Operation Manual
19
Motorbediening
Druk de handgastrekker, na het opwarmen van de motor, gelei-
delijk in om het motortoerental te verhogen tot het bedrijfstoeren-
tal.
Opwarmen van de motor
1. Laat de motor zodra deze is gestart gedurende 2 tot 3 minu-
ten warmdraaien in de stationaire stand (d.w.z. laag toeren-
tal).
2. Het warmdraaien van de motor helpt bij een betere smering
van de inwendige onderdelen. Laat de motor volledig opwar-
men, vooral als het koud is.
3. Laat de motor nooit draaien zonder dat de blaasbuizen zijn
aangebracht.
Starten van een warme motor
De startprocedure is dezelfde als bij een Koude Start, behalve
dat u de choke NIET SLUIT.
1. Stopschakelaar
Schuif de stopschakelaar uit de STOP-stand.
2. Hefboom voor handgasstand
Duw de hefboom voor de handgasstand tot halverwege tus-
sen de stationairpositie en de volgaspositie.
3. Opvoerpomp
Bedien de opvoerpomp tot er brandstof zichtbaar is en onbe-
lemmerd in de "transparante" brandstofretourleiding stroomt.
4. Reactiestarter
Plaats de machine op een vlakke, schone ondergrond. Houd
de gashendel stevig vast met de linkerhand en trek snel aan
de hendel/het koord van de trekstarter tot de motor aanslaat.
OPMERKING
Laat de motor warmdraaien voordat u de bladblazer gebruikt.
1. Stopschakelaar 2. Hefboom voor handgas-
stand
1. Opvoerpomp
1. Trekstarter
OPMERKING
Indien de motor niet start nadat u 5 keer aan het starthendel
hebt getrokken, gebruik dan de koude-startprocedure.