81
Inhoud Inhoud verpakking .................................. 183 Inleiding *** ................................................ 184 Gebruik van de computer ......................... 186 1. Installatie hoofdeenheid ................................ 186 1. Hoofdeenheid initiëren 2. Basisweergavemodi 2. Overzicht bedieningstoetsen........................ 188 1. In instelmodus 2. In de algemene modus 3. In de kalibratiemodus voor de hoogte 3. Wielomtrek meten ........................................ 192 4.
Inhoud verpakking 1. HOOFDEENHEID Hoofdeenheid 3 V-batterij (CR2032) 2. BEUGELSET Beugel voor stuur of ventiel Beugelbasis Dubbelzijdige tape Kabelbinders 3. SNELHEIDSZENDERSET Snelheidszender 3 V-batterij (CR2032) Rubberen zenderstrip Kabelbinders Magneetset O-ring 4. TOERENTALZENDERSET (alleen voor Echo-a2) Toerentalzender 3 V-batterij (CR2032) Rubberen zenderstrip Kabelbinders Magneetset O-ring 1. Informatie over installatie van de accessoires vindt u op een apart blad. 2.
Inleiding Gefeliciteerd met uw keuze voor de fietscomputer met hoogtefuncties van ECHOWELL. Tijdens het rijden zult u veel plezier beleven aan de eenvoudige bediening van uw nieuwe Echo-a1 of Echo-a2. Lees deze handleiding zorgvuldig door alvorens de apparatuur te gebruiken, om uzelf bekend te maken met de bedieningslogica. Deze fietscomputer berekent de hoogte door de atmosferische druk te meten.
druksensor, en onder in elke hoofdeenheid zit een gat voor het meten van de druk. U moet het gat altijd schoonhouden om onjuiste metingen te voorkomen. Daarnaast mag u geen naald of ander scherp voorwerp in het gat steken, om beschadiging te voorkomen. De atmosferische druk die door de sensor wordt gemeten, wordt omgezet naar de huidige hoogte. Wij wensen u veel fietsplezier met de Echo-a1 of Echo-a2.
Gebruik van de computer 1.Installatie hoofdeenheid 1. Hoofdeenheid initiëren: 1. Alvorens de apparatuur in gebruik te nemen, initieert u de hoofdeenheid en selecteert u de eenheden als volgt: 1-1. Druk 3 seconden lang tegelijkertijd op de toetsen A, B en C om het scherm voor de automatische test weer te geven. 1-2. Druk op een willekeurige toets om het scherm voor de automatische test af te sluiten en selecteer vervolgens de eenheden voor de temperatuur, de hoogte en de afstand. 1-3.
Ter referentie vindt u hieronder het scherm van de algemene modus tijdens het rijden: 187
2. Overzicht bedieningstoetsen Deze computer bevat de volgende drie belangrijke weergavemodi: de instelmodus voor gegevens, de algemene modus en de kalibratiemodus voor de hoogte. In deze sectie vindt u uitleg over de functie van de toetsen in elke modus. De tekst hieronder geeft stap voor stap aan hoe u de computer met de toetsen moet bedienen.
1. In instelmodus: Tips: 1. De gebruikte toetsen in de instelmodus voor gegevens: A, B, C. 2. Toets om naar de instelmodus voor gegevens te gaan of deze te verlaten: C 3. Toets om de waarde van een knipperend cijfer te wijzigen: A 4. Toets om naar het volgende cijfer of de volgende instelling te schakelen: B Toets A: 1. Druk op de A-toets om de waarde van een knipperend cijfer te wijzigen. 2. Als u de A-toets ingedrukt houdt, wordt de waarde van het cijfer automatisch verhoogd. 3.
