Het instelscherm voor de videorecorder wijzigen 1 Raak Wide aan. 2 Raak Normal , Wide1 of Wide2 aan. ● Normal Het scherm wordt getoond met beeldverhouding 3 (verticaal) op 4 (horizontaal) (afmetingen van normaal tvscherm) en de zijranden zijn zwart. ● Wide1 Het scherm met beeldverhouding 9 (verticaal) op 16 (horizontaal) (afmetingen van normaal tv-scherm) wordt gelijkmatig uitgebreid naar links en rechts.
Videobediening De DivX-speler gebruiken De DivX-speler gebruiken BELANGRIJK Om rijveiligheid te verzekeren kunt u geen video bekijken tijdens het rijden. ■ Over DivX ● DivX is een algemeen erkende mediatechnologie die ontwikkeld werd door DivX Inc. Met DivX kunt u mediagegevens tegen een hoge compressieverhouding comprimeren en toch een hoge beeldkwaliteit behouden. In een bestand dat door DivX gecomprimeerd is, kunnen een menu, ondertitels en sub-audiosporen worden opgeslagen.
DivX afspelen Breng een disk met een DivX-bestand in de disksleuf in en het afspelen begint. 1 Druk op 2 Raak DISC aan. . ■ Snel vooruit/terugspoelen U kunt snel vooruitspoelen of terugspoelen doorheen het bestand dat wordt afgespeeld. 1 Houd of gedurende minstens 1 seconde ingedrukt. ● Naar rechts: De video wordt snel vooruitgespoeld. Naar links: ● De disk begint te spelen. De video wordt teruggespoeld. ● Raak het scherm aan als de bedieningsknoppen (aanraakknoppen) niet worden weergegeven.
Videobediening De DivX-speler gebruiken De map selecteren die u wilt bekijken U kunt een gewenste map op de disk selecteren. ■ Selecteren uit de maplijst 1 Raak List aan. 2 Raak Play aan. 1 ● Druk op of . : hiermee gaat u naar de volgende, hogere map en speelt u de eerste video van die map af. : hiermee gaat u naar de volgende, lagere map en speelt u de eerste video van die map af. AANDACHT ● De video aan het begin van de map wordt weergegeven.
Het bestand selecteren dat u wilt bekijken U kunt een gewenst bestand uit de map selecteren. ■ Selecteren via de knop met de bestandsnaam 1 2 3 Raak het bestand aan dat u wilt bekijken. ● Zo wordt het geselecteerde bestand afgespeeld. ● De pagina wordt gewijzigd door of aan te raken indien er een volgende pagina is. ● U kunt terugkeren naar het vorige scherm door aan te raken. Raak List aan. ■ Selecteren bestanden uit gekoppelde Raak de map aan die u wilt bekijken.
Videobediening De DivX-speler gebruiken Snel vooruit/ terugspoelen U kunt de video die momenteel wordt afgespeeld snel vooruit- of terugspoelen. 1 Houd of gedurende minstens 1 seconde ingedrukt. ● Naar rechts: De video wordt snel vooruitgespoeld. Naar links: De video wordt teruggespoeld. De video zal snel vooruitgespoeld (teruggespoeld) worden totdat u de knop loslaat.
De taal van de ondertitels wijzigen Als de disk in kwestie meerdere talen voor ondertitels ondersteunt, dan kunt u ze wijzigen bij het afspelen van een video. 1 Raak Set aan. 3 Raak Change Subtitle aan. ● Elke keer dat u Change Subtitle aanraakt, verandert het nummer van de ondertiteling en de op de disk opgenomen talen voor ondertiteling worden in volgorde doorlopen. De audiotaal wijzigen 2 Raak Subtitle aan. ● Raak aan om terug te keren naar het scherm dat onmiddellijk voorafging.
Videobediening De DivX-speler gebruiken 2 DivX VOD-code weergeven Raak Audio aan. ● Raak aan om terug te keren naar het scherm dat onmiddellijk voorafging. Om DivX VOD-inhoud (Video On Demand) af te spelen, moet u eerst dit apparaat bij de leverancier van de inhoud registeren. U hebt deze DivX VOD-registratiecode nodig op dat moment. De registratiecode van DivX® Video On Demand kan worden weergegeven. 3 Raak Change Audio aan.
3 Waarschuwingsbericht bij het afspelen van een VOD-huurbestand Raak DivX VOD aan. ● De registratiecode van DivX® Video On Demand wordt weergegeven. Er verschijnt een bericht op het scherm als er DivX VOD-huurbestanden worden afgespeeld. Lees het weergegeven bericht en raak [Yes] of [No] aan. De video-uitvoer wijzigen ● U kunt terugkeren naar het vorige scherm door aan te raken. 1 Raak Set aan. 2 Raak Wide aan. ● Raak aan om terug te keren naar het scherm dat onmiddellijk voorafging.
