Operation Manual

12
Montage
Montage
Montage kettinggeleider en ketting
De machine wordt geleverd met de kettinggeleider
en de ketting gescheiden van het motorhuis. Breng
de kettinggeleider en de ketting als volgt aan.
Draai de moer los en verwijder de
koppelingskap.
Breng de kettinggeleider aan en schuif deze
tegen de koppeling om het aanbrengen van de
zaagketting te vergemakkelijken.
Breng de zaagketting aan zoals afgebeeld
(zorg ervoor dat de zaagtanden in de juiste
richting wijzen).
Breng de koppelingskap aan en haal de moer
handvast aan. Controleer dat de
kettingspanningsafsteller in het gat van de
kettinggeleider grijpt.
Houd de kettinggeleiderneus naar boven
gericht en verdraai de afsteller rechtsom totdat
de ketting tegen de onderzijde van de
kettinggeleider aanligt.
Haal de moer aan terwijl de
kettinggeleiderneus omhoog wijst.
Trek de ketting met de hand rond de
kettinggeleider. Draai de afsteller iets los
wanneer u voelt dat de ketting klemt.
Start de motor en laat deze met laag toerental
lopen. Stop de motor en pas de afstelling aan
indien nodig.
GevaarWaarschuwing
Stop in het belang van uw eigen veiligheid altijd
de motor alvorens de volgende handelingen uit te
voeren.
Gat in kettinggeleider
Koppelingskap
Spanningsafsteller
Voorzichtig
1. Alle afstellingen dienen in koude toestand te
gebeuren.
2. Draag altijd handschoenen wanneer aan de
ketting wordt gewerkt.
3. Bedien de kettingzaag niet met
ongespannen ketting.
Correcte spanning
Verkeerde spanning