2. In algemene modus: Tips: 1. De gebruikte toetsen in de algemene modus: A, B, C, D 2. Toets om de functieweergave te wijzigen: A 3. Toets voor het resetten van de ritgegevens: A (3 s) 4. Toets om naar de instelmodus voor gegevens te gaan: C 5. Toets om naar de kalibratiemodus voor de hoogte te gaan: A+B (3 s) Toets A: Toets B: Toets C: Toetsen A+B: Toets D: 1. Druk op de A-toets om naar het volgende functiescherm te gaan. 2.
3. In de kalibratiemodus voor de hoogte: Tips: 1.De gebruikte toetsen in de kalibratiemodus voor de hoogte: A, B. 2.Toetsen om naar de kalibratiemodus voor de hoogte te gaan of deze te verlaten: A+B (3 s) 3.Toetsen om de huidige hoogte snel weer op nul in te stellen: A+B (1 s) Toetsen A+B: Toets A: Toets B: 1. In de algemene modus houdt u de A- en B-toets 3 seconden lang ingedrukt om naar de kalibratiemodus voor de hoogte te gaan. 2.
3.
Zelf de wielomtrek opmeten Draai het wiel totdat het ventiel op zijn laagste punt staat en markeer het corresponderende punt op de grond. Draai het wiel totdat het ventiel opnieuw op het laagste punt staat. Markeer het tweede punt op de grond. Meet vervolgens de afstand tussen de twee punten in millimeters. Deze afstand is gelijk aan de wielomtrek. 1. De standaardwaarde van de wielomtrek voor Fiets 1 is 2155 mm; die voor Fiets 2 is 2050 mm.
4. Basisinstellingen en bediening Tips voor het instellen van gegevens: 1. Druk tijdens het instellen op de A-toets om de waarde van een knipperend cijfer te wijzigen. Druk op de B-toets om naar het volgende cijfer te gaan. 2. Houd de B-toets 1 seconde ingedrukt om naar de volgende instelling te gaan (als u klaar bent met de huidige instelling). 3. Als de computer in de instelmodus voor gegevens 20 seconden lang niet wordt gebruikt, keert de computer automatisch terug naar de algemene modus.
195
196
197
5. Algemene weergave Het scherm van de algemene modus kent verschillende weergaven, die u hieronder kunt vinden: 1. Als u de hoofdeenheid op de beugel zet, begint de hoofdeenheid automatisch met het meten van de snelheid en het toerental. 2. Als de hoofdeenheid 15 minuten lang geen signaal van de fiets ontvangt, gaat deze automatisch naar de slaapmodus. 3. In de slaapmodus (energiespaarstand) wordt alleen de huidige tijd weergegeven. 4. Druk op de A- of B-toets om de apparatuur opnieuw te activeren.
6. Batterij vervangen 1. Als het waarschuwingssymbool voor lage batterijspanning wordt weergegeven, dient u de batterij zo snel mogelijk te vervangen. 2. De positieve kant van de CR2032-batterij (+) moet naar de batterijdeksel zijn gericht. 3. Druk 3 seconden lang op de A-, B- en C-toets om de hoofdeenheid te initiëren. Let op: Als het waarschuwingssymbool voor lage batterijspanning wordt weergegeven, raden wij u aan om de batterij zo snel mogelijk te vervangen.
7. Weergave algemene modus Als u met de computer rijdt, worden sommige functies niet weergegeven. Functies als T.AL, ODO, mBAR en DST/D worden alleen weergegeven als u stopt.
8. Hoogte kalibreren: Tip voor het snel kalibreren van de hoogte 1. Druk 1 seconde lang op zowel de A- als B-toets om de huidige hoogtewaarde weer op nul in te stellen. 2. Druk op de A-toets om de waarde van een cijfer in te stellen en druk op de B-toets om naar het volgende cijfer te gaan. 3. Let op: Kalibreer de huidige hoogte alleen als er geen snelheidssignaal is.
9. Temperatuurweergave De volgende instructies gelden alleen voor de Echo-a2: 10. Selectie Fiets 1/Fiets 2 De gegevens van Fiets 1 en Fiets 2 worden apart in de computer opgeslagen.