Videobediening De DivX-speler gebruiken 3 Raak Normal , Wide1 of Wide2 aan. ● Normal Het scherm wordt getoond met beeldverhouding 3 (verticaal) op 4 (horizontaal) (afmetingen van normaal tvscherm) en de zijranden zijn zwart. ● Wide1 Het scherm met beeldverhouding 9 (verticaal) op 16 (horizontaal) (afmetingen van normaal tv-scherm) wordt gelijkmatig uitgebreid naar links en rechts.
● Ondersteuning codec: DivX 3.x, 4.x, 5.x, 6.x ● Profiel: Home Theater *2 ● Maximale resolutie: 720×480 (30fps), 720×576 (25fps) ● Ondersteunde audiocodec: MP3, AC3, MPEG, LPCM *1 U kunt slechts 1 titel afspelen in het DivXmediaformaat. Het menu wordt niet weergegeven. *2 De stroom die aan een hoge bitrate op de cd is opgenomen, heeft mogelijk niet voldoende snelheid voor gegevensoverdacht. In dergelijke gevallen wordt opname op een dvd aangeraden.
Draagbare audioapparaten bedienen De iPod®-speler gebruiken De iPod-speler gebruiken Als er een iPod aangesloten is, kunt u muziek- of videobestanden van de iPod afspelen. Met behulp van deze ontvanger, kunt u handelingen uitvoeren als het selecteren van een bestand uit de lijst of overschakelen op de modus voor willekeurig afspelen. U kunt echter niet de iPod-kabel (videolijn) op hetzelfde moment aansluiten als USB of de videorecorder.
Het gewenste muziek- of videobestand selecteren 1 Druk op 2 Raak iPod aan. . U kunt een nummer of video naar keuze selecteren. 1 ● Het afspelen zal beginnen. Druk op of . ● Naar rechts: Verder naar het volgende bestand. Naar links: Terug naar het begin van het bestand dat wordt afgespeeld. Links (Meer dan twee maal drukken): Terug naar het vorige bestand. Snel vooruit/ terugspoelen Het geselecteerde nummer of de video (bestand) wordt afgespeeld.
Draagbare audioapparaten bedienen De iPod®-speler gebruiken 2 Raak Playlists , Artists , Albums , Podcasts of Genres aan om een nummer of programma te selecteren om af te spelen. ● Zo krijgt u het lijstscherm geselecteerde modus te zien. van de ● Raak aan om terug te keren naar het scherm dat onmiddellijk voorafging. 4 Raak de naam aan van het muziekbestand dat u wilt afspelen. ● Zo wordt het geselecteerde muziekbestand afgespeeld.
Op iPod-videomodus instellen U kunt een videobestand naar keuze selecteren en afspelen vanaf het geheugen van de iPod. LET OP ● Indien de iPod losgekoppeld wordt van deze ontvanger terwijl er op de iPod een videobestand wordt afgespeeld, dan keert u terug naar de voordien geselecteerde modus. 3 Raak de categorie aan die u wilt bekijken. ● Raak Menu aan en het menuscherm wordt weergegeven. ● De pagina wordt gewijzigd door of aan te raken indien er een volgende pagina is.
Draagbare audioapparaten bedienen De iPod®-speler gebruiken 5 Hetzelfde muziekbestand herhaaldelijk afspelen Raak het videobestand aan dat u wilt bekijken. ● Zo wordt het geselecteerde videobestand afgespeeld. ● De pagina wordt gewijzigd door of aan te raken indien er een volgende pagina is. ● Raak Menu aan en het menuscherm wordt weergegeven. ● Raak aan om terug te keren naar het scherm dat onmiddellijk voorafging. 1 Raak Repeat aan. ● Zo speelt u het huidige muziekbestand herhaaldelijk af.
Willekeurig afspelen van muziekbestanden ■ In willekeurige volgorde luisteren naar de lijst die wordt afgespeeld 1 Raak Shuffle aan. ● Alle bestanden in de afspeellijst worden in willekeurige volgorde afgespeeld. ● Als u Shuffle aanraakt, gaat het willekeurig afspelen verder totdat u het annuleert. Raak Shuffle opnieuw aan om het willekeurig afspelen van alle bestanden in de afspeellijst te annuleren.
Draagbare audioapparaten bedienen De iPod®-speler gebruiken ■ In willekeurige volgorde luisteren naar alle muziekbestanden Alle muziekbestanden kunnen afgespeeld worden in willekeurige volgorde. 1 Raak Shuffle All aan. ● Als u Shuffle All aanraakt, gaat het willekeurig afspelen verder totdat u het annuleert. Raak Shuffle All opnieuw aan om het willekeurig afspelen te annuleren. AANDACHT Als u de iPod loskoppelt terwijl het apparaat op Shuffle alles is ingesteld, zal de iPod op shuffle ingesteld zijn.
