Operation Manual
VOERTUIGVERWARMINGEN – TECHNISCHE DOCUMENTATIE | 7
3 BEDIENING EN INSTELLING
AANWIJZINGEN VOOR DE BEDIENING EN INSTELLING
AFSTANDSBEDIENING ACTIVEREN
Voor elke bediening resp. instelling moet er een ver-
binding tussen de afstandsbediening en het stationaire
deel tot stand worden gebracht.
Hiervoor de toets
of indrukken, op het display
wordt het symbool van een zendantenne weergegeven.
Weergave tijdens de gegevensoverdracht.
Nadat de gegevensoverdracht met succes is uitge-
voerd, wordt op het display de actieve modus of het
startscherm weergegeven en kunt u doorgaan met de
bediening of het instellen.
Als de gegevensoverdracht niet met succes is uit-
gevoerd, wordt op het display het doorgestreepte
symbool van een zendantenne weergegeven. Zie voor
de remedie bij een mislukte gegevensoverdracht het
hoofdstuk „Wat te doen als ...?“ vanaf pagina 31.
Weergave als de gegevensoverdracht is mislukt.
KNIPPEREND SYMBOOL / KNIPPERENDE WAARDE
In de menubalk van het hoofdmenu kan een knippe-
rend symbool met behulp van de toets
worden
geactiveerd.
In het submenu kan met de toets of een
knipperende waarde ingevoerd of een selectie uitge-
voerd worden.
Het symbool van het te activeren menupunt wordt in
het midden en knipperend op het display weergege-
ven. Bij meerdere geactiveerde menupunten worden
de symbolen afwisselend weergegeven.
INVOER BEVESTIGEN
Instellingen en wijzigingen moeten altijd met de toets
bevestigd worden, anders gaan ze verloren.
INSTELLING AFBREKEN / BEËINDIGEN
De instelling kan met de toets geannuleerd c.q.
beëindigd worden.
DISPLAY
Het display licht op tijdens de bediening van de
afstandsbediening.
Indien geen instelling wordt uitgevoerd of geen
bediening wordt uitgevoerd, gaat de weergave binnen
10 seconde uit, d.w.z. dat de afstandsbediening in de
ruststand gaat.
Voor het hernieuwd invoeren de SHORTPRESS op toets
of toets .