Operation Manual
11
Beschrijving
1. BEDIENINGSHANDLEIDING - Bijgevoegd bij
de machine. Lees deze handleiding aandachtig
door alvorens de machine te gebruiken - en
bewaar ze voor latere raadpleging - om u
vertrouwd te maken met de juiste en veilige
bedieningstechnieken. 
2. VOORSTE HANDBESCHERMING - Kap
tussen de voorste handgreep en de
zaagketting ter bescherming van de hand
tegen letsel en om de controle over de
kettingzaag te vergroten indien de hand van de
handgreep glijdt. Deze bescherming wordt
gebruikt om de kettingrem te activeren zodat
het draaien van de ketting wordt gestopt. 
3. VOORSTE HANDGREEP (VOOR DE
LINKERHAND) - Steunhandgreep
aangebracht tegen de voorzijde van het
motorhuis.
4. ACHTERSTE HANDGREEP (VOOR DE
RECHTERHAND) - Steunhandgreep
aangebracht tegen de achterzijde van het
motorhuis.
5. ACHTERSTE HANDBESCHERMING -
Verlenging van het onderste gedeelte van de
achterste handgreep ter bescherming van de
hand tegen de ketting indien deze breekt of uit
de geleiding loopt. 
6. GELUIDDEMPERKAP - Dek de geluidemper
af zodat de gebruiker
van de zaag het hete oppervlak van de demper
niet aanraakt.
7. KOPPELINGSKAP - Beschermkap voor de
kettinggeleider, de zaagketting, de koppeling
en het kettingwiel wanneer de zaag in gebruik
is. 
8. KETTINGSPANNER - Apparaat om de
kettingspanning aan te passen.
9. KETTINGVANGER - Een uitstekend gedeelte
dat is bedoeld om het risico te verminderen dat
de rechterhand van de gebruiker door de
ketting wordt geraakt wanneer de ketting
tijdens het zagen breekt of uit de geleiding
loopt.
10. KETTINGGELEIDER - Onderdeel dat de
zaagketting ondersteunt en geleidt. 
11. KETTING - Ketting die als zaaggereedschap
fungeert. 
12. BRANDSTOFTANKDOP - Voor het afsluiten
van de brandstoftank. 
13. OLIERESERVOIRDOP - Voor het afsluiten van
het oliereservoir. 
14. STARTHENDEL - De greep van de starter,
voor het starten van de motor. (“ES” START) 
15. PRIMERPOMP - Als u de motor start, drukt u
drie of vier maal op de primerpomp. 
16. ONTSTEKINGSSCHAKELAAR  - Voorziening
voor het in- en uitschakelen van het
ontstekingssysteem zodat de motor gestart of
gestopt kan worden. 
17. HANDGASTREKKER - Voorziening die door
de vinger van de gebruiker wordt geactiveerd
om het motortoerental te regelen. 
18. HANDGASTREKKER-BLOKKERING  - Een
veiligheidshendel moet worden ingedrukt
voordat de handgastrekker kan worden
geactiveerd om onbedoeld bedienen van de
handgastrekker te voorkomen. 
19. CHOKEREGELKNOP  - Voorziening voor het
verrijken van het brandstof/luchtmengsel in de
carburateur om te helpen bij de koude start. 
20.
FILTERDEKSELVERGRENDELING  -
Voorziening voor het aanbrengen van het
luchtfilterdeksel. 
21. LUCHTFILTERDEKSEL  - Dekt het luchtfilter
af. 
22. CILINDERKAP - De kap met een rooster voor
de koelende luchtstroom. Bedekt de cilinder. 
23. KETTINGGELEIDERKAP - Verwijderbare kap
voor de kettinggeleider en de zaagketting, die
wordt aangebracht tijdens het vervoer en
wanneer de kettingzaag niet in gebruik is. 
24. VEILIGHEIDSSTICKER - Onderdeelnummer
890345-39230