Draagbare audioapparaten bedienen Bluetooth-audio gebruiken Bluetooth-audio gebruiken U kunt een draagbare, met Bluetooth compatibele audiospeler (hierna draagbaar apparaat genoemd) gebruiken als bron voor dit apparaat door gebruik te maken van draadloze Bluetoothcommunicatietechnologie. Om een draagbaar apparaat te gebruiken dat Bluetooth ondersteunt in combinatie met dit apparaat, moet u een Bluetooth-registratie uitvoeren en de verbinding instellen.
Draagbare audioapparaten bedienen Bluetooth-audio gebruiken 3 Raak Pairing aan. 6 “Bluetooth Connection Successful” wordt weergegeven bij het voltooien van de registratie. ● De registratie van het draagbare apparaat is nu voltooid. Registreren via het zoeken naar een draagbaar apparaat op deze ontvanger. 4 5 Druk op 2 Raak Bluetooth Audio aan. . Raak Allow Connect aan. Voer de PIN CODE voor deze ontvanger in op het draagbare apparaat. ● De standaardinstelling van de PIN CODE is 1234.
3 Raak Pairing aan. 6 Voer de PIN CODE in op het draagbare apparaat. ● De standaardinstelling van de PIN CODE is 1234. ● Voer de handelingen op het draagbare apparaat uit terwijl het scherm met informatie over het apparaat wordt weergegeven. 4 Raak Device Search aan. ● “Searching...” wordt weergegeven. ● Scherm met informatie over het apparaat 7 5 Selecteer de apparaatnaam van het draagbare apparaat dat u wilt registreren.
Draagbare audioapparaten bedienen Bluetooth-audio gebruiken ■ Het draagbare aansluiten apparaat Verbind een draagbaar apparaat geregistreerd is op deze ontvanger. 1 Druk op 2 Raak Bluetooth Audio aan. 3 4 dat . 1 Druk op 2 Raak Bluetooth Audio aan. 3 Raak Disconnect aan. 4 “Bluetooth Connection Successful” wordt weergegeven als u het annuleren voltooit. . Raak Connect aan. “Bluetooth Connection Successful” wordt weergegeven bij het voltooien van de verbinding.
■ Naar het luisteren draagbare apparaat 3 Raak aan. ● Het afspelen van het draagbare apparaat begint. a Random-knop AANDACHT b Bestand UP/DOWN-, snel UP/DOWNknop c Repeat-knop d MENU-knop Als het afspelen niet begint door op dit apparaat aan te raken, drukt u op de afspeelknop op het draagbare apparaat. ■ Het afspelen stoppen e Afspeelknop f AV-knop 1 g Stopknop 1 Druk op 2 Raak Bluetooth Audio aan. 219 verbonden . Raak ● Raak hervatten. aan.
Draagbare audioapparaten bedienen Bluetooth-audio gebruiken ■ De gewenste muziek selecteren 1 Druk op of 1 . ● Rechts: verder naar het volgende muziekstuk. Links (één keer drukken): terug naar het begin van het muziekstuk dat wordt afgespeeld. Links (meer dan twee keer drukken): terug naar het vorige muziekstuk. ■ Snel vooruit-/terugspoelen 1 Druk minstens één seconde op . of ■ Hetzelfde nummer herhalen. 1 Raak Repeat aan. ● Het nummer wordt herhaald.
Andere Over de schakelaars aan het stuur Bij voertuigen die uitgerust zijn met schakelaars aan het stuur kunt u die gemakkelijk bereikbare schakelaars gebruiken voor de bediening van de belangrijkste audiofuncties en andere functies. ● Gelieve uw plaatselijke dealer te contacteren voor meer informatie over schakelaars aan het stuur. ● Afhankelijk van het type voertuig is het mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is.
Andere Over de schakelaars aan het stuur 5 Raak Store aan tot het scherm voor de keuze van commando's wordt weergegeven. ● Raak aan om terug te keren naar het scherm dat onmiddellijk voorafging. ● Raak aan om terug te keren naar het scherm dat onmiddellijk voorafging. 6 Raak het commando aan die u wilt instellen. 8 Ken de gewenste functies toe aan de schakelaars aan het stuur door stappen 6 tot 7 te herhalen. 9 Raak Finalize aan.
Compatibiliteit met de schakelaars aan het stuur De onderstaande tabel toont de compatibiliteit tussen de schakelaars aan het stuur en deze ontvanger. (Voor de bediening van de VTR zijn er andere schakelaars dan (u) en (d) beschikbaar.) Bediening Schakel aar Algemene functies (+) (–) (MODE) Naam Functie Volumeschakela Elke kortstondige ar beweging van deze schakelaars wijzigt het volume met één stap. Houd een schakelaar ingedrukt om het volume doorlopend te wijzigen.