11. Gegevens resetten 1. Houd de A-toets 3 seconden lang ingedrukt om de gegevens van DST, RTM, MAX, AVG, ALT en MAX-ALT te resetten. MAX-RPM, AVG-Toeren/minuut (alleen voor Echo-a2) 2. De volgende gegevens worden opgeslagen in het geheugen en kunnen niet worden gereset: Unit, Cmm1 (Circumference 1), Cmm2, ODO 1, ODO 2, T.RT1, T.RT2, T.AL1 en T.AL2. 3. Reset de gegevens voor Fiets 1 en Fiets 2.
12. Schermverlichting 13. Slaapmodus Druk op de A- of B-toets om de apparatuur te activeren.
Functies Het scherm van de computer kan in drie secties worden verdeeld: het bovenste, middelste en onderste scherm. In de algemene modus ziet het LCD-scherm van de computer er als volgt uit: De huidige hoogte wordt altijd weergegeven in het bovenste scherm. U kunt deze altijd eenvoudig kalibreren. Gebruikers van de Echo-a1 zien op het middelste scherm de snelheid en de temperatuur. Gebruikers van de Echo-a2 zien op het middelste scherm de huidige snelheid en het huidige toerental.
2. De snelheidsgegevens worden elke seconde bijgewerkt. 3. De snelheidsgegevens van Fiets 1 worden op nul ingesteld als u 4 seconden niet op de fiets rijdt. De snelheidsgegevens van Fiets 2 worden op nul ingesteld als u 2 seconden niet op de fiets rijdt. MAX Max. snelheid 1. Deze functie registreert de maximumsnelheid die u tijdens de rit heeft bereikt. 2. Als u de computer reset of de batterij vervangt, wordt de geregistreerde max. snelheid gewist. AVG Gemiddelde snelheid 1.
computer automatisch met het meten van de rijtijd. Als u op Fiets 1 rijdt en stopt, telt de computer nog 4 seconden door om er zeker van te zijn dat er geen signaal van de wielen meer binnenkomt. Als u op Fiets 2 rijdt, telt de computer nog 2 seconden door om dezelfde reden. De computer trekt de te veel bijgetelde rijtijd automatisch af om de juiste rijtijd weer te geven. RPM Huidig toerental (alleen voor Echo-a2) 1. RPM (toeren/minuut) is een manier om de draaisnelheid te meten.
ALT Totale stijging (tijdens een rit) 1. Deze functie geeft de totale stijging tijdens een rit weer. 2. Als u omhoog rijdt, telt de hoogtemeter het hoogteverschil op. Als u omlaag rijdt, trekt de computer het hoogteverschil echter niet af. De hoogtemeter telt alleen de stijgingen op. 3. Let op: De stijging wordt alleen gemeten tijdens het rijden. MAX. ALT Maximale hoogte (tijdens een rit) 1. Deze functie geeft de maximale hoogte weer die u tijdens een rit heeft bereikt. 2.De geregistreerde max.
meten. Dit meetgat moet altijd schoon blijven. Steek daarnaast geen voorwerpen in het gat, om schade te voorkomen. ODO Kilometerteller 1. Deze functie registreert de totale afstand die op de fiets is afgelegd. 2. U kunt de gegevens van de kilometerteller niet resetten. ODO (1) + (2) 2) Totaalaantal kilometers (Fiets 1 + Fiets 1. Deze functie registreert de totale afstand die op de twee fietsen is afgelegd. 2. De som van ODO 1 en ODO 2 is gelijk aan ODO (1) (2).
zeggen de totale stijging van fiets 1 en 2.) 3. U kunt de totale stijging niet resetten. A/P Tijd: Keuze uit 12H/24H 1. Als u in de instelmodus voor gegevens de tijd van de klok instelt, kunt u kiezen uit twee opties: 12H en 24H. 2. 12H staat voor 12-uurs. Bij deze indeling verwijst A naar AM; P verwijst naar PM. 24H staat voor 24-uurs. 3. In de slaapmodus wordt alleen de tijd op het scherm weergegeven. 0 0 C/ F Huidige temperatuur 1.
