Operation Manual
21
Onderhoud en verzorging
Zorg ervoor dat er geen vuil in de buurt van de motor en het
inlaatrooster komt.
Geluiddemper reinigen
Koolafzetting in de demper (A) zal leiden tot een lager motor-
vermogen en oververhitting. Vonkvangerscherm moet regel-
matig worden gecontroleerd. Verwijder verontreinigingen van
de geluiddemper.
Controleer het brandstofsysteem
Controleren vóór elk gebruik.
Controleer nadat brandstof is bijgevuld dat er geen lekkages
zijn rondom de brandstofvulbuis (A), het rubber (B) of de dop
(C).
Ingeval van lekkage of andere uitscheiding van brandstof is er
brandgevaar. Stop de machine onmiddellijk en verzoek uw
dealer de machine te inspecteren en te repareren.
Bougie controleren
1. Controleer de elektrodenafstand van de bougie. De juiste af-
stand bedraagt 0,6 tot 0,7 mm.
2. Controleer de elektrode op slijtage.
3. Inspecteer de isolator op olie of andere resten.
4. Indien de elektroden of klemmen zijn versleten, of als de ke-
ramiek barsten vertoont, vervang deze dan door nieuwe on-
derdelen.
5. Draai vast tot 15 N·m - 17 N·m (150kgf·cm tot 170 kgf·cm).
∗ De vonktest (om te controleren of de bougie voor ontsteking
zorgt) moet door uw dealer worden uitgevoerd.
De aandrijfas smeren
Inspecteer de aandrijfas (A) elke 100 uur en voeg smeer toe als
er niet voldoende smeer aanwezig is.
Luchtinlaat
BELANGRIJK
De beschermkap van de geluiddemper niet verwijderen. Raad-
pleeg indien nodig uw dealer.
a: 0,6 - 0,7 mm
OPMERKING
Gebruik universeel lithiumvet van een goede kwaliteit.