Andere Over de schakelaars aan het stuur Bediening Bediening van MP3/WMA-speler of DivX-speler Schakel aar (u) (d) Naam Functie Verklaring van bediening Schakelaars voor nummerselectie ● Hiermee selecteert u het volgende of vorige nummer of het begin van het huidige nummer. Druk kort op (u) of (d) om het volgende of vorige nummer te selecteren.
Naslag Belangrijke informatie Indien de volgende berichten verschijnen Controleer de status opnieuw indien de volgende berichten verschijnen en raadpleeg daarbij de oorzaak en actie. Bericht Oorzaak Actie In de cd/mp3/wma/dvd-modus No DISC De disk is niet geplaatst. Plaats de disk. De geladen disk is vuil of ondersteboven ingelegd. Controleer of hij goed ligt en schoon is. Check DISC De disk is vuil of beschadigd. No support De disk bevat geen correcte bestanden. Controleer het bestand.
Naslag Belangrijke informatie Bericht Oorzaak Actie In de DivX-modus Authorization Error This player is not authorized to play this video Dit bestand wordt beschermd door auteursrechten. Het DivXbestand dat met een andere registratiecode dan dit apparaat aangekocht werd, kan niet afgespeeld worden. Werp de disk uit. Resolutiefout This file exceeds the resolution allowed by the HOME THEATER profile.
Bericht Error2 Check iPod No support music files Oorzaak Er gebeurde een communicatiefout, afspeelfout of bedieningsfout, of de iPodsoftware is niet compatibel. Dit verschijnt als muziek wordt afgespeeld in de videomodus van de iPod 5G Actie Sluit een iPod aan die wel kan worden afgespeeld. Sluit de iPod opnieuw aan. Selecteer een bestand dat kan worden afgespeeld. * Wacht even indien dit gebeurt. Als de temperatuur in het apparaat terug normaal wordt, verdwijnt het bericht en begint het afspelen.
Naslag Belangrijke informatie Als u denkt dat er een defect is Een klein verschil in werking kan soms verkeerdelijk voor een defect aanzien worden. Gelieve daarom eerst de items in de volgende tabel te controleren. Gelieve contact op te nemen met uw dealer indien het toestel niet werkt, zelfs na het nemen van de geschikte stappen om het probleem te verhelpen. Toestand Het display blijft korte tijd donker als het apparaat bij lage temperatuur wordt ingeschakeld.
Toestand Mogelijke oorzaak Actie Gebruik het apparaat gedurende een korte tijde niet en probeer het Er is condenswater in het apparaat. dan opnieuw te gebruiken.(Raadpleeg pagina 133) Een cd/dvd kan niet worden afgespeeld. De cd/dvd heeft een grote kras of is misvormd. Plaats een andere cd/dvd. De cd/dvd is erg vuil. Reinig de cd/dvd.(Raadpleeg pagina 133) De cd/dvd ligt ondersteboven. Plaats de cd/dvd met de juiste kant omhoog.
Naslag Verklarende woordenlijst Gelieve de beschrijving van de volgende termen te lezen om het apparaat beter te kunnen gebruiken. ● Gps (Global Positioning System) Gps is een systeem om uw huidige locatie te bepalen (breedte, lengte, hoogte) door de ontvangst van radiogolven van gewoonlijk 4 of meer, en in sommige gevallen 3 gps-satellieten die op 21.000 km in een baan om de aarde draaien. De satellieten zijn gelanceerd en worden beheerd door het Amerikaanse ministerie van defensie.
Naslag Specificaties Afmetingen 34 (B) × 13,2 (H) × 38 (D) mm Gewicht ong. 25 g (zonder kabels en aansluitingen) Voltage voeding 4,5 +/- 0,5 (V) Stroomverbruik 10 tot 30 (mA) Gebruikstemperatuur -30 tot 80 (°C) Bewaartemperatuur -40 tot 100 (°C) Lcd-scherm 7.0″ QVGA Schermafmetingen 156,24 (B) × 82,21 (H) mm Aantal pixels 391.
Naslag Specificaties USB-interface 1.1/2.0 (ondersteund) Frequentierespons 20Hz tot 20.000Hz ±3dB S/N-ratio (A-gewogen) 75 dB Compatibele Bluetooth Ver. 2.0 Compatibel profiel HFP (Hands Free Profile) Ver. 1.5 OPP (Object Push Profile) Ver. 1.1 A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) Ver. 1.0 AVRCP (Audio/Video Remote Control Profile) Ver. 1.