Technische specificaties Symbool Functie Bereik Huidige snelheid 0-199,9 km/u Gemiddelde Fiets 1 snelheid voor Gemiddelde Fiets 2 snelheid voor 0-199,9 km/u 0-199,9 km/u Maximumsnelheid voor Fiets 0-199,9 km/u 1 Maximumsnelheid voor Fiets 0-199,9 km/u 2 Tempopijl Vergeleken met gemiddelde snelheid Ritafstand voor Fiets 1 0-999,99 km Ritafstand voor Fiets 2 0-999,99 km Kilometerteller voor Fiets 1 0-999999 km Kilometerteller voor Fiets 2 0-999999 km Totaalaantal kilometers (Fiets 1 + Fi
-500m - 8000m EENHEID:1 m Huidige hoogte 0-99999 m Totale stijging voor Fiets 1 0-99999 m Totale stijging voor Fiets 2 Maximumhoogte voor Fiets 1 -500 m - 8000 m Maximumhoogte voor Fiets 2 -500 m - 8000 m 0-999999 m Totale stijging voor Fiets 1 0-999999 m Totale stijging voor Fiets 2 Totale stijging (Fiets 1 + Fiets 0-1999999 m 2) Barometer 300 - 1100 mbar Eenheid selecteren Meter/voet, °C/°F, kilometer/mijl -10°C ~ 60°C Huidige temperatuur Wielomtrek voor Fiets 1 0-3999 mm (standaard: 2155
* De volgende RPM-functies (toerentalfuncties) zijn alleen voor de Echo-a2: Huidig aantal toeren per minuut Maximale RPM voor Fiets 1 Maximale RPM voor Fiets 2 Gemiddelde RPM voor Fiets 1 Gemiddelde RPM voor Fiets 2 0-199 RPM 0-199 RPM 0-199 RPM 0-199 RPM 0-199 RPM Algemene specificaties Werktemperatuur Opslagtemperatuur: Sensor & zender: Geschikte vorkmaten: Levensduur batterij: CR2032 in hoofdeenheid 0°C - 50°C -10°C - 60°C Contactloze magneetsensor met draadloze zender 12 mm - 50 mm Ongeveer één jaar
Voorzorgsmaatregelen 1. Let op de weg. Let tijdens het rijden niet te veel op de functies van de fietscomputer, om ongelukken te voorkomen. 2. Stel de hoofdeenheid niet langdurig bloot aan direct zonlicht als u niet op de fiets rijdt. 3. Haal de apparatuur of de accessoires nooit uit elkaar. 4. Steek geen naald of scherp voorwerp in het gat onder in de hoofdeenheid. Als u voorwerpen in het gat steekt, kan de druksensor in de apparatuur worden beschadigd. 5.
Problemen oplossen Probleem Controleer het volgende: Oplossingen Geen beeld 1.Is de batterij leeg? 2.Is de batterij juist geïnstalleerd? 1.Vervang de batterij. 2.Controleer of de positieve kant van de batterij naar de batterijdeksel is gericht. Snelheid niet of verkeerd weergegeven 1.Staat de computer in de instelmodus? 2.Zitten de magneet en de sensor in de juiste positie? Klopt de afstand tussen beide onderdelen? 3. Is de wielomtrek juist ingesteld? 4.
Onregelmatig heden op scherm Raadpleeg ‘Installatie hoofdeenheid’ en initialiseer de computer opnieuw. Zwart LCD. Heeft u de hoofdeenheid langdurig aan direct zonlicht blootgesteld toen deze niet werd gebruikt? Leg de hoofdeenheid in de schaduw om het probleem te verhelpen. Scherm reageert traag. Is de temperatuur lager dan 00C? De computer functioneert weer normaal als de temperatuur stijgt. Het symbool voor lage batterijspanni ng knippert.